Werkgevers in de techniek, de ICT, de zorg en het onderwijs zullen de komende zes jaar veel moeite moeten doen om goed personeel te vinden.
Dat blijkt uit het maandag gepubliceerde rapport ”De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2022” van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van Maastricht University.
Het ROA stelt dat tot 2022 het aantal werkenden in Nederland met ongeveer 520.000 zal groeien: een werkgelegenheidsgroei van gemiddeld 1 procent per jaar.
Hbo’ers en wo’ers hebben tot 2022 de beste arbeidsmarktperspectieven: zij komen het snelst aan een baan.
Voor afgestudeerden met een opleiding in de techniek of zorg zijn de arbeidsmarktperspectieven (zeer) goed op alle niveaus, van mbo tot wo.
De grootste werkgelegenheidsgroei wordt verwacht voor de zorg, groothandel, specialistische zakelijke dienstverlening, en de bouwnijverheid. De economische groei, vooral in de bouw, voedt de vraag naar technisch geschoold personeel.
Ook het vinden van leerkrachten in het basisonderwijs, waarvoor de behoefte aan vervanging van vertrekkend personeel groot is, wordt moeilijk.
De onderzoeksresultaten van het ROA onderstrepen dat het voor jongeren „cruciaal” is om bij hun studiekeuze „niet alleen hun hart te volgen”, aldus Chris Baggerman, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij vakorganisatie RMU, vanmorgen. „Ze moeten ook nadrukkelijk kijken naar hun arbeidsmarktkansen: wat zijn mijn carrièreperspectieven?”
De grootste uitdaging de komende jaren is of de beroepskeuze van jongeren aansluit bij de vraag in de verschillende sectoren, zei Baggerman verder.