De Polen willen iets met de Wisla, maar weten niet hoe. Een Nederlands consortium, onder leiding van een bevlogen architect, gaat de levendigheid op het water terugbrengen.
Het uitzicht op de rivier laat je even de adem inhouden. Plock, een stadje met zo’n 120.000 inwoners op 100 kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Warschau, is schitterend gelegen op een heuvel. Het bakstenen kasteel met de romaanse basiliek ernaast verraadt een historie van eeuwen.
Maar nu valt vooral de leegte op. Want hoewel de Wisla hier zo breed is als de Waal is er geen schip van enige omvang te bekennen. „Die paar plezierjachtjes zijn de enige vaartuigen in 25 kilometer omtrek”, wijst de Nederlandse stedenbouwkundige Huub Droogh naar de kleine jachthaven.
Droogh, verbonden aan architectenbureau Rothuizen in Middelburg, werkt sinds ruim tien jaar in Polen en heeft in Plock net een conferentie achter de rug die onderdeel is van het Jaar van de Wisla.
Dit jaar vestigen de Polen de aandacht op hun grootste rivier, die loopt vanuit het zuidelijk gelegen Tatragebergte, via Krakau, Warschau en Plock naar de havenstad Gdansk. Daar mondt ze uit in de Baltische Zee. De hamvraag: moet de rivier weer bevaarbaar worden, en zo ja, hoe krijgen we dat voor elkaar?
Een project dat op de conferentie besproken werd, is het park Vistula River, een verzameling plannen van Droogh die de rivier nabij Plock opnieuw tot leven moeten wekken. De architect werkt voor een Nederlands consortium van bedrijven, waaronder ingenieursbureau Arcadis en waterkennisinstituut Deltaris, dat wordt gesteund door het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. De Nederlandse regering wil namelijk meer de boer op met het thema water – immers het nationale exportproduct. Ook de Europese Bank voor Revitalisatie en Ontwikkeling heeft interesse getoond voor het project in Polen.
Ruimte
Volgens Droogh moet er, naar Nederlands voorbeeld, meer „ruimte voor de rivier” komen bij Plock: een extra rivierarm om de periodieke overstromingen in de omgeving te voorkomen, waardoor ook mogelijkheden voor woningbouw door ontstaan. Ook bedacht Droogh een ”wildlife eiland”, een uitbreiding van de noodlijdende dierentuin naar een eiland in de rivier, waar je met een pontje heen kunt varen. „We stimuleren elke beweging op de rivier. Om te beginnen laten we zien wat je allemaal met de rivier kunt doen.”
Speerpunt in de plannen is de scheepswerf bij Plock. Die moet worden uitgebreid met een technische school, om „handen en hoofd te combineren.”
„Nederlanders hebben veel ervaring met de rivier”, zegt Kristina Zych, de directeur van de scheepswerf, die gelegen is aan de overkant van de rivier. „Ze hebben kant-en-klare projecten liggen, zodat wij niet alles zelf hoeven uit te vinden.”
Zych droomt van een binnenvaartopleiding op haar werf want nu gaan studenten daarvoor naar het buitenland. Daar gaan ze vervolgens ook aan het werk.
In de loods van de werf zijn mannen met hesjes aan en oranje helmen op aan het boren, hameren en lassen aan een reusachtige roestbruine bak van metaal, het woongedeelte van een binnenvaarttanker-in-wording. Op het terrein worden scheepscasco’s van meer dan 100 meter lengte gemaakt. Die moeten vervolgens via het water naar Nederland worden vervoerd, om in Werkendam te worden afgebouwd door Veka. Dit scheepsbouwbedrijf is grootaandeelhouder van de Poolse werf.
Ondiep
Dat transport naar Nederland is meteen een probleem. De rivier is te ondiep voor de tankers. Als de casco’s klaar zijn, kunnen ze alleen bij hoogwater naar de dichtstbijzijnde dam worden gesleept. Als die gepasseerd is, wordt het water een tijd geblokkeerd, waardoor een golf ontstaat waarop de schepen naar de havenstad Gdansk kunnen drijven. „Vorig jaar hebben we met een van onze schepen wegens watergebrek zeven weken moeten wachten”, aldus Zych. „Die vertraging kost handenvol geld.”
Zij is dan ook voorstander van verdiepen van de rivier, een van de discussies tijdens het Jaar van de Wisla. „We verwoesten onze nieuwe autowegen met een teveel aan vrachtverkeer”, vindt Zych.
Haar frustratie is te begrijpen. De vroegere communistische autoriteiten gaven prioriteit aan de industrie langs de rivier. De scheepswerf in Plock was een van de grootste binnenwerven van Europa, waar duizend mensen werkten. Dat zijn er nu nog slechts honderd. De afgelopen kwarteeuw slibde de rivier dicht bij gebrek aan onderhoud. Natuurorganisaties ontfermden zich gretig over het water en houden alles wat met economisch gebruik van het water te maken heeft tegen. „Vroeger werden kolen, hout en landbouwproducten per schip naar Warschau vervoerd. Nu is er geen enkele bootverbinding met onze hoofdstad”, zegt Zych.
Architect Huub Droogh is „een beetje sceptisch” over het bevaarbaar maken van de rivier. Dat zou een monsterproject zijn, legt hij uit. „Je moet niet alleen dammen en sluizen aanleggen, maar ook spoorverbindingen, containerterminals en overslagcentra maken.”
De Nederlander wil de rivier eerst aantrekkelijk maken voor economische ontwikkeling, onder meer door studenten te trekken. Hij wijst op de graansilo’s aan de werf, grote bakstenen gebouwen. „In Rotterdam is een technische school gevestigd op een voormalige scheepswerf. Dat kan hier ook. Het moet hip worden om in Plock te studeren en daarna hier je carrière te starten.”
Vorig jaar haalde Droogh, in samenwerking met de Nederlandse ambassade, een groep Poolse belanghebbenden van het Vistula River Park naar Nederland. Vertegenwoordigers van overheden, bedrijven en ondernemers bezochten de nieuwe invulling van delen van de Hollandse Waterlinie en de rivierboulevard van Zutphen.
Het poldermodel gooit hoge ogen in Polen, was de conclusie. „In Nederland kunnen burgers, overheden en het bedrijfsleven moeiteloos met elkaar in gesprek”, aldus Robert Jankovski, voorzitter van het Jaar van de Wisla, waarderend. „In Polen is samenwerken een groot probleem.”
Eigen kracht
„In Polen zijn ze jaloers op dat soort samenwerkingsmodellen”, beaamt Droogh. Hij ziet dan ook kansen voor Nederlanders. „In 2020 drogen de Europese subsidies voor Polen op en moet het land zijn ontwikkeling op eigen kracht aanpakken. Dan komt het aan op samenwerking tussen overheden en bedrijven komen. Dus moet Nederland nu meedoen.”
Wanneer de verschillende plannen van het Vistula River Park precies gerealiseerd zullen zijn, kan Droogh nog niet zeggen. Wel paste de provincie Mazovië, waar Plock ligt, inmiddels de bestemmingsplannen aan. Om de uitvoering mogelijk te maken –en vooral om de samenwerking te stimuleren– wordt in samenwerking met Nederlandse ministeries een ontwikkelmaatschappij opgericht. Droogh schat in die in 2018 aan de slag kan.