Nachtnanny: oppas voor ouders die willen doorslapen
Slapeloze nachten door een huilbaby? Of gewoon liever doorslapen in plaats van het bed uit moeten om zoon- of dochterlief te voeden? Voor zulke ouders is er de nachtoppas.
Kun je ook niet ’s nachts blijven? De moeder voor wie Rachel Heikamp (28) uit Amsterdam in haar studententijd oppaste, bedoelde het eigenlijk als grapje. Maar wel een met een serieuze ondertoon: haar kind sliep slecht. Een zoektocht leerde Heikamp dat nachtelijke oppas in het buitenland wel degelijk bestaat. Engelsen, Australiërs en Amerikanen zijn al langer bekend met het fenomeen.
In Nederland is het nieuw: iemand die na de kraamtijd ’s nachts aan huis komt om voor de baby te zorgen. De nachtnanny blijkt ook hier een gat in de markt, liet een experiment van een halfjaar zien. Inmiddels is Heikamp een bemiddelingsbureau gestart, samen met Joanne van Altena (29) uit Amsterdam. Ook zij zorgde als student al regelmatig voor kinderen als hun ouders niet thuis waren. Met hun nieuwe concept liggen ouders vaak gewoon thuis in bed. Ze willen er alleen ’s nachts even niet uit voor de baby.
Vooral mensen die weken of maanden slecht hebben geslapen door een huilbaby kunnen wel een babysitter gebruiken die ’s nachts een oogje in het zeil houdt. Of moeders die een zware bevalling achter de rug hebben. Maar ook ouders die onregelmatige diensten draaien en gezinnen met weinig familie in de buurt. Anderen doen dat omdat ze niet willen dat hun carrière onder hun nachtrust lijdt (zie ”Neiging om zelf naar huilende zoon te gaan”).
Even opladen
Het prijskaartje –een maandabonnement is verkrijgbaar vanaf 125 euro per nacht– laat al zien dat de oppas niet voor iedereen is weggelegd. Het zijn dan ook vooral hogeropgeleiden die een beroep doen op de nachtnanny. Al zijn er uitzonderingen. Zo kwam een moeder met een postnatale depressie in aanmerking voor een vergoeding om nachtoppas in te huren. „Het is lastig om dat voor elkaar te krijgen via een gemeente of de verzekering, maar daar zouden we wel graag naartoe willen”, vertelt Heikamp.
Gemiddeld vragen klanten hulp voor zo’n drie maanden, voor ongeveer drie nachten per week. „Er zijn ook mensen die ons boeken voor vijf achtereenvolgende nachten, omdat ze er helemaal doorheen zitten. Daarna hopen ze er weer tegen aan te kunnen”, vertelt Heikamp.
Voor ouders met een huilbaby is de nachtoppas een tijdelijke oplossing. Heikamp: „Wel merk je dat onze zorg de stress bij ouders wegneemt, zodat ze met meer energie de volgende nachten zelf voor hun kind kunnen zorgen. Vader en moeder kunnen even opladen, waardoor ze de zorg beter aankunnen als wij er niet meer zijn.”
Schone luier
Als nachtnanny werken ze vaak van tien uur ’s avonds tot zeven uur in de ochtend. Eerst bespreken ze met de ouders hoe het overdag en de vorige nacht met hun zoon of dochter is gegaan. Ook informeren ze wanneer het kind gevoed moet worden. „Daarna is de zorg voor jou”, legt Van Altena uit. De oppas slaapt in de babykamer of in een eigen kamer met babyfoon. „Je wordt wakker wanneer de baby wakker is en doet dan wat nodig is: voeden, verschonen, troosten. ’s Ochtends zorg je weer voor een schone luier en vertel je de ouders over de nacht.”
De meeste oppaskinderen zijn tussen de nul en de zes maanden oud. De nachtnanny functioneert voor hun ouders eigenlijk als een verlengde kraamhulp.
De ontwikkeling van een kind maken de dames van dichtbij mee. „Je ziet een superklein kind snel groeien. Ik heb eens opgepast bij een baby die 2 kilo woog toen wij kwamen”, vertelt Heikamp. „In een halfjaar tijd groeide hij uit tot een gezonde baby. Eerst kun je geen contact maken, maar binnen een paar weken lukt dat wel. Dan merk je dat een kind vertrouwd met je is, naar je lacht.”
Ze heeft altijd al van baby’s gehouden. „Het klinkt een beetje gek, maar juist omdat het in de nacht is, is het zo leuk om bij gezinnen thuis te komen. Je ziet elkaar in pyjama en bij het tandenpoetsen. Je komt dus heel dichtbij, en daar wordt het werk heel persoonlijk van.”
Relaxed en daadkrachtig
Niet alle ouders vinden het gemakkelijk om de zorg voor de kleine over te laten aan een onbekende vrouw. Van Altena: „Vooraf hebben we een kennismakingsgesprek, zodat de ouders weten wie we zijn. Dat helpt in het vertrouwen geven. Meestal is de eerste nacht voor hen best spannend, maar als die goed verloopt slapen ze de volgende nacht door. De gedachte dat iemand anders wakker wordt van de baby is heel rustgevend.”
Inmiddels hoeven Heikamp en Van Altena de nachtdiensten niet meer alleen te draaien. Beiden houden van ondernemen en zijn daarom een bemiddelingsbureau gestart: The Night Nanny. Zestig nachten per maand worden momenteel geboekt. Zo’n twintig nanny’s passen op – vooral studenten die studies volgen als verloskunde, geneeskunde, pedagogiek, verpleegkunde of psychologie.
Voorwaarde is dat de oppas ervaring met baby’s heeft, wat Heikamp en Van Altena controleren aan de hand van referenties. „Je moet relaxed overkomen en tegelijk een daadkrachtig persoon zijn. Dus zonder al te veel aanwijzingen kunnen optreden”, zegt Van Altena. Alle nanny’s volgen een EHBO-cursus voor baby’s en kinderen.
Zelf nemen Heikamp en Van Altena de nachtzorg nog twee nachten per week op zich. „Het geeft voldoening om ouders te helpen zodat zij goed kunnen bijslapen”, vindt Van Altena. „Laatst was ik in een gezin waar ik in het begin veel had opgepast. Ik was een paar weken niet geweest, maar de baby herkende me. Ik hoefde hem maar op te pakken en hij was meteen stil en wilde de fles hebben.”
„Neiging om zelf naar huilende zoon te gaan”
Hun zoontje was een maand oud toen Rutger („geen achternaam in de krant”) en zijn vrouw Alice uit Amsterdam voor het eerst ’s nachts oppas lieten komen. „Een enorme luxe dat dit kan”, vindt vader Rutger (35), in het dagelijks leven werkzaam als consultant.
Van hun moeder hoorden de twee over nachtnanny’s. „Zij had er op internet over gelezen.” Het fenomeen sprak hen wel aan. „Ik werk fulltime en krijg maar twee dagen ouderschapsverlof. Mijn vrouw heeft een eigen bedrijf en wilde snel na de bevalling weer de deuren openen”, vertelt Rutger. „Daarom vinden we het fijn om door te slapen.”
Hij benadrukt dat de oppas voor hem en zijn vrouw iets tijdelijks is. Ze doen het alleen voor de eerste paar maanden. „Dat is een zware periode. In het begin moest onze zoon om de twee uur gevoed worden, nu is één keer per nacht voldoende.” Over een paar weken is de nachtelijke service voor hen daarom weer voorbij. Ook door de hoge kosten is het inhuren van een nachtnanny niet iets voor de lange termijn, stelt Rutger.
De nachtoppas komt drie keer per week bij Rutger en Alice over de vloer. De Amsterdammers vinden het fijn dat ze maar twee oppassen aan huis krijgen. „Zo ziet ons zoontje niet te veel verschillende gezichten. Vaak zijn ze er al eerder dan tien uur, zodat wij zelf om tien uur ons bed in kunnen.”
Rutger erkent dat het soms best lastig is om een huilende baby over te laten aan een onbekende oppas. „Als je je zoon hoort huilen, heb je de neiging naar hem toe te gaan. Ik ben weleens binnengestormd toen de nanny er gewoon was. Ik was wakker geworden van het gehuil en wist niet meteen welke nacht het was.”
De vrouwen die komen oppassen vindt hij prettig in de omgang en ze leveren volgens hem professioneel werk. „Ze zorgen dat de fles is afgewassen en maken het bed netjes op. Je krijgt een opgeruimde kamer terug en meestal een baby die goed heeft geslapen.” De nanny’s noteren de hele nacht door hoeveel zijn zoon heeft gedronken, of hij heeft gepoept en hoelang hij heeft geslapen.
Mensen in zijn omgeving die van de nachtoppas horen, reageren vrijwel zonder uitzondering verbaasd op het fenomeen. „Ze kennen het niet, maar het lijkt hun wel lekker. Ik zou de nachtnanny zeker aanbevelen aan ouders die allebei werken of niet goed slapen.” Hij heeft er geen moeite mee om drie nachten per week de zorg voor zijn zoon uit te besteden omdat het werk vooropstaat. „Ik besteed veel qualitytime aan hem. Bovendien hebben we bewust gekozen voor een korte periode.”