In een oude fabriekshal in Utrecht –die omgedoopt is tot The Sport Box– verzamelt zich een paar keer per week een tiental jongeren om de kruising tussen voetbal, volleybal en trampolinespringen te spelen. 

Het luchtkussen ligt eerst nog slap op de grond, maar als een blower er lucht inblaast, verrijst er opeens een compleet speelveld. Evenals als bij volleybal hangt er een net tussen de twee velden. Pal voor het net staat er een trampoline waarmee de middelste aanvaller extra hoog kan springen.

Tom (22) is instructeur, maar vooral ook „fervent bossaballspeler.” Hij legt uit dat teams op verschillende manieren kunnen scoren. Een simpele smash –zoals met volleybal– in het speelveld van de tegenpartij levert één punt op. Sla je de bal in de cirkel van de trampoline? Dan scoor je drie punten. „Als je bij het aanvallen een voetbaltechniek gebruikt, krijg je twee punten extra.”

Hoe dat gaat, met je voet scoren? Tom en kornuiten geven een showtje weg. Op het juiste moment speelt Tom de bal naar Hugo, die op de trampoline op en neer springt. Hugo zet zich nog eens flink af, maakt een salto, zweeft een paar tellen door de lucht en... bam! Met een gerichte schop belandt de bal in het veld van de tegenstander. Zo’n aanval is drie punten waard! Langs de kant staan een paar jonge toeschouwers met verbazing te kijken.

Al even spectaculair is de opslag. Tom laat er eentje zien waar je behoorlijk lenig voor moet zijn. Met de bal tussen zijn knieën geklemd doet hij vanuit stand een serie salto’s op eigen speelveld, om vervolgens de bal met een boog over het net te werken. Hugo: „Dat is een demonstratieservice. Zulk soort trucjes gebruik je vooral als je voor staat. Om de tegenpartij een beetje te jennen.”

Mieke –een van de meiden die meespelen– vindt dergelijke kunstjes het leuke aan de sport. „Bijna alles kan en mag met bossaball. Daardoor kun je er heel veel creativiteit in kwijt.”

Volgens Wilco ziet bossaball er makkelijk uit, maar is het lastiger dan het lijkt. „Dat is ook niet verwonderlijk, want je moet drie sporten combineren.”


Bossaball

Hoewel Bossaball deze zomer tien jaar bestaat, lijkt het pas de laatste jaren door te breken. Wilco Nijland, eigenaar van Music and Sports BV, die de sport in 2007 vanuit Brazilië naar Nederland bracht: „Pas dit jaar lijken we bij het grote publiek bekend te worden.”

Bossaball is een combinatie van voetbal, volleybal en trampolinespringen. Op een luchtkussen nemen twee teams van vier personen het tegen elkaar op met behulp van een trampoline. Wilco: „Het is uitdagend voor veel mensen om in een trampoline te springen en dan nog te smashen of trucjes te doen. Hoewel sommigen het voor de fun spelen, is het voor anderen een serieuze sport.”

Wilco organiseert met zijn bedrijf dit jaar 200 evenementen waarbij bossaball een plaats heeft. In Nederland spelen zo’n 400 mensen bossaball. Plaatsen waar je kunt trainen: Almere, Assen, Groningen, Nijmegen, Leidschendam en Utrecht.