Armenzorg

Deutronomium 15:7-18

Wanneer er onder u een arme zal zijn, een uit uw broederen, in een uwer poorten, in uw land, dat de HEERE, uw God, u geven zal, zo zult gij uw hart niet verstijven, noch uw hand toesluiten voor uw broeder, die arm is; Maar gij zult hem uw hand mildelijk opendoen, en zult hem rijkelijk lenen, genoeg voor zijn gebrek, dat hem ontbreekt. Wacht u, dat in uw hart geen Belialswoord zij, om te zeggen: Het zevende jaar, het jaar der vrijlating, naakt; dat uw oog boos zij tegen uw broeder, die arm is, en dat gij hem niet gevet; en hij over u roepe tot den HEERE, en zonde in u zij. Gij zult hem mildelijk geven, en uw hart zal niet boos zijn, als gij hem geeft; want om dezer zake wil zal u de HEERE, uw God, zegenen in al uw werk, en in alles, waaraan gij uw hand slaat. Want de arme zal niet ophouden uit het midden des lands; daarom gebiede ik u, zeggende: Gij zult uw hand mildelijk opendoen aan uw broeder, aan uw bedrukten en aan uw armen in uw land. Wanneer uw broeder, een Hebreer of een Hebreinne, aan u verkocht zal zijn, zo zal hij u zes jaren dienen; maar in het zevende jaar zult gij hem vrij van u laten gaan. En als gij hem vrij van u gaan laat, zo zult gij hem niet ledig laten gaan: Gij zult hem rijkelijk opleggen van uw kudde, en van uw dorsvloer, en van uw wijnpers; waarin u de HEERE, uw God, gezegend heeft, daarvan zult gij hem geven. En gij zult gedenken, dat gij een dienstknecht in Egypteland geweest zijt, en dat u de HEERE, uw God, verlost heeft; daarom gebiede ik u heden deze zake. Maar het zal geschieden, als hij tot u zeggen zal: Ik zal niet van u uitgaan, omdat hij u en uw huis liefheeft, dewijl het hem wel bij u is; Zo zult gij een priem nemen, en steken in zijn oor en in de deur, en hij zal eeuwiglijk uw dienstknecht zijn; en aan uw dienstmaagd zult gij ook alzo doen. Het zal niet hard zijn in uw ogen, als gij hem vrij van u gaan laat; want als een dubbel-loons-dagloner heeft hij u zes jaren gediend; zo zal u de HEERE, uw God, zegenen in alles, wat gij doen zult.

Uitleg

Over armoede spreekt de Bijbel duidelijke taal. Echte armoede mag niet bestaan. Je hand moet voor de armen mild worden opengedaan. Dat wordt verschillende keren in het Bijbelgedeelte van deze dag genoemd. Daar kunnen we veel van leren. Ondanks de sociale voorzieningen voor de armen in ons land is er nog veel stille armoede. En wat denk je van de armen buiten onze landsgrenzen? In de tijd van het Oude Testament waren er allerlei regels om voor de armen te zorgen. In het sabbatsjaar werd het land niet bewerkt en ingezaaid. Wat het toch nog opbracht, was in dat jaar bestemd voor de armen. Het hoogtepunt in de armenzorg was het jubeljaar (elk vijftigste jaar). In dat jaar moest al het land weer gratis worden teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaar. Die had zijn land, vaak door armoede gedwongen, in de voorgaande jaren verkocht. De Heere eiste overigens ook een barmhartige houding tijdens de ‘gewone’ jaren. Een deel van de normale oogsten was eveneens voor de armen bestemd. De hoek van het veld mocht niet geoogst worden. Wat er nog overbleef bij de oogst van de akkers en de wijngaarden, dat was voor de armen. Uit deze regels blijkt dat de Heere de armen niet vergat. Zul jij ze ook niet vergeten?


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Armenzorg

Over armoede spreekt de Bijbel duidelijke taal. Echte armoede mag niet bestaan. Je hand moet voor de armen mild worden opengedaan. Dat wordt verschillende keren in het Bijbelgedeelte van deze dag genoemd. Daar kunnen we veel van leren. Ondanks de sociale voorzieningen voor de armen in ons land is er nog veel stille armoede. En wat denk je van de ...

-Woensdag: Diaconiecollecte

Tijdens het collecteren in een kerkdienst mag je normaal gesproken eerst geven voor de diaconie of voor een diaconaal doel. Daarna volgt er een collecte voor de kerkvoogdij of het kerkgebouw. Je denkt bij het geven eerst aan de ander en dan pas aan jezelf. De ene keer wordt een diaconie gevraagd om voor een bepaald doel te collecteren. Een ...

-Donderdag: Noodhulp

Bij een grote ramp ergens in de wereld wordt vaak een beroep op je gedaan. Er is geld nodig om noodhulp te kunnen verlenen. Denk aan een tsunami, aardbeving of hongersnood. Er wordt een collecte gehouden en je maakt misschien via de bank zelf wat over. Aan het slot van Handelingen 11 lezen we ook over noodhulp. Agabus is met een ...

-Vrijdag: Tot nut van je naaste

Liefde tot de Heere brengt liefde tot de ander met zich mee. Dat verandert je geldbesteding. Dan krijg je oog voor de nood in je omgeving. Misschien zijn daar wel mensen die het niet zo breed hebben. Gezinnen die tobben met ziekte en zorgen. Mensen die met een minimumloon moeten rondkomen. Een weduwe of een alleenstaande moeder die met haar ...

-Zaterdag: Doe goed aan allen

Wie moeten we wat geven? Aan wie moeten we goed doen? Gooi ik wat in deze collectebus of maak ik wat over aan die stichting? Het is soms moeilijk om een keus te maken. Paulus is in de Galatenbrief heel duidelijk: ‘Laat ons goed doen aan allen.’ Aan allen, dus we mogen geen onderscheid maken op grond van ras, volk ...

-Zondag: Doe gij desgelijks

Je kunt het niet begrijpen. De priester en de Leviet, van wie je zou verwachten dat zij toch zeker wel de gewonde man zouden helpen, lopen hem voorbij. Maar de Samaritaan, van wie je zou verwachten dat hij snel voorbij zou gaan, omdat de gewonde man een vijand van hem is, gaat hem liefde en zorg geven. De Samaritaan doet ...

-Maandag: Gods gave

We zijn aan het eind gekomen van een week, waarin we hebben nagedacht over geven. Veel is er aan de orde geweest. Deze laatste keer gaat het over Gods gave. Daarbij vergeleken valt al ons geven totaal in het niet. God gaf namelijk het liefste wat Hij had: Zijn eniggeboren Zoon. Jij wilt misschien veel aan anderen geven. Maar zou ...