De Week van het Nederlands wil „een boost” geven aan het gebruik van de Nederlandse taal. „Eh, dat is een slecht Nederlands woord natuurlijk”, zo verontschuldigt woordvoerder Jan Willem Bloemen van de Nederlandse TaalUnie zich.
Zaterdag begint de tweede Week van het Nederlands. De TaalUnie, die het Nederlands in zowel ons land als bij de Vlaamse zuiderburen wil stimuleren, zet met zo’n 120 activiteiten het gebruik van deze taal centraal.
Waarom organiseert u deze week?
„Vorig jaar zouden we drie activiteiten hebben: de tienjaarlijkse presentatie van het nieuwe Groene Boekje, een belangrijk taalcongres en de driejaarlijkse uitreiking van de Prijs der Nederlandse Letteren. We dachten: waarom doen we dat niet in één week? Die sloeg met negentig plaatselijke activiteiten goed aan.”
Wat gaat u dit jaar doen?
„Dit jaar doen er zo’n vijftig bedrijven mee. Zij publiceren pamfletten over het Nederlands op hun intranet of prikborden. Daarop staan grappige verschrijvingen, puzzels, quizjes, een gedicht, schrijftips en ezelbruggetjes.
We concurreren dit jaar met de Week van het Water, de Week van de Scheidsrechter en de Kinderboekenweek, al willen we graag met organisator van die laatste week, de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, samenwerken.
Al zo’n 20.000 internetters hebben onze Facebookpagina bezocht. Daarop wordt in filmpjes de oorsprong van een aantal woorden uitgelegd. Zo ontstond ”ladderzat” in de 19e eeuw doordat stomdronken studenten in Leiden op een ladder werden gebonden en naar huis werden gebracht.
Hoofdactiviteit dit jaar is de verkiezing van de beste Nederlandstalige muzieknummers. Die worden voor het eerst in de geschiedenis tijdens een gezamenlijk programma van de Nederlandse en de Vlaamse radio gedraaid.”
Waarom is deze week nodig?
„Om de rol van de Nederlandse taal centraal te stellen. Onze taal doet ertoe. Het is van belang dat inwoners van ons land zich goed in het Nederlands kunnen uitdrukken en daarmee communiceren.
Neem allochtonen. Voor hen is goed Nederlands spreken de eerste eis om op de arbeidsmarkt aan de slag te gaan.”
Zijn de belabberde taal en interpunctie van jongeren op sociale media geen gevaar voor het Nederlands?
„Dat valt wel mee. Uit onderzoek blijkt dat jongeren op Facebook en Instagram het Nederlands zeer creatief gebruiken. Bij het schrijven van een brief trekken ze een ander register open.”
Wordt het Nederlands als kleine taal bedreigd door het Engels?
„Om te beginnen is het Nederlands met 24 miljoen mensen die deze taal spreken geen kleine, maar een middelgrote taal.
Het Nederlands staat wereldwijd op de veertigste plaats. Nederlands is een taal die ertoe doet, zeker in het Europa. Actueel is de discussie over het geven van colleges in het Engels in het hoger onderwijs. Onderzoek toont aan dat veel studenten colleges beter kunnen volgen en analyseren als die in het Nederlands worden gegeven. Het is dus belangrijk dat onze taal zijn positie behoudt.
Wel is het zo dat in Vlaanderen het bewustzijn over het gebruik van de eigen taal vanzelfsprekender is dan in Nederland.”
Toch hebben veel Nederlanders de neiging Engelse barbarismen in hun spreektaal op te nemen.
„Er is een mooie site om goede Nederlandse alternatieven te zoeken. Ik gebruikte zojuist het woord boost. De site vindpunt.nl geeft „extra impuls”, „opzwieper”, „ruggensteun” en „stimulans” als Nederlandse equivalenten.”
