Mensen met een verstandelijke beperking uitleg geven over politieke zaken, zoals de verkiezingen voor het Europees Parlement. Jaap Pilon, oud-wethouder in Veenendaal, doet het al zo’n vijf jaar met plezier. „Ik ga na de cursus gelukkiger naar huis.”
Hij kijkt er altijd naar uit. Jaap Pilon zit elke veertien dagen in Veenendaal om tafel met zo’n zestien mensen met een verstandelijke beperking. Samen met Bert van de Weerd probeert hij namens Stichting Buitenzorg die groep meer kennis over de politiek bij te brengen.
Tijdens de twee uur durende avondsessies wisselen deelnemers bij een kop koffie eerst „nieuwtjes over lief en leed uit”, maar al gauw rollen de namen van bijvoorbeeld Mark Rutte en Thierry Baudet over tafel.
Waarom geeft u politieke les aan deze mensen?
„Ook Nederlanders met een verstandelijke beperking hebben het recht hun stem uit te brengen. Dus het is goed dat ze ongeveer weten wat in de politiek speelt.”
Wat geeft u de deelnemers mee?
„Binnenkort besteden we aandacht aan de verkiezingen voor het Europees Parlement. Ik leg uit dat Nederland vanwege de handel belang heeft bij samenwerking met andere landen in Europa. Meestal spreken we over lokale of landelijke politiek. We leggen bijvoorbeeld het verschil tussen GroenLinks en VVD uit.
Cursisten kunnen vaak namen van Nederlandse politici noemen, zoals Mark Rutte. Ze zullen echter niet gauw namen van lijsttrekkers bij de Europese verkiezingen kunnen geven. Maar ik ben bang dat mensen op straat die namen ook niet weten.”
Houdt u rekening met het begripsvermogen van de deelnemers?
„Ja. Woorden als ”minister-president” en ”democratie” kunnen voor hen te lastig zijn. Dus geef ik aan dat Rutte de baas van het land is. Maar dan zeg ik er meteen bij dat zo’n omschrijving eigenlijk niet klopt. Want wíj stemmers zijn de baas. De minister-president mag namens ons de baas spélen.
Met elkaar hebben we het gezellig. Ik ga na zo’n politieke avond altijd een paar graadjes gelukkiger naar huis.”
Waarom?
„Deze mensen zijn enthousiast, ontwapenend, ze kunnen vreselijk leuk doen. Eén cursist heeft zich gespecialiseerd in terrorisme. Daar pluist hij de kranten op na. Hij noteert iedere aanslag en weet alles over Noord-Korea en Trump.
We wachten altijd in spanning af waar onze terrorismespecialist weer mee komt. Mooi is dat. Bij binnenkomst geven mensen elkaar een knuffel. Een deelnemer is fan van de Franse president Macron. Op tv zag hij hoe iemand Macron begroette. Op bijeenkomsten komt de fan met open armen naar me toe en roept hij: „Macron! Macron!””