Een bonnen schrijvende agent zou bij de fietsenstalling van de Gomarus Scholengemeenschap een slechte dag hebben gehad. „Ik heb niet eens een smartphone”, meldt Arian Hoogendoorn. Of hij weet van het appverbod? „Ja, in de pauze mag je geen telefoon gebruiken, en tijdens de lessen ook niet.” En op de fiets? „O ja, dan mag je hem ook niet meer pakken. Anders krijg je 95 euro boete. Dat hoorde ik van mijn moeder.” De brugklasser is voorstander van het verbod. „Er gebeuren ongelukken door appen in het verkeer. Dat zag ik op een filmpje tijdens een verkeersles op de basisschool.”

In de verte komen drie vriendinnen aanfietsen. Twee voorop, één erachter. Geen van allen gebruiken ze hun smartphone op de fiets, vertellen ze zodra ze zijn afgestapt „Het is gewoon gevaarlijk”, meent Margretha Bosse. Daniëlle Huibers: „Ik zag eens dat een meisje die voor mij fietste bijna werd aangereden omdat ze aan het appen was. De auto kon net op tijd stoppen.”

Larinda van de Bunt fiets iedere dag telefoonvrij anderhalf uur vanuit Tricht op en neer. „Als je zo nodig moet appen, moet je maar even van de fiets stappen. Een ongeluk zit in een klein hoekje.” Over het verbod is ze lovend. „Ik denk dat dit elk jaar veel ongelukken gaat schelen.”

Verveling
Edwin Bloed speelt in het halfuur dat hij naar het huis van zijn vriend Arwin van Maurik fietst, zijn spelletje Idle Miner. Daarna fietst het duo bíjna telefoonloos verder. Soms kijk Arwin hoe laat het is. Of checkt hij of er nog appjes zijn binnengekomen. Het is de verveling van de lange fietstocht, denken de jongens. Edward doet er vijftig minuten over om op school te komen. Arwin twintig.

Edward snapt dat het verbod in de stad geldt. „Daar is het gevaarlijk, met al die auto’s. Op het platteland maakt het minder uit”, vindt hij. De vrienden denken niet dat hun telefoongebruik ooit voor gevaarlijke situaties heeft gezorgd. Hoewel ze toegeven niet goed op het verkeer te letten als ze hun telefoon gebruiken.

Hij gaat zijn gedrag door het verbod veranderen, zegt Edward. „Die 95 euro boete ben ik liever niet kwijt.” Omdat hij nog geen 16 jaar is, hoeft hij maar de helft te betalen. „Dat wist ik niet. Beter, echt beter. Maar ook de helft vind ik nog veel geld.”

Arenda van Maanen fietst met haar smartphone in de hand het schoolplein op. „Normaal doe ik dit echt niet hoor”, verontschuldigt ze zich terwijl ze haar koptelefoon afzet. „Echt niet. Ik zette alleen net mijn bluetooth uit. Verder doe ik er niets mee als ik fiets, hoor.” De vmbo 3-leerling noemt het smartphoneverbod terecht. „Als je bezig bent op je telefoon, let je minder goed op. Ik stopte eens om mijn veters te strikken. Een meisje achter me had dat niet in de gaten. Ze zat op haar mobiel en reed me knalhard aan. Toen lag ik op de grond.”

Jasper de Putter steekt zijn vinger op als hem en zijn twee vrienden wordt gevraagd wie van hen het vaakst op de smartphone zit tijdens het fietsen. „Niet heel veel, hoor. Soms gewoon even cijfers checken.” Nu het verbod is ingegaan, laat Jasper zijn telefoon altijd in zijn zak, vertelt hij. „Ik kijk wel uit. Ik heb geen zin in een boete.”
„Het verbod is goed”, vindt zijn vriend Thiemen van Genderen. „Maar de boete is wel erg hoog. Wij moeten 47,50 euro betalen”, weet de 13-jarige. „Ouderen moeten 95 betalen; 70 euro zou ik schappelijker vinden.”

Netflix
Maar het verbod is niet voor niets, weet Thiemen: „Ik reed pas met een jongen mee die op zijn telefoon zat. Hij reed vol achter op een auto.” „Het is heel onlogisch om niet op de weg te kijken”, meent medefietser Leander van Maaren.

Tijdens de fietstocht die hij net achter de rug heeft, veranderde 2-vwo’er Lucas Golstein zo nu en dan zijn muziek. „Het verbod is misschien wel beter zo. Ik hoop op minder ongelukken. Sommige mensen kijken zelfs Netflix op de fiets. Dat is gevaarlijk.” Zelf heeft hij „geen zin” om zijn fietsgedrag te veranderen. „Zolang de politie niet achter je rijdt is er niks aan de hand, toch?” Lucas kijkt sinds deze week om zich heen voor hij zijn telefoon pakt.

Ook Aaron Keinemans werpt sinds 1 juli eerst een blik op de omgeving voordat hij naar zijn telefoon grijpt. „Maar omdat ik 15 jaar ben, valt de boete nog wel mee”, meent de Gomarusleerling. „Vanaf je zestiende wordt het minder leuk om gepakt te worden. Nu boeit het me niet zoveel. Naar vrienden moet ik dertig, veertig minuten fietsen. Dan verveel ik me, dus stuur ik even een Snap om hun te laten weten dat ik eraan kom.”