Zaterdag: Erven of sterven

Openbaring 21:6-21:7

En Hij sprak tot mij: Het is geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde. Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water des levens voor niet. Die overwint, zal alles beerven; en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn. Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood. En tot mij kwam een van de zeven engelen, die de zeven fiolen hadden, welke vol geweest waren van de zeven laatste plagen, en sprak met mij, zeggende: Kom herwaarts, ik zal u tonen de Bruid, de Vrouw des Lams. En hij voerde mij weg in den geest op een groten en hogen berg, en hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, nederdalende uit den hemel van God. En zij had de heerlijkheid Gods, en haar licht was den allerkostelijksten steen gelijk, namelijk als den steen Jaspis, blinkende gelijk kristal. En zij had een groten en hogen muur, en had twaalf poorten, en in de poorten twaalf engelen, en namen daarop geschreven, welken zijn de namen der twaalf geslachten der kinderen Israels. Van het oosten waren drie poorten, van het noorden drie poorten, van het zuiden drie poorten, van het westen drie poorten. En de muur der stad had twaalf fondamenten, en in dezelve de namen der twaalf apostelen des Lams. En hij die met mij sprak, had een gouden rietstok, opdat hij de stad zou meten, en haar poorten, en haar muur. En de stad lag vierkant, en haar lengte was zo groot als haar breedte. En hij mat de stad met den rietstok op twaalf duizend stadien; de lengte, en de breedte, en de hoogte derzelve waren even gelijk. En hij mat haar muur op honderd vier en veertig ellen, naar de maat eens mensen, welke des engels was. En het gebouw van haar muur Jaspis; en de stad was zuiver goud, zijnde zuiver glas gelijk. En de fondamenten van den muur der stad waren met allerlei kostelijk gesteente versierd. Het eerste fondament was Jaspis, het tweede Saffier, het derde Chalcedon, het vierde Smaragd. Het vijfde Sardonix, het zesde Sardius, het zevende Chrysoliet, het achtste Beryl, het negende Topaas, het tiende Chrysopraas, het elfde Hyacinth, het twaalfde Amethyst. En de twaalf poorten waren twaalf paarlen, een iedere poort was elk uit een paarl; en de straat der stad was zuiver goud; gelijk doorluchtig glas.

Uitleg

Maakt het uit hoe je leeft? Er zijn mensen die zeggen (of het met hun leven laten zien): ‘De werken zijn niet van belang, zalig worden is toch genade alleen?’ Het laatste is waar, het eerste niet. Juist wie leeft van Gods vrije genade, leert volhardend strijden tegen zichzelf, tegen de verleidingen van de wereld, tegen het verkeerde. Uit liefde tot Christus! Zulke strijders, die zich helemaal op Hem aangewezen weten, zullen overwinnen. En… zullen alles beërven. In dat woord klinkt het loflied van Gods genade door.

Een erfenis verdien je niet; die krijg je, omdat een ander stierf. Jezus Christus is de grote Erflater, in Wiens bloed het Testament vastligt. Wat daar in staat, laat het tweede gedeelte van vers 7 zien: de belofte van volkomen Godsgemeenschap. Hoe vreselijk is dan de tegenstelling: allen die volharden in de zonde, in welke concrete vorm dan ook, ontlopen Gods eeuwige straf niet. Daar zullen er bij zijn, van wie er eerst grote verwachtingen waren. Maar lieten het erbij zitten; ze vielen terug. Ze worden voor eeuwig (altijd) uitgesloten van het leven met God. Zeg eens: kun je zoiets met een koud hart lezen? ‘HEERE, behoud ons…’


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Woensdag: God zal recht doen

Wat is er in de loop van de eeuwen al een bloed van christenen vergoten! Laten wij in ons gebed de vervolgden om Christus’ wil niet vergeten. Misschien denk je: kan dat nu allemaal maar? Waarom grijpt de Heere niet in? Wel, dat zal Hij zeker doen. De dag van Gods rechtvaardig oordeel komt. Nu al tekent zich ...

-Woensdag: Donderdag: De brede en de smalle weg

Christus roept op om Hem te volgen op de weg van de gehoorzaamheid aan God op de smalle weg van het kruis. Op de brede weg kun je naar eigen goeddunken gaan, een beetje uitwijken als het moeilijk wordt, zoals de rijke jongeling, of de priester en de leviet in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Bij Jezus is ...

-Donderdag: Vrijdag: Ergernissen

Jezus waarschuwt ons dat wij anderen en dan in het bijzonder de jong gelovigen niet zullen ergeren of ten val zullen brengen door onze handelswijze. Wij kunnen zo gauw iemand in de hoek drukken, maar ook door ons verkeerde voorbeeld van de rechte weg afbrengen. Wij gaan nooit neutraal door het leven: wij zijn of een zegen voor anderen ...

-Vrijdag: Zaterdag: Erven of sterven

Maakt het uit hoe je leeft? Er zijn mensen die zeggen (of het met hun leven laten zien): ‘De werken zijn niet van belang, zalig worden is toch genade alleen?’ Het laatste is waar, het eerste niet. Juist wie leeft van Gods vrije genade, leert volhardend strijden tegen zichzelf, tegen de verleidingen van de wereld, tegen het ...

-Zaterdag: Zondag: De laatste bazuin

We leven heen naar de grote dag dat Christus terugkomt. Ben jij bereid Hem te ontmoeten? Dat zal alleen kunnen als we door de Heilige Geest een nieuw hart hebben gekregen. Maar dan moet ook ons lichaam nog vernieuwd worden. Heel ons vergankelijke, door de zonde getekende bestaan moet ‘getransformeerd’ worden. Dat gebeurt als de in Christus ...

-Zondag: Maandag: Geduld

Geduld heeft in de Bijbel de klank van: wachten met het oordeel. Je kent dat wel: je kunt soms al te snel je oordeel over iemand hebben. Je kunt al te snel in een bepaalde situatie willen ingrijpen (‘het moet nu maar eens afgelopen zijn’!), terwijl met meer geduld een andere afloop mogelijk was. kerkenraden moeten altijd ...

-Maandag: