Immigratiebeleid als politiek strijdpunt bij uitstek
Vermoeid na de lange zeetocht bereiken Stephen en Elizabeth Hopkins eind 1620 de kust van de huidige staat Massachusetts. Zij zijn passagiers van de Mayflower, die in september is weggevaren vanuit Engeland met als doel in Amerika een kolonie te stichten.
Deze groep kolonisten zal later bekend worden als de Pilgrim Fathers. Geholpen door de lokale indianen, de Wampanoags, kunnen zij de strenge winter overleven en verschillende nieuwe gewassen telen. Na de eerste oogst vieren de Pilgrims en de Wampanoags samen drie dagen lang een feest dat nog altijd als bekendstaat als Thanksgiving.
In de honderden jaren daarna maken steeds meer Europeanen de oversteek naar Amerika. Zij zijn op zoek naar een betere toekomst en hopen die in de Nieuwe Wereld te vinden. Onder hen duizenden Nederlanders, die zich eerst vestigen rond de huidige stad New York en in de 19e eeuw in plaatsen zoals Grand Rapids, Holland (beide in Michigan) en Orange City (Iowa). Gaandeweg breiden de Europese nieuwkomers hun grondgebied verder uit. Ze drijven de oorspronkelijke bewoners steeds een stukje verder terug, totdat die geheel overwonnen zijn en bij gratie nog in reservaten mogen wonen.
Het is inmiddels 2020. Vermoeid na de lange tocht bereiken Carlos en Jasmin Garcia met hun twee jonge kinderen de grenspost van Laredo in Texas. Het laatste stuk van de reis van 2500 kilometer vanuit hun thuisland Honduras hebben ze deels lopend, deels liftend afgelegd om hun spaargeld niet op te maken. Ze zijn op zoek naar een betere toekomst en hopen die in Amerika te vinden, net als duizenden landgenoten voor hen. Maar aan de grens wacht hun een grote tegenvaller. Ze zijn niet welkom in het land waar grote dromen realiteit kunnen worden. De reis is voor niets geweest.
Chinezen
Natuurlijk is deze vergelijking eenzijdig en makkelijk. Zo wordt niet iedere immigrant tegengehouden aan de Amerikaanse grens. Bovendien was ook in het verleden het immigratiebeleid van de Verenigde Staten op punten zeer strikt. Chinezen bijvoorbeeld waren tussen 1882 en 1943 niet welkom omdat de Amerikanen boos waren dat geïmmigreerde Chinezen voor lagere lonen wilden werken en zo de salarissen laag hielden. Later golden er restricties voor onder meer Joden en Oost-Europeanen. Daarnaast is Amerika niet het enige land met immigratierestricties. Die zijn er immers wereldwijd, zo ook in Nederland. Sowieso is het verhuizen van het ene land naar het andere in de loop der eeuwen fundamenteel veranderd.
Toch roept de vergelijking tussen 1620 en 2020 vragen op. Wat is er in de afgelopen 400 jaar gebeurd? Hoe komt het dat immigratie in Amerika een van de belangrijkste politieke strijdpunten is geworden? En wat zijn de opvattingen van Donald Trump en Joe Biden over het immigratiebeleid voor de komende jaren?
In de Verenigde Staten wonen vrijwel uitsluitend (nazaten van) immigranten. Slechts een kleine 3 procent van de huidige bevolking stamt af van de oorspronkelijke bewoners van het land. Tussen 1600 en 1776 maken zo’n 900.000 Europeanen de oversteek. Daarnaast worden er in die tijd zo’n 300.000 Afrikanen als slaaf naar de VS getransporteerd. Ook in de jaren na de onafhankelijkheidsverklaring van 1776 komen er steeds kleine groepen immigranten vanuit Europa naar Amerika. Maar de stroom komt rond 1830 pas echt op gang. Tussen 1836 en 1914 emigreren meer dan 30 miljoen Europeanen naar de VS.
Daarnaast neemt het aantal Aziaten toe. Dat wordt echter sterk aan banden gelegd. Niet alleen de Chinezen wordt in 1882 de toegang ontzegd, in 1917 breidt de Amerikaanse overheid dit verbod voor tientallen jaren uit naar een groot aantal Aziatische landen. Ook homoseksuelen, verstandelijk gehandicapten en mensen met een anarchistisch wereldbeeld zijn niet meer welkom.
Quotawet
Ondanks deze drastische ingrepen blijven grote groepen immigranten zich melden, vooral mensen die afkomstig zijn uit arme landen en volgens veel Amerikanen hun economie eerder geld kosten dan opleveren. Daarom legt de Amerikaanse regering immigratie in 1921 definitief aan banden. In de zogeheten Noodtoestand Quotawet wordt bepaald dat uit een land jaarlijks 3 procent van het aantal reeds uit dat land afkomstige burgers mag worden toegelaten. Voor iedere honderd Nederlanders die in Amerika wonen, zijn er dus drie nieuwe welkom. Het jaar daarop neemt het aantal immigranten met meer dan de helft af. Dit is het beleid tot 1965, als de Immigratie- en Nationaliteitswet wordt aangenomen. Deze wet zorgt ervoor dat Europeanen minder bevoordeeld worden en er voornamelijk gekeken wordt naar de kennis en de vaardigheden van immigranten. Dit is nog steeds de hoeksteen van het Amerikaanse immigratiebeleid.
Hoewel immigratie al meer dan een eeuw een belangrijk Amerikaans politiek thema is, werden de twee genoemde wetten door zowel de meeste Republikeinen als Democraten gesteund. Beide partijen bepleiten ook al decennia het afremmen van immigratie en treden hard op tegen illegale immigranten. In de vijftien jaar na de Tweede Wereldoorlog worden miljoenen Mexicanen opgepakt en gedeporteerd naar hun thuisland – aanvankelijk op verzoek van de Mexicaanse regering. Al te zorgvuldig gaan de opsporingsambtenaren niet te werk, want veel legale Mexicanen in Amerika worden eveneens gedeporteerd. En onder president Obama en zijn vicepresident Joe Biden worden er ruim 3 miljoen illegale immigranten opgepakt en naar hun thuisland gestuurd. Dat president Trump een restrictief beleid voert is dus niet uniek in de Amerikaanse geschiedenis.
Staatsburgerschap
Op veel punten zijn er historisch gezien raakvlakken tussen de Republikeinen en de Democraten qua voorgesteld immigratiebeleid. Pas sinds het begin van deze eeuw lopen de opvattingen steeds meer uit elkaar. De Republikeinen pleiten voor zwaardere maatregelen om immigratie te ontmoedigen en zijn meestal fel tegen het verlenen van staatsburgerschap aan illegale immigranten. Daarmee wijkt de partij af van de lijn van Ronald Reagan. De onder conservatieven populaire president scherpte in 1986 de immigratieregels aan, maar verleende tegelijk amnestie aan zo’n 3 miljoen illegale immigranten in de Verenigde Staten.
De striktere immigratiekoers zorgt ervoor dat de Republikeinen steeds meer steun verliezen bij minderheden zoals Spaanstalige en Aziatische kiezers. Na de verkiezingsnederlaag van Mitt Romney in 2012 schrijft de partij in een rapport dat er meer gedaan moet worden om etnische minderheden aan zich te binden. „Als Spaanstalige Amerikanen het idee hebben dat een Republikeinse kandidaat hen niet in de Verenigde Staten wil hebben, zullen ze niet meer luisteren naar de volgende zin”, aldus de auteurs.
Desondanks is Donald Trump duidelijk bij zijn kandidaatstelling in 2015: een van de grootste problemen in het land is de toestroom van Mexicanen. „Ze brengen drugs met zich mee. Ze zorgen voor criminaliteit. Het zijn verkrachters. En sommigen, neem ik aan, zijn goede mensen.” Hiermee speelt Trump in op een belangrijk gevoel van zijn aanhang: de Verenigde Staten worden overspoeld door buitenlanders waardoor het land en de cultuur veranderen. Bovendien pikken deze mensen banen in en kosten ze de belastingbetaler alleen maar geld. „Dit dient het Amerikaanse volk niet”, zegt Trump bij een toespraak in 2016.
Trumps belangrijkste verkiezingsbelofte is het bouwen van een muur aan de grens met Mexico om de ‘vloedgolf’ aan immigranten te stoppen. Tot op heden is het in 2016 reeds bestaande hek op de grens tussen de landen maar met enkele tientallen kilometers uitgebreid en heeft Trump dus weinig waargemaakt van deze belofte. Biden heeft al aangekondigd de bouw van de muur te stoppen. Dit is blijkbaar bij hem een zaak van voortschrijdend inzicht, want als senator stemt de Democraat in 2006 nog in met de bouw van zo’n 1000 kilometer hekwerk langs de 3000 kilometer lange grens met Mexico.
Inreisverbod
Tegelijk treedt Trumps regering steviger op dan ooit tegen nieuwkomers, aangevoerd door zijn adviseur en anti-immigratiehardliner Stephen Miller. Allereerst heeft de president legale immigratie verder aan banden gelegd. Dat begon al kort na zijn aantreden, toen Trump een inreisverbod instelde voor mensen uit zeven moslimlanden. Minderbedeelde immigranten zijn onder de Republikein niet meer welkom: hij heeft een reeds bestaande regel aangescherpt waardoor alleen immigranten definitief welkom zijn als ze niet te veel gebruik hoeven te maken van het vangnet van sociale zekerheid. Ook zijn kantoren van de immigratiedienst in het buitenland gesloten, zodat het minder makkelijk is om je aan te melden voor emigratie naar de Verenigde Staten. Verder heeft de Republikeinse president het aantal asielzoekers dat welkom is, teruggebracht van 110.000 naar 18.000 per jaar en het immigratieproces stroperiger en moeilijker gemaakt.
Deze ingrepen landen goed bij Trumps achterban en roepen afschuw op bij de Democraten. Joe Biden heeft al aangekondigd vrijwel het volledige immigratiebeleid van de zittende president terug te draaien. De weerstand bij Democraten tegen Trumps keuzes zit echter op andere punten nog dieper. De meeste woede is gericht op de scheiding van ouders en kinderen bij illegale immigranten in 2017 en 2018, als ontmoediging om naar de Verenigde Staten te komen. Deze maatregel werd in 2018 vanwege de vele kritiek teruggedraaid. Maar doordat er geen goed systeem was ontwikkeld om ouders en kinderen weer te verenigen, zijn nog altijd honderden kinderen op zoek naar hun vader en/of moeder.
Biden en Trump verschillen ook sterk van mening over de toekomst van reeds aanwezige illegale immigranten. Hoewel de Republikein herhaaldelijk heeft aangekondigd met een plan te komen om bepaalde immigranten een route naar burgerschap te bieden, is dit nooit concreet geworden. Zijn doel is voornamelijk illegale immigranten naar hun land van herkomst terug te sturen.
Biden wil daarentegen de bijna 11 miljoen illegale immigranten een route naar burgerschap bieden. Zijn vroegere baas, president Obama, heeft dit nooit voor elkaar gekregen en het is ook geen uitgemaakte zaak dat Biden dit wel kan realiseren als hij gekozen wordt. De miljarden die de Democraat hiermee zou besparen aan het gevangennemen van immigranten wil hij investeren in een plan om Latijns-Amerikaanse landen te helpen armoede en geweld terug te dringen. Hiermee hoopt Biden de stroom met immigranten fors in te perken.
Veel aandacht gaat er uit naar het zogeheten DACA-programma, dat immigranten die als kind naar de VS kwamen, beschermt tegen uitzetting. President Obama voerde deze maatregel in 2012 in. De daaropvolgende jaren kregen zo’n 700.000 mensen bescherming dankzij DACA. Ze mochten een opleiding volgen en konden een werkvergunning krijgen, maar werden geen Amerikaans staatsburgers. Nadat president Trump in 2017 onder druk van gouverneurs uit zijn achterban het programma stopzette, rees er fel verzet tegen dit besluit. Het werd aangevochten tot aan het hooggerechtshof, dat in juni van dit jaar oordeelde dat het stopzetten van DACA niet terecht was. Nu probeert de regering-Trump het immigranten zo moeilijk mogelijk te maken om zich aan te melden voor het programma. Joe Biden is van plan DACA zo snel mogelijk te herstellen en deze mensen –net als andere illegale immigranten– de mogelijkheid te bieden om staatsburger te worden.
Door immigratie verandert de bevolkingssamenstelling. Naar verwachting zal in 2050 de meerderheid van de Amerikanen bestaan uit minderheidsgroepen zoals Afro-Amerikanen, Spaanstaligen en Aziaten. Deze groepen stemmen massaal Democratisch, mede vanwege het soepeler immigratiebeleid van de partij. De Republikeinen zullen daardoor op termijn gedwongen worden hun standpunten aan te passen, zoals beschreven wordt in het rapport uit 2012. Tegelijk is helder dat dit onder Donald Trump niet zal gebeuren. Amerikanen die een stevige aanpak van illegale immigratie wensen, kunnen zonder vrees hun stem aan de zittende president geven. Wie verandering en versoepeling voorstaat, zal voor Joe Biden kiezen.
serie
Verkiezingen VS
In de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 3 november wordt er wekelijks een specifiek thema belicht. Deel 5: immigratie.