Evert van Dijkhuizen, die zaterdag op 55-jarige leeftijd overleed, was een gewaardeerde RD-journalist en in de muziekwereld met name bekend als dirigent.
Het was dinsdagmorgen 27 september 2016 toen collega Evert van Dijkhuizen een ernstig bericht ontving: in zijn linkernier bevond zich een tumor met uitzaaiingen naar de longen. Het typeert hem dat hij de volgende morgen naar de redactie in Apeldoorn kwam. Naar gewoonte, maar toch was alles nu anders. Evert was nooit om een woordje verlegen, maar nu stond de wagen stil. Z’n kenmerkende mengeling van humor en ernst stokte.
Ik zie hem nog zitten, diep geraakt. Uitgebreid spraken we elkaar in een van onze werkcabines. „Ik moet nu ernstig rekening houden met een nieuwe realiteit.” Diezelfde middag was er een jubileum te vieren. Evert wilde niet dat het uitgesteld werd. Dit keer zongen we twéé collega’s toe: Psalm 121 vers 1 en 4.
Evert was toen al 28 jaar in dienst van het Reformatorisch Dagblad. Hij verruilde zijn baan als leerkracht op een basisschool voor een bureau op de regioredactie. Evert werd subhoofd, begeleidde correspondenten, kwam op ”binnenland”, kreeg de portefeuille onderwijs, werd verslaggever en raakte betrokken bij de muziekredactie.
Niemand merkte dat Evert geen journalistieke opleiding had genoten. Integendeel. Hij schreef evenwichtig en helder en was verbaal zeer sterk. Evert ging moeilijke thema’s als islam, homoseksualiteit en grondrechten niet uit de weg. Stond pal voor journalistieke principes, ook al leverde hem dat kritiek op. Hij was geknipt voor het zwaardere interview, met mensen als Ronald Plasterk, Elsbeth Etty, Paul Schnabel, Andries Knevel of Willem Aalders. Diezelfde vaardigheden zette Evert in als debatleider bij onderwijscongressen en -symposia.
Zijn passie was muziek. Hij studeerde zelfs aanvankelijk orgel aan het conservatorium. Sinds 1984 was hij actief als dirigent. Zo leidde hij meer dan vijftien jaar het Groot Samengesteld Jongerenkoor, waarmee hij diverse reizen maakte: naar Parijs, vervolgens onder meer naar Wenen, Berlijn en Praag. Lange tijd dirigeerde hij het gemengd koor Magnalia Dei in Amersfoort en (tot zijn overlijden) het mannenensemble Cantare in Woudenberg. Bij talloze concerten en diverse cd-opnames was hij betrokken.
Van 2000 tot 2006 was Evert hoofdredacteur van Kerk en Muziek, het orgaan van de Vereniging Organisten Gereformeerde Gemeenten. Vanaf 2000 tot zijn overlijden was hij organist in de gereformeerde gemeente van Amersfoort. Recent maakte hij op zijn geliefde Naberorgel in de Amersfoortse Joriskerk twee orgel-cd’s rond de psalmen.
Ook bij het RD was Evert betrokken bij diverse muziekevenementen: het Wegwijsconcours, symposia over organistentekort en onbekende psalmen. Als laatste, oktober vorig jaar, de koorscratch in Amersfoort.
Zaterdagavond 27 mei 2017. Het is acht maanden na de dag van die ernstige boodschap. Evert overlijdt op 55-jarige leeftijd. We verliezen in hem een gewaardeerde collega, die ook in veel opzichten heeft bijgedragen aan de missie van onze krant. Dat is waardevol, maar Evert besefte dat dat niet genoeg was om voor God te verschijnen. Net zomin als zijn staat van dienst als musicus. Ook niet zijn kerkelijke opvoeding aan de Amersfoortse Muurhuizen.
Hij had gebreken en grillen, voelde zijn zonden. Het greep hem aan, zodat hij alles moest loslaten, evenals de dichter van Psalm 130: „Zo Gij, HEERE, de ongerechtigheden gadeslaat, Heere, wie zal bestaan?” Het is tot troost van zijn vrouw Ada en zijn kinderen dat hij een week voor zijn overlijden ook mocht ondervinden wat in het volgende vers staat: „Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt.” Hij had het graag z’n collega’s verteld, maar dat kon niet meer. Daarom zongen we het nu zonder hem, maandagmiddag, bij onze weekopening.