De scholieren moeten looproutes volgen, dragen mondkapjes in de gangen –dat is tenminste de bedoeling– en moeten afstand bewaren van docenten. Daarbij stelt minister Slob het op prijs als de scholieren elke week twee zelftesten doen. Het zijn details, vinden de leerlingen. Nu ze elke schooldag weer in Middelburg worden verwacht, daar de hele klas mogen zien en onderling geen afstand meer hoeven te bewaren, voelt school bijna weer als vanouds.
Niet alle leerlingen zijn gelukkig met de terugkeer naar het oude normaal. Alle acht vmbo’ers die Puntuit in Middelburg spreekt, zien ook de voordelen van de digitale lessen die inmiddels verleden tijd zijn. „Ik had veel meer vrije tijd”, verwoordt Pieter Eggebeen (15) de ervaring van alle acht leerlingen. „Aan het begin van de dag kon ik al 35 minuten later mijn bed uit”, zegt Rebecca Muis (13). Voor Thom de Korte (13) uit Aagtekerke scheelde digitale les hem dagelijks anderhalf uur fietsen. Perry de Visser (14): „We hadden tot maximaal halftwee les. Daardoor kon ik ’s middags werken; auto’s slopen.” Hij droomt ervan uitsluitend nog online les te krijgen. Hij verwacht dan veel meer vrije tijd te hebben.
Digitale lessen scheelden niet alleen reistijd. Ook tijdens de lessen zelf zagen leerlingen mogelijkheden om tijd te besparen. „Ik begon de eerste les vaak met een lekker ontbijtje”, zegt Janneline Tjarks (14). „Op school mag je in de les niet eten, maar als je thuis bent, zeggen docenten er niks van.” Ook maakte ze in de onlineles weleens huiswerk voor een ander vak. „De regels waren thuis minder streng”, ervoer ook Pieter. „Je kon ook een filmpje kijken of instrument bespelen tijdens de les”, ontdekte Rosalie van den Bosse (13). „Dan zette je gewoon je camera uit.”
„Het is jammer dat je nu niet meer ’s middags vrij bent”, vindt Anna de Looff (13). „Nu ben ik elke dag laat thuis en moet ik soms zelfs ’s avonds aan mijn huiswerk.” „Je moet je schoolwerk echt gaan plannen”, ervaart ook Joost de Korte (13). „Anders deed ik ’s middags mijn huiswerk. Nu ben ik pas vaak om halfvijf thuis en moet ik dan nog beginnen.”
Pieter denkt dat hij wel weer meer leert nu hij langere schooldagen maakt. „Docenten kunnen meer vertellen.” Janneline denkt niet haar schoolprestaties erop vooruit gaan. „Doordat
onlinelessen korter waren, kon ik me beter opletten op wat de docent zei.”
Alle scholieren moeten weer wennen aan het schoolritme, maar de derdeklassers vinden de laatste weken voor de zomer het pittigst. „In vijf weken tijd moeten we 25 opdrachten maken”, weet Janneline. „Anders kunnen we niet over.” „In coronatijd stapelden de opdrachten zich op”, zag Pieter. „We liepen een achterstand op die we nu moeten inhalen.” Perry: „Gelukkig hoeven we niet alles thuis te doen en kunnen we ook in de lessen veel doen. Maar het is druk.”
Onderwijs op afstand wordt door de vmbo’ers uit klas 1, 2 en 3 als „saai”, „soms zwaar” of „irritant” getypeerd. Maar de groep kijkt toch vooral terug op een „relaxte” tijd waarin ze veel vrije tijd hadden en school minder van hen vroeg. Peter Smit, woordvoerder van het Calvijn College, benadrukt dat toch lang niet alle leerlingen blij waren met afstandsonderwijs. „Leerlingen uit de bovenbouw havo/vwo die ik sprak, ervoeren juist een hoge werkdruk in coronatijd. In de bovenbouw is de studielast forser dan in de onderbouw, zijn er periodiek toetsweken en werken leerlingen toe naar het examen.”
Daarnaast speelt mee dat de leerlingen van de Calvijnlocatie in Middelburg geluk hadden. Ondanks de anderhalvemeterregel kon de nieuwbouwlocatie tot 31 mei hele klassen ontvangen. Dit vanwege de ruime lokalen in de nieuwe school. Smit: „Op andere locaties halveerden de klassen, dat doet natuurlijk ook iets met je beleving van afstandsonderwijs. Al met al zie ik leerlingen nu weer genieten van echte ontmoeting.”