Daarvoor waarschuwde strafrechter Michiel de Ridder, voorzitter van het landelijk overleg van strafrechters, maandag in de Volkskrant.

De experimenten staan aangekondigd in het regeerakkoord. Het kabinet wil ze uitvoeren om te kunnen vaststellen of de drugsgerelateerde criminaliteit afneemt als uitbaters van coffeeshops hun waar niet langer hoeven te betrekken uit het illegale circuit.

Het telen van hennep is strafbaar gesteld in de Opiumwet. Vijf tot tien telers, te werven via een Europese aanbesteding, kunnen straks ten bate van het experiment echter vier jaar lang ongestoord cannabis kweken zonder vrees te worden vervolgd.

De regering noemt het experiment verantwoord, omdat een speciale, nog op te stellen experimenteerwet het tijdelijk karakter van de proef garandeert.

Dat er straks op grond van zo’n experimenteerwet onderscheid wordt gemaakt tussen strafbare en niet-strafbare telers is volgens De Ridder geen overtuigend verhaal. Hij spreekt van „experimenteren met het strafrecht.” De jurist voorziet dat telers die niet worden geselecteerd om mee te doen met de proef, evenals importeurs, massaal bezwaar zullen aantekenen wanneer zij wel worden gedagvaard. Hij vindt dat de regering onvoldoende duidelijk maakt of een beroep op het gelijkheidsbeginsel of het verbod op willekeur door deze telers straks wel of geen kans van slagen heeft.

Ook de manier van selecteren van gemeenten, telers en coffeeshops kan een bron van (veel) bestuursrechtelijke geschillen vormen, zo luidde eind maart de waarschuwing van de Raad voor de Rechtspraak; het overkoepelend bestuur van elf rechtbanken en vier gerechtshoven in Nederland.

Procedures zijn, aldus de RvdR, verder mogelijk wanneer omwonenden of andere belanghebbenden menen dat een coffeeshophouder zich niet houdt aan de voorwaarden van het experiment, zoals bijvoorbeeld het reclameverbod.