Kankerpatiënt blijft steeds langer in leven
De overlevingskans van kankerpatiënten neemt gestaag toe. Vijf jaar na diagnose leeft twee op de drie patiënten nog. Toch zit er bij een aantal vormen van kanker nauwelijks verbetering in.
De vijfjaarsoverleving na de diagnose kanker was aan het begin van de Nederlandse Kankerregistratie in 1989 zo’n 42 procent. Dertig jaar later is dat gestegen naar 65 procent, meldde het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) zondag. „Dat is goed nieuws. Het gaat de goede kant op”, vindt dr. Otto Visser, hoofd van de Nederlandse Kankerregistratie bij het IKNL. „Aan de andere kant: we zijn er nog lang niet. Nog steeds overlijdt één op de drie kankerpatiënten.”
Per jaar gaat het om een gemiddelde toename van 1 procent. „Je zou willen dat het sneller ging. Dit lage getal geeft aan dat het niet makkelijk is om kanker te genezen. Er komen weliswaar steeds meer behandelmogelijkheden, maar die hebben betrekking op kleine aantallen patiënten.”
Vroegtijdige diagnose
De overlevingskans is met name toegenomen bij borst-, prostaat- en darmkanker. Dat heeft volgens Visser te maken met vroegtijdige diagnose. Prostaatkanker kun je in een pril stadium merken aan plasproblemen. Bovendien worden technieken om deze kanker vast te stellen, waaronder de PSA-test, steeds vaker toegepast.
Darmkanker en borstkanker kunnen dankzij bevolkingsonderzoek al vroeg worden opgespoord. „Een gezwel in je borst kun je ook voelen. In de meeste gevallen zijn er dan nog geen uitzaaiingen. In dat geval is er een groot scala aan behandelmogelijkheden: opereren, bestralen, hormoonbehandeling, chemotherapie en andere middelen.”
Bij andere vormen van kanker neemt de overlevingskans nauwelijks toe. „Maagkanker wordt vaak in een laat stadium ontdekt, als er al uitzaaiingen zijn. Een operatie heeft dan weinig zin. Je haalt dan het gezwel weg, maar de uitzaaiingen in bijvoorbeeld de lever zitten er nog. De mogelijkheden om uitzaaiingen te behandelen via het bloed zijn nog erg beperkt.”
Er zijn wel nieuwe middelen tegen maagkanker en andere vormen van kanker in de „pijplijn”, maar het is nog onduidelijk hoe effectief die zijn. „Voordat we het effect daarvan in de cijfers terug zien, zijn we jaren verder.”
Het hoofd van de Nederlandse Kankerregistratie schat in dat de stijgende overlevingskans in ongeveer hetzelfde tempo zal blijven doorzetten. „Sommigen zijn heel optimistisch en denken dat het steeds sneller zal gaan. Maar ik betwijfel dat. Het meest valt nog te verbeteren bij de moeilijkste kankersoorten, die pas ontdekt worden als er uitzaaiingen zijn. De makkelijkste oplossingen hebben we al lang en breed toegepast.”
Visser verwacht dat kanker in de toekomst als een chronische ziekte kan worden beschouwd. „Over enkele decennia zullen er voor alle kankers behandelmogelijkheden zijn. Met name zie ik toekomstmuziek in doelgerichte therapieën, medicatie die zich richt op specifieke DNA-fouten in tumoren. Die kun je ook gebruiken voor zeldzamere kankersoorten, omdat die dezelfde fouten kunnen hebben als de meer voorkomende soorten waar al veel onderzoek naar is gedaan.”
Zegen
Henk-Jan Koetsier, voorzitter van patiëntenvereniging Winstuitverlies, ziet de verbeterde overleving als een zegen. Tegelijkertijd plaatst hij er een kanttekening bij. „De behandelingen kunnen erg zwaar zijn. Hoe is de kwaliteit van leven bij deze patiënten die het overleven? Daar zeggen de cijfers niets over.”
Daarnaast: „Hoe besteedt iemand de tijd die hij door de behandeling langer leeft? Tot verheerlijking van God, of om te genieten van het leven en door te gaan in de zonde?”
Het gaat uiteindelijk om Gods eer, stelt Koetsier. „Hetzij dat wij leven, hetzij dat wij sterven.”