Openbaring 22:12-21

En zie, Ik kom haastiglijk en Mijn loon is met Mij, om een iegelijk te vergelden, gelijk zijn werk zal zijn. Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde; de Eerste en de Laatste. Zalig zijn zij, die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad. Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk, die de leugen liefheeft, en doet. Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de Gemeenten. Ik ben de Wortel en het geslacht Davids, de blinkende Morgenster. En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet. Want ik betuig aan een iegelijk, die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn. En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is. Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom haastiglijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus! De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.

Uitleg

We lezen hier de afscheidswoorden van de Heere Jezus. De laatste woorden die Hij spreekt tot Johannes. Het einde van de Bijbel. Ik kom spoedig, zegt Hij. We horen weleens over mensen die denken te weten wanneer Hij komt. Maar het is nog niet uitgekomen. We lezen in de bijbel vaak dat niemand weet wanneer die dag komt. Alleen de Vader zelf. Christus komt ons vergelden naar onze werken. Dus het komt erop aan wat je doet. Wij denken dat het erom gaat of je gelooft, be-keert bent. Maar het gaat er ook om wat je doet. Niet omdat we met goede werken iets kunnen verdienen. Maar ze zullen uit genade beloond worden. En de boze werken zullen gestraft worden. In vers 14 staat ook: zalig zijn zij die Zijn geboden doen! We lezen hierover in Mattheus 25. De hongerigen eten geven, vreemdelingen onderdak geven, gevangenen bezoeken. Ergens anders staat dat weduwen en wezen bezoeken tot de daden van het geloof hoort. Zo wordt het geloof praktijk in het leven. Zoals de samenvatting van de wet is: God liefhebben en de naaste. Niet voor jezelf leven. Het gaat hier over het verlangen van de gelovige, de bruid, naar Zijn komst. Want de bruid wil bij de bruidegom zijn! Misschien verlang je helemaal niet naar Zijn komst. Want je hebt het hier prima naar je zin. Of je bent er bang voor. Omdat je bij de mensen hoort die in vers 15 genoemd worden. Dan mag je inderdaad bang zijn. Maar laat die angst je aan Zijn voeten brengen. Hij roept je vandaag weer: Als je dorst hebt, kom! Je kunt het water van het leven voor niets krijgen.