Moslims beschouwen de koran als het woord van Allah. Ze geloven dat Allah zijn boodschappen door Gabriël openbaarde aan Mohammed, die ze weer verkondigde aan zijn volgelingen. Na verloop van tijd werden de boodschappen opgeschreven.

Na de dood van Mohammed, stelden islamitische geleerden vast welke geschriften wel en welke niet bij de koran hoorden. Omdat er verschillende versies bestonden, werd in 651 besloten de documenten van Mohammeds stam als de officiële koran te beschouwen.

Wetenschappers zijn nieuwsgierig naar de geschiedenis van de koran. Ze willen kritisch onderzoeken hoe het islamitische heilige boek tot stand kwam. Daarvoor hebben ze de oorspronkelijke geschriften nodig. De streng-islamitische geestelijken in het Midden-Oosten zijn echter bang dat kritisch onderzoek het gezag van de koran in gevaar brengt. Daarom krijgen wetenschappers de oude documenten niet in handen.

Voor de meeste moslims is de koran een heilig, onfeilbaar boek. Dat baseren ze bijvoorbeeld op deze tekst, uit het tweede hoofdstuk: ”Dit is een volmaakt Boek, daaraan is geen twijfel, een richtsnoer voor de godvrezenden.”

Net als de Bijbel is de koran ingedeeld in hoofdstukken en verzen. Een koranhoofdstuk wordt een soera genoemd; een vers heet een aya. In totaal bevat de koran 114 soera’s.

Klik hier om de koran te lezen.

Geeft het boek wel of geen toestemming voor het slaan van vrouwen? Moslims discussiëren veel over de uitleg van de koran. Er is een uitgebreide traditie van uitleg door korangeleerden. Deze commentaren worden de hadith genoemd.

Soera 4:34 De mannen zijn de toezichthouders over de vrouwen omdat Allah de één boven de andere bevoorrecht heeft en omdat zij van hun eigendommen uitgeven (aan de vrouwen). En de oprechte vrouwen zijn de gehoorzame vrouwen en zij waken (over zichzelf en de eigendommen) in de afwezigheid (van haar man), zoals Allah ook waakt. En wat betreft hun echtgenotes waarvan jullie ongehoorzaamheid vrezen: vermaant hen, (als dat niet helpt) negeert hen (in bed) en (als dat niet helpt) slaat hen (licht). Indien zij jullie dan gehoorzamen: zoek dan geen voorwendsel (om hen lastig te vallen). Voorwaar, Allah is Verheven, Groots.

Sommige personen uit de Bijbel komen ook in de koran voor. Soera 14:136 luidt: Zegt: ”Wij geloven in Allah en in hetgeen ons is geopenbaard en in hetgeen tot Abraham, Ismaël, Izaäk, Jacob en de stammen werd nedergezonden en in hetgeen aan Mozes en Jezus werd gegeven en in hetgeen aan alle andere profeten werd gegeven door hun Heer. Wij maken geen onderscheid tussen hen en aan Hem onderwerpen wij ons.”

Uit dit vers blijkt dat moslims Abraham en Jezus beschouwen als grote profeten. Moslims zien Jezus echter niet als verlosser.