Medicijntekort raakt miljoenen Nederlanders: „Overheid moet in actie komen”
De overheid en zorgverzekeraars moeten „meters maken” om het aantal medicijntekorten terug te dringen. Die oproep doet Aris Prins, voorzitter van apothekersorganisatie KNMP.
Ruim 4,5 miljoen mensen werden het afgelopen jaar geraakt door een medicijntekort, becijferde de KNMP donderdag in een impactanalyse. Het aantal tekorten was wel lager dan in piekjaar 2023. „Maar het ligt nog steeds op een onacceptabel hoog niveau”, zegt Prins. „De impact is enorm.”
Het aantal tekorten liep de achterliggende twee decennia snel op. In 2004 ging het nog om 91 medicijnen. Sinds 2019 is een tekort aan 1500 verschillende medicijnen per jaar eerder regel dan uitzondering.
Van de medicijnen waaraan in 2024 een tekort was, staan 15 op de rode lijst. Dit betekent dat ze eigenlijk niet mogen worden ingewisseld voor een ander middel. Er waren 31 middelen minstens een jaar lang niet beschikbaar. De gemiddelde duur van een tekort is 104 dagen. Formeel is sprake van een tekort als een medicijn minstens twee weken achtereen in het hele land niet te verkrijgen is.
Het KNMP-rapport noemt een aantal „impactvolle tekorten”. Zoals salbutamol aerosol, dat door 555.000 mensen met astma of COPD wordt gebruikt. Of prednison, een ontstekingsremmer met 400.000 gebruikers. Ook waren vorig jaar antibioticatabletten en -drankjes tijdelijk niet op voorraad. Zo’n 1,7 miljoen mensen hebben antibiotica nodig.
Gezondheidsschade
Of de tekorten tot gezondheidsschade hebben geleid, durft Prins niet te zeggen. „Dat is lastig hard te maken.” Wel weet hij dat apothekers hun handen vol hebben aan het zoeken naar alternatieven en het beantwoorden van vragen van cliënten. Daar is een apotheek gemiddeld 1 fte aan kwijt. Omgerekend komt dat landelijk neer op een kostenpost van 220 miljoen euro per jaar.
Mensen raken soms in de war als ze een alternatief middel krijgen, merkt de apotheker. „Stel iemand heeft 50 milligram per dag nodig. Dan is het voor ons als apothekers eenvoudig om tabletten van 100 milligram per stuk te geven, met het voorschrift een halve tablet per dag te slikken. Soms nemen mensen dan toch een hele tablet in, omdat ze dat gewend zijn, en bellen ze in paniek naar de apotheek.”
De KNMP-voorzitter roept de overheid op „meters te maken. Breid de voorraad medicijnen in Nederland uit. Met name voor de vijftien geneesmiddelen die op de rode lijst staan is dat van belang. En kijk hoe we de markt aantrekkelijker kunnen maken voor farmaceuten, zodat we meer uitwijkmogelijkheden hebben. De prijzen van bijna alle producten gaan omhoog, behalve die van geneesmiddelen.” De relatief lage prijzen die farmaceuten in Nederland krijgen, zorgen ervoor dat ze hun producten liever aan andere landen verkopen, de Verenigde Staten bijvoorbeeld.
Onbegrijpelijk
En pas het preferentiebeleid aan, adviseert Prins. Op dit moment is het zo dat verzekeraars één bepaald merk vergoeden. Vaak is dat merk het goedkoopst, hoewel niet altijd. Als het preferente middel niet meer verkrijgbaar is en apothekers een alternatief vinden, vallen de kosten onder het eigen risico. „Als mensen dan na drie maanden de rekening krijgen, worden ze boos”, merkt de apotheker. Zijn pleidooi: vergoed alternatieve middelen ook als een medicijn niet meer beschikbaar is.
Apothekers lopen er momenteel tegenaan dat sommige medicijnen die verzekeraars per 1 januari als preferent hebben aangewezen, niet beschikbaar zijn. „Dat is een doorn in ons oog”, zegt Prins. Hij vindt het onbegrijpelijk dat verzekeraars soms middelen verkiezen waaraan een tekort is.