Schepper en Vader

Psalmen 139:13-18

Want Gij bezit mijn nieren; Gij hebt mij in mijner moeders buik bedekt. Ik loof U, omdat ik op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken! ook weet het mijn ziel zeer wel. Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben, en als een borduursel gewrocht ben, in de nederste delen der aarde. Uw ogen hebben mijn ongevormden klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw boek geschreven, de dagen als zij geformeerd zouden worden, toen nog geen van die was. Daarom, hoe kostelijk zijn mij, o God, Uw gedachten! hoe machtig veel zijn haar sommen! Zoude ik ze tellen? Harer is meer, dan des zands; word ik wakker, zo ben ik nog bij U.

Uitleg

Gisteren bespraken we de eerste regel die Calvijn aanhoudt als het gaat om de schepping. Vandaag de tweede. Die deugden van God, die in de schepping van alle dingen naar voren komt, moet ik op mijzelf toepassen. Zo, dat ik daardoor diep in mijn hart geraakt wordt. Als je achteloos aan de schepping voorbij leeft raakt het je niet. Maar kijk eens om je heen, en bedenk dat God alle dingen ter wille van de mens heeft geschapen. Laat het tot je doordringen. Niet zo even een oppervlakkige gedachte. Gods goedheid en vaderlijke zorg , die blijkt uit de volgorde van de schepping: de mens kwam terecht op een aarde waar alles voor hem ingericht was. Pas dit op jezelf toe. Zou het niet ondankbaar zijn, zegt Calvijn, om eraan te twijfelen of zo’n voortreffelijke Vader wel om ons geeft? Hij zorgde al voor ons voor wij geboren werden. Waarom zouden we niet op Hem vertrouwen in nood? In Zijn milde goedheid zorgt Hij voor een overvloed van al het goede. Wij belijden dat God de Schepper van hemel en aarde is. Dat betekent dat alles in Zijn hand is. Want Hij heeft Zijn aarde niet losgelaten toen Hij ze gemaakt had. Daarom mogen wij erop vertrouwen dat Hij nog voor ons zorgt. Hij zal ons geven wat wij nodig hebben. Daarom mogen wij alles wat we verlangen aan Hem voorleggen. En bij alles wat we krijgen mogen we zijn goedheid belijden en Hem ervoor danken. Merk Zijn goedheid en wijsheid, Zijn almacht en genade, op in je leven. Pas het toe op je eigen hart. We leren God kennen door naar Zijn schepping te kijken. Zoals Hij voor Zijn schepping zorgt wil Hij ook voor jou zijn.


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Eén ware God

We horen de verbazing en ergernis in de woorden van Jesaja tegen het volk Israel: weten jullie het nu nog niet?! Jullie maken beelden, van goud of hout, maar dat is de ware God niet. Jullie weten toch van het begin, hoe de aarde op haar fundament is gezet. Hij heeft de hemel uitgespannen. Kijk om je heen. Je weet ...

-Woensdag: Gods deugden zichtbaar in Zijn schepping

Jullie kennen vast de Institutie van Calvijn. Hij schrijft dat er twee regels zijn waar we ons aan moeten houden als het om de schepping gaat. Vandaag regel één. “ Gods deugden komen in Zijn schepselen naar voren en wij mogen daar niet achteloos of onnadenkend aan voorbij leven”. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan het heelal. God heeft alle hemellichamen ...

-Donderdag: Schepper en Vader

Gisteren bespraken we de eerste regel die Calvijn aanhoudt als het gaat om de schepping. Vandaag de tweede. Die deugden van God, die in de schepping van alle dingen naar voren komt, moet ik op mijzelf toepassen. Zo, dat ik daardoor diep in mijn hart geraakt wordt. Als je achteloos aan de schepping voorbij leeft raakt het je niet. Maar ...

-Vrijdag: God houdt Zijn werk in stand

We kennen allemaal de eerste woorden van de Bijbel. In het begin schiep God de hemel en de aarde. Een volmaakte schepping. Af en toe zien we iets paradijselijks in deze wereld. Bijvoorbeeld onbaatzuchtige liefde. Maar er was een zondvloed nodig. De boosheid van de mensen was zo groot en veel, dat God besloot de mens te verdelgen. Na de ...

-Zaterdag: God maakte het goed, en maakt het weer goed

Probeer je eens voor te stellen hoe het was in het paradijs. Er was vrede. De mensen hoefden geen dieren te doden. Die vormden geen bedreiging. Adam en Eva aten planten. Er was geen jaloezie, geen ruzie, geen verdriet. Er waren geen geheimen. Tussen mens en dier was alles goed. En tussen God en alles wat Hij gemaakt had was ...

-Zondag: Willens en wetens ongelovig

Petrus zegt: maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde waarin gerechtigheid woont! Jesaja schrijft al over die belofte van God. Petrus voorzegt dat er spotters zullen zijn, die leven zoals ze zelf willen. Zij geloven niet dat God bestaat. Zolang als de aarde bestaat is alles hetzelfde gebleven, zeggen ze. Wanneer komt die God nu? ...

-Maandag: Zeker weten!

Je kent het verhaal misschien. Over de vrouw die iemand ontmoette met wie ze in gesprek raakte over het bestaan van God. Haar gesprekspartner ontkende het bestaan van God. Maar zij wist zeker dat Hij er is. Hoe weet je dat dan, werd haar gevraagd. Ik heb Hem vanmorgen nog ontmoet, mocht ze vertellen. Ze had Hem ontmoet in Zijn ...