De grote Schepper

Romeinen 10:1-17

Broeders, de toegenegenheid mijns harten, en het gebed, dat ik tot God voor Israel doe, is tot hun zaligheid. Want ik geef hun getuigenis, dat zij een ijver tot God hebben, maar niet met verstand. Want alzo zij de rechtvaardigheid Gods niet kennen, en hun eigen gerechtigheid zoeken op te richten, zo zijn zij der rechtvaardigheid Gods niet onderworpen. Want het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft. Want Mozes beschrijft de rechtvaardigheid, die uit de wet is, zeggende: De mens, die deze dingen doet, zal door dezelve leven. Maar de rechtvaardigheid, die uit het geloof is, spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zal in den hemel opklimmen? Hetzelve is Christus van boven afbrengen. Of, wie zal in den afgrond nederdalen? Hetzelve is Christus uit de doden opbrengen. Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij prediken. Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden. Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid. Want de Schrift zegt: Een iegelijk, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd worden. Want er is geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen. Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden. Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten dergenen, die vrede verkondigen, dergenen, die het goede verkondigen! Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest; want Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking geloofd? Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods,

Uitleg

gebruikt wordt, kan alleen op God worden toegepast, nooit op een mens. Zeker, er wordt wel gezegd, dat een mens iets kan scheppen, zoals bijvoorbeeld een kunstenaar, die een beeldhouwwerk of een schilderstuk schept. Als een mens echter iets schept, dn heeft zo’n mens altijd materiaal nodig, waarmee hij iets tot stand brengt. Het wonderlijke van Gods scheppen is, dat Hij geen materiaal nodig had. Hij heeft alles uit niets geschapen. Alleen door het Woord, dat Hij sprak. Hij sprak en het was er. Zijn Woord bracht alles tot stand. Daarom is er in het Hebreeuws, de taal waarin het Oude Testament is geschreven, maar één woord voor woord en daad. De Joden gebruiken hetzelfde woord om zowel woord als daad aan te duiden. Gods woorden zijn tegelijk daden! Hoe groot is de Heere dan. Hoe groot is ook de kracht van Zijn Woord. Is het jouw strijd, dat je niet weet, hoe je ooit tot God bekeerd moet worden? Als je Gods kinderen met elkaar hoort spreken dan ben je jaloers, dan voel je hoe gelukkig Gods kinderen zijn. Maar je weet niet, hoe jij ook zo gelukkig zult kunnen worden. Is het zo in je leven? Let dan eens op de grootheid en de macht van God. Zou Hij, die alles heeft geschapen uit niets, allen door Zijn Woord, zou Hij jou niet aan Zijn voeten kunnen brengen, zou Hij ook jou niet kunne bekeren? Hij hoeft maar te spreken en het is er. Leg je nood dan maar voor de Heere neer en vraag, of je in je leven de kracht van Zijn Woord mag leren kennen. Dan zal dat Woord je leren, hoe je verloren je bent in jezelf, maar dat het Woord je kan leiden tot Christus, in Wie de zaligheid is. Gods Woord is een kracht tot zaligheid. Zou er voor de Heere iets te wonderlijk zijn?


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Het geloof in de schepping

Het geloof in de goddelijke schepping in zes dagen, zoals het beschreven wordt in Genesis 1, wordt in onze tijd aangevochten. De samenleving wil dat niet meer aanvaarden. Men gaat uit van de evolutietheorie, waarin gesteld wordt, dat de aarde in een lange tijd van miljoenen, zelfs miljarden jaren tot stand is gekomen, in een weg van geleidelijke ontwikkeling. De hogere ...

-Woensdag: God is er

Hoe de toekomst zal zijn, dat weet de Heere alleen. Dat is zeker, als wij door Woord en Geest worden geleid, dan alleen is het goed. Laat het je gebed zijn: maak in Uw Woord mijn gang en treden vast. De Bijbel valt direct met de deur in huis. Al direct wordt de naam van God genoemd. Er wordt niet ...

-Donderdag: De grote Schepper

gebruikt wordt, kan alleen op God worden toegepast, nooit op een mens. Zeker, er wordt wel gezegd, dat een mens iets kan scheppen, zoals bijvoorbeeld een kunstenaar, die een beeldhouwwerk of een schilderstuk schept. Als een mens echter iets schept, dn heeft zo’n mens altijd materiaal nodig, waarmee hij iets tot stand brengt. Het wonderlijke van Gods scheppen is, ...

-Vrijdag: De levendmakende Geest

Hier wordt voor het eerst in de Bijbel de Heilige Geest genoemd. Zoals je weet is de Heilige Geest de derde Persoon van het goddelijke Wezen. Wat is het werk van die Geest? De Heilige Geest is de grote Verwekker en Instandhouder van het leven. Waar leven is, daar werkt de Geest. Dat geldt het leven in de schepping en ...

-Zaterdag: Licht in de duisternis

Direct nadat de Heere hemel en aarde geschapen had, was alles nog woest en ledig. Daarbij was alles ook nog donker, er was geen licht. “Duisternis was op de afgrond.” Maar zie nu het wonder van het scheppende machtwoord Gods. De Heere behoefde alleen maar te spreken: “Daar zij licht!” Op hetzelfde moment was het licht. Hier zie je de ...

-Zondag: Naar Gods beeld

Nadat de Heere alles geschapen had in zes dagen, schiep Hij de mens. De mens was het pronkstuk van Gods schepping. In de mens bereikte de schepping het hoogtepunt. Alleen bij de schepping van de mens lees je, dat God bij Zichzelf raad heeft gehouden en gesproken heeft: “Laat ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat ...

-Maandag: Het was zeer goed

Met deze woorden eindigt de geschiedenis van de schepping. Na de beschrijving van iedere scheppingsdag in Genesis 1 staat er, dat God zag dat het goed was. En hier wordt het als het ware samengevat: God zal alles wat Hij had geschapen, en ziet, het was zeer goed. De schepping is volmaakt uit Gods hand voortgekomen. Er ontbrak niets aan. Als ...