Agnost Jonah Falke voelt zich het meest thuis bij oud gereformeerden
Als agnost uit Amsterdam verdiept Jonah Falke (33) zich in een voor hem onbekende wereld: de Biblebelt. Te midden van orthodox-gereformeerde gelovigen doet hij een ontdekking die hij nooit voor mogelijk had gehouden.
![Schrijver Jonah Falke dook in de voor hem onbekende wereld van de gereformeerde gezindte. Om bij het meest conservatieve deel van de Biblebelt binnen te komen, kocht hij een zwart pak. beeld Ronald Bakker](https://images.rd.nl/fill/crop:2500:1563:sm/w:1020/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F234799_70b913d4a7.jpeg)
Riekelt Pasterkamp was de eerste gereformeerde christen die Falke tegenkwam, eind 2022. Dankzij de ontmoeting met deze presentator en journalist realiseerde Falke zich dat hij weinig wist over gereformeerde gelovigen. „Beschamend”, zegt hij ruim twee jaar later in een restaurantje aan de Amsterdamse Amstel. „Ik kende alleen de clichés en vooroordelen, wist meer over New York dan over deze mensen die gewoon in Nederland leven. Dat kan toch niet?”
Falke gaat op onderzoek uit en schrijft over zijn bevindingen in het boek ”De Bible Belt. Een waarachtige zoektocht naar geloof, hoop en liefde in Nederland”, (uitg. Thomas Rap), dat deze donderdag verschijnt. Tijdens zijn ontdekkingsreis logeert hij bij een gezin in Zeeland, loopt hij een dag mee op de Driestar Hogeschool in Gouda en krijgt hij een kijkje achter de schermen bij de SGP-fractie in de Tweede Kamer. Hij woont diensten bij in de hersteld hervormde kerk van Apeldoorn, Tholen en Ridderkerk, de gereformeerde gemeente van Gorinchem en Geldermalsen, de gereformeerde gemeente in Nederland van Barneveld en de oud gereformeerde gemeente in Nederland van Krimpen aan den IJssel.
Dat het niet meevalt voor een buitenstaander om de gereformeerde gezindte te begrijpen, bewijzen enkele missers die hier en daar in de tekst zijn geslopen. Een ouderling draagt geen toga, de GG zijn niet ontstaan door opschudding over een Bijbelvertaling, een kerstmis kennen refo’s niet en het is onwaarschijnlijk dat predikanten spreken over ”Heer”.
Wat voor beeld had u vooraf van de Biblebelt?
„Gesloten, intolerant, vrouwonvriendelijk, homo-onvriendelijk, beetje ouderwets. Voor mijn idee waren deze gelovigen een uitstervend soort. Ik dacht echt dat de Biblebelt kleiner was – een paar dorpjes in Zeeland. Maar het gaat om een half miljoen mensen! Je doet hen tekort als je ze wegzet.
Mijn clichés en vooroordelen vormden zich door de media. Bij de NOS lees je alleen iets over deze groep als er een vaccinatiecampagne of antiabortusprotest is. Raar eigenlijk dat progressieve mensen zo begaan zijn met gemarginaliseerde groepen, maar vaak laatdunkend en neerbuigend doen over de Biblebelt. Met twee maten meten, daar houd ik niet van.”
Uw eerste kerkdienst was in de hhk van Apeldoorn. Wat viel u toen op?
„Het zingen. Ik ben opgegroeid in de Achterhoek, waar nog wel wat katholieken wonen. Bij hen klinkt het gezang als wat gemompel, terwijl dat in de Biblebelt met bezieling gebeurt. Die hele noten, keihard – echt prachtig. Ik heb me ook verbaasd over al die kinderen in de kerk. Ze zitten gewoon stil! Onvoorstelbaar, zonder iPad.”
Eenvoudig was het niet om de Biblebelt te begrijpen.
„Het was, zeker in het begin, alsof we een andere taal spraken. Ds. A.A. Brugge vroeg me: „Op welke stroming in de Biblebelt richt je je?” Ik had geen idee. In het boek heb ik een kerkenstamboom opgenomen. Echt abracadabra. Een vrouw in Apeldoorn had het niet voor niets over een heidens karwei toen ik over mijn zoektocht vertelde. Aan het begin zag ik door de bomen het bos niet. Alleen een dicht, donker woud. Nu kan ik de Biblebelt niet eens meer als een geheel zien: de verschillen zijn zo groot.
Ik heb ontdekt dat mensen in de Biblebelt niet wereldvreemd zijn, maar toegankelijk en slim – er wordt veel gelezen. Ik zag ook veel humor: er wordt veel gelachen.”
U logeerde bij het gezin van ds. A. den Hartog, in Tholen. Hoe hebt u dat weekend ervaren?
„Heel leuk. Ik voelde me erg welkom. De verschillen met de wereldse wereld vond ik niet zo groot. Ik had een gezin verwacht waar het stil was, maar de kinderen renden door de tuin en het huis, waren zelfs aan het voetballen. Er werden frikandellen en poffertjes gegeten.
Ik vond het ook mooi om Alexanders zenuwen voor de dienst te zien. Je denkt toch dat een dominee iemand is die niet twijfelt over wat hij gaat zeggen.”
Wat was voor u de grootste ontdekking tijdens het onderzoek?
„Ik heb me erg thuis gevoeld in de Biblebelt. Gek genoeg, of misschien wel logisch genoeg, voelde ik mij als progressief mens het meest op mijn plek in de uiterst conservatieve hoek. Dat had ik nooit verwacht.”
Argwaan
Het is een verrassende wending in het boek. Tegen het einde van Falkes zoektocht zijn al zijn pogingen om een oud gereformeerde predikant te spreken op niets uitgelopen. Uiteindelijk mailt hij ds. A. Kort, die hij typeert als „misschien wel de meest extreme dominee van dit land”. Kort is de allerlaatste in de Biblebelt van wie Falke verwacht dat hij hem binnen zal laten. Maar hij is welkom.
Als de schrijver op een zondagmorgen in de oud gereformeerde gemeente in Nederland van Krimpen aan den IJssel zit, stelt hij vast: „Voor het eerst geloof ik een predikant echt in zíjn geloof en bekering.” Nadat Falke de volgende morgen bij ds. Kort thuis is geweest, keert hij huilend terug naar Amsterdam.
„Het zware, diepe, en ook die moeilijkere weg bevalt me erg aan gereformeerden”, schrijft Falke. „Tot de evangelische stromingen voel ik me absoluut niet aangetrokken, omdat ze zo onomwonden blij zijn. De zware kerken en mensen komen oprechter over. Ze lijken eerlijker in hun zoektocht, in hun menselijke onwetendheid. Terwijl de evangelische mensen zo blij met zichzelf lijken. Alsof ze zonder twijfel goede mensen zijn. Ik gun het ze zonder meer, maar zekerheid wekt mijn argwaan.”
Wat spreekt u zo aan in ds. Kort?
„Kort is heel eerlijk. Hij gaat zijn eigen zondigheid absoluut niet uit de weg. Ik ben geen haar beter dan jou, zei hij tegen mij. Dat heb ik niet bij elke dominee gezien. In andere preken werd de Bijbel uitgelegd en vertaald naar nu. Terwijl mij die poëzie en het onbegrijpelijke meer bevalt. Het hoeft niet allemaal duidelijk te zijn.”
Je zou juist verwachten dat een heldere preek voor een buitenstaander aantrekkelijker is.
„Ik houd wel van dat radicale. Dat is ook wel makkelijk gezegd, want ik zou nooit een oud gereformeerde worden. Maar het moet voor mij niet te licht zijn. Dat bevalt mij erg aan het gereformeerde wereldbeeld: het gaat de zwarte kanten niet uit de weg, verzacht ze niet. Ds. Kort schreeuwt het gewoon de kerk in; er is geen ontkomen aan. Die ernst hoef je van mij niet uit de weg te gaan.”
Omdat het de realiteit is?
„Vind ik wel. Jullie noemen dat zondeval, of gevallen schepping. Je zou het heel werelds kunnen vergelijken met punkmuziek. Ook die gaat terug tot de essentie en maakt het niet mooier dan het is of fijner in het gehoor liggend.”
Wat maakt ds. Kort voor u zo geloofwaardig?
„Hij werd radicaal bekeerd: letterlijk op de grond geworpen – onomkeerbaar. Kort had geen keuze. Hij kon geen kopje meer vasthouden, niet meer eten, alleen maar Bijbellezen. Dat is wel echt, hè. En dan snap ik ook dat je zo heftig preekt.”
Als ongelovige zou je zo’n bekering ook kunnen kwalificeren als een psychose of godsdienstwaanzin.
„Zou kunnen. Mij bevalt het wel dat gelovigen kunnen leven met het idee dat niet alles te verklaren valt. Meten is weten – dat werkt vernauwend. Religie begint waar de wetenschap stopt. Of er wel of geen God is, daar is volgens mij geen sluitend antwoord op te geven. Dat haat ik aan het atheïsme: prekerigheid die nergens op gebaseerd is. In de Biblebelt ervoer ik die bekeringsdrang niet. Hoewel mensen geloven dat ik naar de hel ga, werd ik open ontvangen.”
Ds. Kort zei die bewuste zondagochtend: „Je moet Jezus hebben.” En: „Je zult in de hel belanden, als je niet bekeerd wordt.” Zo’n boodschap is niet vrijblijvend.
Peinzend: „Nee, nee... Misschien heb ik dit niet op mezelf betrokken. Ds. Kort hoeft mij er niet van te overtuigen dat ik een zondaar ben, dat weet ik zelf ook wel. Dit is trouwens de essentie van elke preek die ik hoorde. Het is niet zo dat ik over die boodschap voor mezelf ga nadenken. Ik zie mezelf als agnost, ben er nog niet helemaal over uit hoe het zit. Zijn woorden zijn eigenlijk niet vrijblijvend, inderdaad, dus het is wat paradoxaal. Maar vergeet niet dat dit heel ver van mij af staat. Dan moet ik nogal wat. Ik zie mezelf dat punt nooit bereiken.”
Waarom eigenlijk niet?
„Misschien is dat hetzelfde als wanneer ik voor gelovigen die vraag zou omdraaien: waarom ga je niet zonder God leven? Ik heb geen sluitend antwoord. De twijfelmodus vind ik veel bevredigender dan de zekerheid van mensen om me heen die de deur naar andere opties allang hebben dichtgedaan. Ik denk dat ik dit boek niet had kunnen maken als overtuigd atheïst.”
Wat is er zo aantrekkelijk aan twijfel?
„Het is bijna altijd verstandig om je daar als mens op te beroepen. Oud gereformeerden leven soms tot hun dood in twijfel of de genade hun wel gegund is. Niet fijn, maar ik snap het heel goed. Eigenlijk zitten zij in eenzelfde positie als ik. Van een onzekerheid die niet in je eigen handen ligt.”
![](https://images.rd.nl/fill/w:2500/h:2500/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F232510_5f1d80297b.jpeg)
Terug uit Krimpen aan den IJssel schrijft u: „Ik heb me nog nooit zo thuis en tegelijk verloren gevoeld in de wereld.” Vanwaar dat gevoel?
„Het was het einde van mijn zoektocht en ik was opgelucht dat het toch was gelukt een oud gereformeerde dominee te spreken. Het trof me dat je je thuis kunt voelen bij iemand van wie je totaal verschilt. Ik had ook weerzin om weer terug te gaan naar de wereld. Dit onderzoek vergrootte mijn wereld en ik keek er niet naar uit dat die weer kleiner werd. In de dagen die volgden kon ik geen Bijbeltekst onberoerd lezen. Dat ebde wel weer weg, hoor.”
Aan het eind van het boek neemt u zich voor om snel weer eens in een kerkbank plaats te nemen. Hebt u dat al gedaan?
„Nee, maar het geeft een superfijn gevoel dat ik…” –hij knipoogt– „D.V., aanstaande zondag, naar Krimpen aan den IJssel zou kúnnen gaan, of naar wat voor kerk dan ook. Dat ga ik zeker weer doen. Op de achterste bank, dat wel. Dan kun je altijd nog ongezien weg.”
__
Falke is donderdagavond om 20.00 uur te gast in een uitzending van Terdege LIVE. Volgen kan via terdege.nl/live