Versiering
”Gij zult u geen gesneden beelden maken”. Dit gebod geldt ook voor moslims: geen afbeeldingen van goden, mensen of dieren in de moskee. Om de gelovigen toch aan hun god en zijn profeet te herinneren, zijn de namen van Allah en Mohammed vaak op de muren van de moskee geschreven, in kunstig Arabisch schoonschrift.
De handwerklieden in het oude Turkije waren meesters in het beschilderen van tegels. De moskee werd er rijk mee versierd. Geometrische patronen en bloemen waren populair onder de tegelmakers. Ze schilderden met prachtige heldere kleuren, die verdiept werden met een extra glazuurlaag. Vervolgens werden de tegels in kunstige patronen op de muren en vloeren bevestigd, zodat er een sierlijk moziëk ontstond.
Op de vloeren van de moskee wordt vaak traditioneel Arabisch tapijt gelegd. De gelovigen wijden daarmee de grond waarop ze bidden. Om de moskee letterlijk en figuurlijk schoon te houden, doen moslims hun schoenen uit, voordat ze naar binnen gaan.
Vaak zijn patronen op de tapijten in ‘bidkleedstijl’ geweven; in het patroon zit een punt die naar de mihrab wijst. Alle tapijten in de moskee wijzen dus dezelfde kant op.