Waarom zijn rummikuppen en strategoën ineens weer hot? Naar mijn idee –en tot mijn afgrijzen– was gamen de afgelopen decennia het speel-ideaal. Liefst de hele dag, in pyjamabroek. Stap op moest zo nodig vervangen worden door Need for speed, en lego ruimde noodgedwongen het veld voor Minecraft. Hoe kon corona dit tij keren? Een woordvoerder van spellengigant 999 Games heeft een verklaring: schermmoeheid. Mensen hebben zó lang naar pixels zitten staren dat ze nu op zoek zijn naar „mindful en nostalgisch vermaak”, vertelde hij tegen het Algemeen Dagblad.
Dat mindful zal wel op legpuzzels slaan. Weg met meditatie in kleermakerszit: uren speuren naar een stukje dat uiteindelijk tussen het kussen en de zitting van je stoel blijkt te liggen, dat is pas kalmerend.
De meeste spellen zijn niet zo mindful. Neem Ligretto. Daarbij moet iedereen zo snel mogelijk stapels van een tot tien aanleggen. Een kleine tien jaar geleden was het in huize Klaasse ineens populair. Maar niet iedereen bleek bestand tegen de tijdsdruk die bij het spel om de hoek komt kijken. Eén zus belandde meestal in een roes waarbij ze stampvoetend van opwinding luidkeels allerlei hulpkreten uitstootte. Wat een zegen dat het spel spoedig in de vergetelheid raakte.
Monopoly vind ik ook moeizaam. Als ik in een uitzonderlijk geval aan de winnende hand ben, word ik óf heel gevoelloos en eis ik schaamteloos duizenden euro’s huurgeld – en dan voel ik me de rest van de avond een misdadiger. Óf ik krijg medelijden met de verliezers en probeer alles zo eerlijk mogelijk te verdelen. Maar dan komt er dus nooit een einde aan het spel. Dat kun je heel mindful vinden, maar is vooral gekmakend.
Taalspellen vind ik altijd leuk. Toen de meeste van mijn broers en zussen nog thuis woonden, speelden we vaak op zaterdagavond scrabble. Op een ietwat eigenaardige manier. Mijn talige moeder scrabbelde als een kei, maar winnen vond ze niet nodig. Competitiegevoel is haar volslagen vreemd. Ze snapt niet waarom ik bij een potje voetbal de stand bijhoud, want „wat maakt het nou uit of je wint?” En daarom wilde ze haar tegenstanders altijd helpen. Dus na ’n beurt of tien draaiden we de letterbalkjes om en hielpen we elkaar aan de hoogste scores. Zo werden de scrabblepotjes niet overdreven adrenalinerijk, en kon je in alle rust je woorden aanleggen. Want winnen deden we samen.
Tegenwoordig buigen mijn moeder en ik ons op zaterdagavond over het cryptogram in dit magazine. Zo breinbrekend op de bank voel ik me bijna bejaard. En het oplossen van de taalraadsels geeft ook weinig kick, maar is wel heel mindful. En dat is ook wat waard.
Speltips van Chris
- Dixit
- Het woordenboekspel. Voor dit spel heb je alleen een woordenboek, briefjes en schrijfgerei nodig. Lees hier de spelregels.
- Kakkerlakkensalade
- Codenames
- Ticket to Ride
- Mamma Mia
- Saboteur