Da’s een lekker bedankje van je, grapt kapitein Mark Brouwer sarcastisch. Sjaak heeft deze dinsdagochtend vier van zijn vrienden; Henk Boon (19), Bart van den Broek (19), Ruben de Haan (20) en Gerhard Westhoff (18) meegenomen naar een sportzaal naast de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn. Dit is de thuisbasis van de Korps Mariniers.
Toen de jongens vanmorgen om kwart over zes bij chauffeur Sjaak op de stoep stonden, hadden ze nog geen idee wat hen te wachten stond. Ze moesten oude kleren meenemen. Maar verder was het programma een verrassing.
Afgemat
In de kleedkamer zakt Henk de moed al in de schoenen. „Ik ga dit nooit volhouden joh. Je wordt hier zo afgemat!”. Maar volgens kapitein Mark kan iedere sportieve man het parcours afleggen. „Het komt aan op doorzettingsvermogen. Als je denkt dat je niet meer kán, kun je nog zoveel.” Dat was de motiverende tekst. Het dreigement? „Als je niet meer wílt, lach ik je de rest van m’n leven uit.”
[youtube]
Instructeur Nicky neemt die toon feilloos over als de jongens -binnen drie minuten- in groen overall op het sportveld staan. De eerste uitbrander hebben ze al op zak nadat ze hun spullen in de kleedkamer niet netjes opruimden. De sportinstructeur vertelt zijn verhaal terwijl de jongens op hun handen en tenen steunen. Hebben ze alles begrepen? „Ja, korporaal”, antwoordt Gerhard. „Goed zo, jíj mag gaan staan.”
Een kwartiertje later draven de jongens met afgematte hoofden rond. Henk doet rustiger aan na zijn vijfde squad met een autoband voor zijn borst. Maar daar wil de korporaal niks van weten. „Hup, door”, spoort hij hem aan. En Henk gaat weer. „Een lichte naaistreek dit”, bromt hij in de pauze tegen Sjaak. „Maar het is ook wel weer leuk.”
Misselijk
Ruben heeft het ’t zwaarst op de hindernisbaan. Ladders beklimmen, buizen doorkruipen en over muurtjes springen op een lege maag blijkt niet zo eenvoudig voor de pabo-student. „Ik ben misselijk”, geeft hij toe. „Niet ontbijten, dat is roofbouw plegen op je lichaam”, wrijft kapitein Mark er bij hem in. „Als je over moet geven, doe je dat gewoon. Maar doe het in de struiken en niet op de baan.” Ruben slaagt erin alles binnen te houden.
Gerhard blijkt op de hindernisbaan de sportiefste van de vier vrienden. Mariniers moeten ‘em jaarlijks voltooien in 9:15 minuten. Dit nadat ze de hele ochtend altesten hebben gedaan en een volle uitrusting van circa 20 kilo dragen. Gerhard voltooit de baan „onder verzachtende omstandigheden” in 5:50 minuten. „Ik volleybal elke week een uurtje en fiets elke dag 14 kilometer naar school”, zo verklaart de 6-vwo’er zijn conditie.
Adrenalinekick
Na een ruime 8 minuten komt ook Ruben over de finish. De korporaal toont zich tevreden. „Jullie hebben het allemaal ruim binnen de tijd gehaald. Netjes!” „Dank u korporaal”, klinkt het vierstemmig.
Bij het tweede onderdeel leven de jongens weer op. Vanaf 20 meter hoogte mogen ze –na uitgebreide veiligheidsinstructies– naar beneden tokkelen. Stuk voor stuk komen ze met een grote grijns beneden.
In de kleedkamer kan Bart het niet laten om Sjaak even te plagen. „Dat wordt naar de Action rijden voor onderbroeken, handdoeken en douchegel Sjakie”, grapt hij. Maar Sjaak blijft lekker zitten.
Henk bedenkt dat hij vanaf nu meer wil gaan sporten omdat het zo’n heerlijk gevoel geeft. „Die adrenalinekick die het geeft is héérlijk he?!”, vindt ook Gerhard. Ruben is iets minder te spreken over bewegen. „Mijn zusje sport al”, verontschuldigt hij zich. „Als Nederland ooit de dienstplicht weer invoert, word ik wel sniper. Dan kun je tenminste de hele dag liggen.”
Vrienden door dik en dun
Sjaak revalideert nog steeds nadat hij in oktober vorig jaar met een auto vier keer over de kop vloog. „Het is zo bestuurd dat ik het heb overleefd”, gelooft Sjaak. „Ik ben bewaard gebleven”.
Na het ongeluk kan hij niet meer lopen en nauwelijks praten. Zes dagen ligt hij in het ziekenhuis. De artsen denken aan hersenletsel, maar dat blijkt –gelukkig– niet zo te zijn. Sjaak verkeert in een heftige shock.
Inmiddels werkt hij zo’n vier uur per dag. „’s Middags vis ik vaak, of neem ik op een andere manier rust.” Zijn vrienden houden rekening met de beperkingen van hun vriend. „Binnenkort gaan we op vakantie en ze hebben hun programma aan mij aangepast”, vertelt Sjaak. „Ze praten met me, zoeken me op en we hebben goede gesprekken. Ze hebben mij bijgestaan in moeilijke tijden”.
„En nu mag jij hén bijstaan in moeilijke tijden”, grapt kapitein Mark Brouwer.