De jonge filosofen doken in het gedachtegoed van grote denkers als Kant, Hegel, Latour en MacIntyre en duiden de coronapandemie vanuit de gedachtegangen van deze filosofen. Dit heeft het de vwo-5-leerlingen opgeleverd.

Bekijk hier het hele magazine.

Terug naar de oude moraal

„We vechten tegen corona met de verkeerde motieven.” Dat zou de Britse filosoof Alasdair MacIntyre (1929-heden) beweren, stelt Anne-Ruth Dijkshoorn in haar bijdrage ”Samen tegen corona?”

„Voor de christelijke MacIntyre is het belangrijk dat we ons niet richten op de dingen die om ons heen zijn, maar op het hogere”, weet Anne-Ruth. „Volgens ‘mijn’ filosoof zijn we sinds de verlichting heel plat en op onszelf gericht geworden. Mensen strijden tegen corona om te feesten in Ziggo Dome of op vakantie te kunnen naar Verweggistan. Maar volgens MacIntyre brengen zulke aardse dingen geen geluk of rust. Hij vindt het belangrijk dat we ons richten op het hogere, op God. 

Alles wat we doen moet volgens MacIntyre gebaseerd zijn op de kardinale deugden voorzichtigheid, rechtvaardigheid, sterkte en matigheid van de oude filosofen en het Bijbelse geloof, hoop en liefde. Volgens MacIntyre moeten we dus niet terug naar het oude normaal, maar naar de oude moraal.”

 

Mondkapje dragen moet uit liefde

Mondkapjes hadden nooit verplicht mogen worden. Die stelling zou de filosoof Immanuel Kant (1724-1804) met hand en tand hebben verdedigd, stellen Willemijn Ippel en Renske van Heek.

„Kant zou het de verantwoordelijkheid van de burgers zelf vinden om wel of geen mondkapje dragen”, weet Willemijn. „Hij vindt het belangrijk dat je het uit liefde doet, en niet omdat iemand anders je dat verplicht.” Renske vindt dat zo gek nog niet. „Als je mensen meer verantwoordelijkheid geeft voor hun keuzes, en ze laat nadenken over hun intenties, gaan ze zich misschien beter aan de regels houden.” 

Willemijn is toch blij dat Kant de pandemie niet hoefde te bestrijden. „Corona is gevaarlijk en besmettelijk. Iedereen moet regels volgen om het virus eronder te krijgen. Als mensen hun verantwoordelijkheid niet zouden nemen, hebben we wel een probleem.”

Renske: „Bij Kant gaat het er nooit om wát je doet, maar of je het met de juiste bedoeling doet. Als je een mondkapje alleen draagt om een boete te ontlopen, vindt Kant dat egoïstisch en fout. Als je een mondkapje draagt uit liefde voor je kwetsbare medemensen, vindt Kant het goed.”

Willemijn blijft kritisch op de theorie van Kant. „Als het niet uitmaakt wat je doet zolang je het maar met de goede bedoelingen doet, mag je stelen om je kinderen te eten te geven. Maar dat blijft fout, vind ik.”

 

Oude normaal bestaat niet meer

Volgens de Duitse filosoof Georg Wilhelm Friederich Hegel (1770-1831) zou onze samenleving nooit meer terug kunnen naar het oude normaal. Dat analyseerden Anneke van de Poppe en Maartje Struijk in hun artikel ”De Nederlandse samenleving in coronatijd.”

„Hegel spreekt in zijn denksysteem over een these en een antithese”, legt Maartje uit. „Dat zijn twee zaken die botsen omdat ze niet bij elkaar passen.”

Anneke legt uit hoe ze de theorie van Hegel terugziet in coronatijd. „We willen elkaar graag een hand geven (these), maar dat mag niet van de overheid (antithese). Uit dit conflict zal volgens de theorie van Hegel synthese ontstaan, een compromis tussen de wens elkaar een hand te willen geven en het verbod van de overheid. Als die tegenstellingen eenmaal gebotst hebben, ontstaat er iets echt nieuws. Dan kun je niet meer terug naar de tegenstellingen.”

Maartje ziet al dat de wereld niet meer is zoals hij was. „Door het verbod op handen schudden ben ik veel meer gaan beseffen hoe onhygiënisch dat eigenlijk is.” Anneke merkt dat ze graag meer afstand houdt van andere mensen. „Ik zat pas in de kerk en dacht: ik wil niet dat er straks weer een vreemde pal naast me zit. Dat lijkt me erg ongemakkelijk. Zo dicht bij mensen komen zal niet meer normaal zijn. Het oude normaal is verdwenen. Afstand houden is normaal.”

 

Een les in afhankelijkheid

Hoe kun je, terwijl je alle ellende die corona aanricht ziet, tóch geloven in een goede en almachtige God? Dat vroegen Sander Maljaars en Liza van Vlastuin aan de christelijke filosoof René van Woudenberg (1957-heden).

Liza: „Corona is natuurlijk heel vervelend. Er zijn zo veel problemen door in de wereld gekomen. Soms snap je niet meer hoe het kan dat God dit toestaat. Van Woudenberg zegt dat Hij het coronakwaad gebruikt om wat beters, wat hogers te bereiken. Dat zien we niet altijd, maar we geloven dat het zo is.”

Sander: „God laat corona gebeuren om onze zonden. Door ons is het kwaad in de wereld gekomen. God haalt daar het goede nog uit. Hij leert ons een les, zei Van Woudenberg. Ik ben dat met hem eens. Met corona kregen we een klap. Er gebeurde iets wat we niet onder controle hadden. Dat leert dat we afhankelijk zijn van Hem.”

Liza: „Sommige dingen gebeuren gewoon. Soms mogen we stoppen met nadenken en vertrouwen dat God onze weg leidt.” 

 

Bekijk hier het hele magazine