Maar nu ben ik hun een snarenspel geworden, en ik ben hun tot een klapwoord. Zij hebben een gruwel aan mij, zij maken zich verre van mij, ja, zij onthouden het speeksel niet van mijn aangezicht. Want Hij heeft mijn zeel losgemaakt, en mij bedrukt; daarom hebben zij den breidel voor mijn aangezicht afgeworpen. Ter rechterhand staat de jeugd op, stoten mijn voeten uit, en banen tegen mij hun verderfelijke wegen. Zij breken mijn pad af, zij bevorderen mijn ellende; zij hebben geen helper van doen. Zij komen aan, als door een wijde breuk; onder de verwoesting rollen zij zich aan. Men is met verschrikkingen tegen mij gekeerd; elk een vervolgt als een wind mijn edele ziel, en mijn heil is als een wolk voorbijgegaan. Daarom stort zich nu mijn ziel in mij uit; de dagen des druks grijpen mij aan. Des nachts doorboort Hij mijn beenderen in mij, en mijn polsaderen rusten niet. Door de veelheid der kracht is mijn kleed veranderd; Hij omgordt mij als de kraag mijns roks. Hij heeft mij in het slijk geworpen, en ik ben gelijk geworden als stof en as. Ik schrei tot U, maar Gij antwoordt mij niet; ik sta, maar Gij acht niet op mij. Gij zijt veranderd in een wrede tegen mij; door de sterkte Uwer hand wederstaat Gij mij hatelijk. Gij heft mij op in den wind; Gij doet mij daarop rijden, en Gij versmelt mij het wezen. Want ik weet, dat Gij mij ter dood brengen zult, en tot het huis der samenkomst aller levenden. Maar Hij zal tot den aardhoop de hand niet uitsteken; is er bij henlieden geschrei in zijn verdrukking? Weende ik niet over hem, die harde dagen had? Was mijn ziel niet beangst over den nooddruftige? Nochtans toen ik het goede verwachtte, zo kwam het kwade; toen ik hoopte naar het licht, zo kwam de donkerheid. Mijn ingewand ziedt, en is niet stil; de dagen der verdrukking zijn mij voorgekomen. Ik ga zwart daarheen, niet van de zon; opstaande schreeuw ik in de gemeente. Ik ben den draken een broeder geworden, en een metgezel der jonge struisen. Mijn huid is zwart geworden over mij, en mijn gebeente is ontstoken van dorrigheid.
Uitleg
Uitgelachen worden kan een mens diep raken. Kinderen, die in hun jeugd vaak worden uitgelachen, hebben het daar vaak nóg moeilijk mee. Vooral als mensen je uitlachen om een lichamelijke afwijking, een handicap of iets ergs dat je overkomt.
Uitlachen is iets duivels. Job wordt hier uitgelachen omdat hij ziek is. Omdat zijn lichaam er gewoon niet meer uitziet. Vernederend dat het jongeren zijn. En wat voor jongeren: hun vaders zou Job vroeger niet eens als herders hebben gewild. Aan een hond had hij meer om de kudde te bewaken.
Praatjesmakers, die niets presteerden. En nu lachen deze jongeren hem gewoon uit, omdat hij zo ziek is. Ook weer werktuigen in de hand van satan, om Job wanhopig te maken.
Maar was dat ook niet het vernederende in het lijden van de Heere Jezus? Dat Hij werd uitgelachen, bespot. Toen Hij aan het kruis hing, werd Hij uitgelachen. Omdat Hij op God vertrouwde. En omdat God Hem niet scheen te verhoren.
Daarom kan Hij mij en jou zo goed begrijpen, als je wordt uitgelachen om een handicap of om het geloof. Hij weet wat het is. Schuil maar bij Hém. Bij Hem is troost en kracht. Hij geeft moed aan wie in Hem gelooft. En door Hem zal ik straks verhoogd worden.
Uitgelachen worden kan een mens diep raken. Kinderen, die in hun jeugd vaak worden uitgelachen, hebben het daar vaak nóg moeilijk mee. Vooral als mensen je uitlachen om een lichamelijke afwijking, een handicap of iets ergs dat je overkomt.
Uitlachen is iets duivels. Job wordt hier uitgelachen omdat hij ziek is. Omdat zijn lichaam er ...
Hoogmoed komt voor de val, zegt het spreekwoord. Ook in de geestelijke strijd. Hoogmoed is duivelswerk. Daar rust nooit zegen op. Dan trekt de HEERE Zich terug en dan wordt de duivel machtig in ons leven.
Maar Jakobus’ opdracht voor ons is precies andersom: onderwerp je aan God! Wees nederig voor Hem, dat wil zeggen: denk ...
David is nog ver van de troon; Saul zit hem achterna en zijn toekomstige dienaren begrijpen hem niet. In zijn wanhoop vlucht hij naar de Filistijnen, maar zij herkennen hem als degene die hun reus Goliath heeft gedood. Hij wordt direct gearresteerd. ...
Wat komen mensen vaak in de loop van hun leven heel ergens anders terecht dan zij hadden gedroomd. Je kunt plannen zoveel je wilt, maar het gaat altijd anders. Menselijke planning wordt bijna altijd overhoop gegooid. Het is zo vaak gebleken dat wij onze weg kunnen overdenken, maar dat de HEERE de hoogste leiding heeft. De ...
Als iets fout is gegaan, kun je maar het beste terugkeren naar het punt waar het nog goed was. Om daar opnieuw te beginnen. Zoals een pianoleraar tegen een leerling zeggen kan: ‘Begin nog maar eens bij die maat…’
Abram keert terug naar de plaats, waar het nog goed ...
Dat is één van de eerste dingen die we juist wel doen: vertrouwen op wat ons hart ons ingeeft en wat er in ons hart leeft. De Bijbel waarschuwt daar vaak tegen. In de tekst wordt zelfs gezegd dat we een dwaas zijn als we wel op het eigen hart vertrouwen. Maar als we in wijsheid onze ...
De middag is voorbij, de zon begint te dalen. De Baälpriesters hebben niets bereikt. Een vreemde stilte daalt over de Karmel als Elia het volk naar hem toe roept. Nu zal Elia gaan bidden tot de HEERE.
Eerst herstelt Elia het altaar (blijkbaar hadden de Baälpriesters dat in ...
Dinsdag: Job wordt uitgelachen
Job 30:9-30:10
Uitleg
Uitgelachen worden kan een mens diep raken. Kinderen, die in hun jeugd vaak worden uitgelachen, hebben het daar vaak nóg moeilijk mee. Vooral als mensen je uitlachen om een lichamelijke afwijking, een handicap of iets ergs dat je overkomt.
Uitlachen is iets duivels. Job wordt hier uitgelachen omdat hij ziek is. Omdat zijn lichaam er gewoon niet meer uitziet. Vernederend dat het jongeren zijn. En wat voor jongeren: hun vaders zou Job vroeger niet eens als herders hebben gewild. Aan een hond had hij meer om de kudde te bewaken.
Praatjesmakers, die niets presteerden. En nu lachen deze jongeren hem gewoon uit, omdat hij zo ziek is. Ook weer werktuigen in de hand van satan, om Job wanhopig te maken.
Maar was dat ook niet het vernederende in het lijden van de Heere Jezus? Dat Hij werd uitgelachen, bespot. Toen Hij aan het kruis hing, werd Hij uitgelachen. Omdat Hij op God vertrouwde. En omdat God Hem niet scheen te verhoren.
Daarom kan Hij mij en jou zo goed begrijpen, als je wordt uitgelachen om een handicap of om het geloof. Hij weet wat het is. Schuil maar bij Hém. Bij Hem is troost en kracht. Hij geeft moed aan wie in Hem gelooft. En door Hem zal ik straks verhoogd worden.
Terug naar Bijbel & leesplannen
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: Job wordt uitgelachen
Uitgelachen worden kan een mens diep raken. Kinderen, die in hun jeugd vaak worden uitgelachen, hebben het daar vaak nóg moeilijk mee. Vooral als mensen je uitlachen om een lichamelijke afwijking, een handicap of iets ergs dat je overkomt.
Uitlachen is iets duivels. Job wordt hier uitgelachen omdat hij ziek is. Omdat zijn lichaam er ...
-Woensdag: Woensdag: Nederigheid komt voor verhoging
Hoogmoed komt voor de val, zegt het spreekwoord. Ook in de geestelijke strijd. Hoogmoed is duivelswerk. Daar rust nooit zegen op. Dan trekt de HEERE Zich terug en dan wordt de duivel machtig in ons leven.
Maar Jakobus’ opdracht voor ons is precies andersom: onderwerp je aan God! Wees nederig voor Hem, dat wil zeggen: denk ...
-Donderdag: Donderdag: Angst en vertrouwen
donderdag
Angst en vertrouwen
Lezen: Psalm 56: 1-8
David is nog ver van de troon; Saul zit hem achterna en zijn toekomstige dienaren begrijpen hem niet. In zijn wanhoop vlucht hij naar de Filistijnen, maar zij herkennen hem als degene die hun reus Goliath heeft gedood. Hij wordt direct gearresteerd. ...
-Vrijdag: Vrijdag: De mens overdenkt zijn plannen, God stuurt zijn weg
Wat komen mensen vaak in de loop van hun leven heel ergens anders terecht dan zij hadden gedroomd. Je kunt plannen zoveel je wilt, maar het gaat altijd anders. Menselijke planning wordt bijna altijd overhoop gegooid. Het is zo vaak gebleken dat wij onze weg kunnen overdenken, maar dat de HEERE de hoogste leiding heeft. De ...
-Zaterdag: Zaterdag: Op de goede weg
Lezen: Genesis 13: 1-9
Als iets fout is gegaan, kun je maar het beste terugkeren naar het punt waar het nog goed was. Om daar opnieuw te beginnen. Zoals een pianoleraar tegen een leerling zeggen kan: ‘Begin nog maar eens bij die maat…’
Abram keert terug naar de plaats, waar het nog goed ...
-Zondag: Zondag: Vertrouw niet op je eigen hart
Dat is één van de eerste dingen die we juist wel doen: vertrouwen op wat ons hart ons ingeeft en wat er in ons hart leeft. De Bijbel waarschuwt daar vaak tegen. In de tekst wordt zelfs gezegd dat we een dwaas zijn als we wel op het eigen hart vertrouwen. Maar als we in wijsheid onze ...
-Maandag: Maandag: Geloofsvertrouwen
Lezen: 1 Koningen 18: 30-35
De middag is voorbij, de zon begint te dalen. De Baälpriesters hebben niets bereikt. Een vreemde stilte daalt over de Karmel als Elia het volk naar hem toe roept. Nu zal Elia gaan bidden tot de HEERE.
Eerst herstelt Elia het altaar (blijkbaar hadden de Baälpriesters dat in ...