Wat zullen wij dan zeggen? Dat de heidenen, die de rechtvaardigheid niet zochten, de rechtvaardigheid verkregen hebben, doch de rechtvaardigheid, die uit het geloof is.
Uitleg
Paulus komt in deze verzen aan een afronding toe van wat hij over Israëls plaats in Gods heilshandelen kan zeggen. En dan ziet hij de schrijnende tegenstelling dat de heidense volken het Evangelie van het geloof in Christus als de enige weg tot rechtvaardiging van een mens voor God hebben aanvaard – een Evangelie, een rechtvaardiging die ze toch zelf nooit gezocht hadden!
Maar de Joden die nu juist Gods bijzondere openbaring in de wet hebben ontvangen, hebben zich op een verkeerde manier met die wet beziggehouden. In plaats van de wet als Gods beloftewoord te bezien, maakten zij er een weg van menselijke inspanning van. En zo werd die wet een steen des aanstoots, een struikelblok op de eigen weg naar het heil.
Dat toont Paulus aan door twee verschillende aanhalingen uit Jesaja te combineren, om opnieuw vanuit de Schriften enerzijds het aanstootgevende van Gods in Christus geschonken rechtvaardigheid te laten zien (waarover Israël in meerderheid is gevallen), maar anderzijds ook het rotsvaste van Gods belofte in Christus, waarop het geloof mag bouwen.
Ja, dat is altijd de kern van de zaak: is Christus, de Vervuller van Gods wet, voor mij een steen des aanstoots, of de vaste rots van mijn behoud als de zonde mij benauwt en de moeiten van het leven mij bezwaren?
Het gaat in de hoofdstukken 9 tot 11 steeds over Gods handelen met de Joden en met de heidenvolken. In de vandaag gelezen verzen ziet Paulus in de profetie van Hosea zelfs dat God Zijn volk wegens hun ongeloof verstoot en het Niet-Mijn-volk noemt, maar de heidenvolken, die in feite niet tot Zijn volk behoren, erbij haalt en hen noemt: Mijn-volk. ...
Gaf Paulus gisteren vanuit de Schrift licht over Gods erbij trekken van de heidenvolken, vandaag laat hij in onze verzen zien dat Jesaja al heeft gezegd dat het aan Abraham beloofde talrijke volk wel drastisch verkleind kan worden. Het is Paulus’ ervaring dat veel Joden niet tot geloof in de Christus der Schriften komen, vergeleken met het hele ...
Paulus komt in deze verzen aan een afronding toe van wat hij over Israëls plaats in Gods heilshandelen kan zeggen. En dan ziet hij de schrijnende tegenstelling dat de heidense volken het Evangelie van het geloof in Christus als de enige weg tot rechtvaardiging van een mens voor God hebben aanvaard – een Evangelie, een rechtvaardiging die ...
Het hartzeer waar Paulus in hoofdstuk 9 van sprak, komt nog eens naar voren als hij zijn genegenheid (letterlijk: welbehagen – zoals God dat volgens de engelenzang in mensen heeft!) voor zijn broeders noemt. Hoewel zijn geloofsgenoten in Christus uit de heidenen ook broeders zijn, geeft hij zijn broederschap met Israël niet op. Hij bidt ...
Hoe kunnen wij met God leven? Hoe heeft God ons leven bedoeld en waar loopt het op uit? Daar hebben alle wereldreligies een eigen antwoord op gegeven.
Paulus wist bij voorbeeld van de Griekse en Romeinse godsdiensten en verkondigde in zijn tijd het geloof in Jezus Christus als noodzakelijk voor alle mensen. Maar hij kijkt nu speciaal ...
Het gaat Paulus om de juiste belijdenis en het juiste belijden. Wat moet beleden worden? Dat Jezus de Kurios is en dat God Hem uit de doden heeft opgewekt. Dat lijkt een heel korte belijdenis, maar als u bedenkt dat de Romeinen hun keizer (kurios) tot instandhouding van het immense rijk goddelijke aanbidding verschuldigd waren en dat de Grieken ...
Zondag lazen we wat Paulus over het ware geloofsbelijden schrijft. Hij wees daarbij ook op de Schrift, op Jesaja 28. Nu doet hij dat weer en komt met een citaat uit Joël 2. Hij is immers bezig Gods openbaring in Jezus Christus uit de Schrift te ‘bewijzen’, zodat de Joden zullen zien dat alles allang in de ...
Donderdag: Geschonken rechtvaardigheid
Romeinen 9:30
Uitleg
Paulus komt in deze verzen aan een afronding toe van wat hij over Israëls plaats in Gods heilshandelen kan zeggen. En dan ziet hij de schrijnende tegenstelling dat de heidense volken het Evangelie van het geloof in Christus als de enige weg tot rechtvaardiging van een mens voor God hebben aanvaard – een Evangelie, een rechtvaardiging die ze toch zelf nooit gezocht hadden!
Maar de Joden die nu juist Gods bijzondere openbaring in de wet hebben ontvangen, hebben zich op een verkeerde manier met die wet beziggehouden. In plaats van de wet als Gods beloftewoord te bezien, maakten zij er een weg van menselijke inspanning van. En zo werd die wet een steen des aanstoots, een struikelblok op de eigen weg naar het heil.
Dat toont Paulus aan door twee verschillende aanhalingen uit Jesaja te combineren, om opnieuw vanuit de Schriften enerzijds het aanstootgevende van Gods in Christus geschonken rechtvaardigheid te laten zien (waarover Israël in meerderheid is gevallen), maar anderzijds ook het rotsvaste van Gods belofte in Christus, waarop het geloof mag bouwen.
Ja, dat is altijd de kern van de zaak: is Christus, de Vervuller van Gods wet, voor mij een steen des aanstoots, of de vaste rots van mijn behoud als de zonde mij benauwt en de moeiten van het leven mij bezwaren?
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: Heidenen behoren ook tot Gods volk
Het gaat in de hoofdstukken 9 tot 11 steeds over Gods handelen met de Joden en met de heidenvolken. In de vandaag gelezen verzen ziet Paulus in de profetie van Hosea zelfs dat God Zijn volk wegens hun ongeloof verstoot en het Niet-Mijn-volk noemt, maar de heidenvolken, die in feite niet tot Zijn volk behoren, erbij haalt en hen noemt: Mijn-volk. ...
-Woensdag: Woensdag: Een rest wordt behouden
Gaf Paulus gisteren vanuit de Schrift licht over Gods erbij trekken van de heidenvolken, vandaag laat hij in onze verzen zien dat Jesaja al heeft gezegd dat het aan Abraham beloofde talrijke volk wel drastisch verkleind kan worden. Het is Paulus’ ervaring dat veel Joden niet tot geloof in de Christus der Schriften komen, vergeleken met het hele ...
-Donderdag: Donderdag: Geschonken rechtvaardigheid
Paulus komt in deze verzen aan een afronding toe van wat hij over Israëls plaats in Gods heilshandelen kan zeggen. En dan ziet hij de schrijnende tegenstelling dat de heidense volken het Evangelie van het geloof in Christus als de enige weg tot rechtvaardiging van een mens voor God hebben aanvaard – een Evangelie, een rechtvaardiging die ...
-Vrijdag: Vrijdag: Paulus� voorbede
Het hartzeer waar Paulus in hoofdstuk 9 van sprak, komt nog eens naar voren als hij zijn genegenheid (letterlijk: welbehagen – zoals God dat volgens de engelenzang in mensen heeft!) voor zijn broeders noemt. Hoewel zijn geloofsgenoten in Christus uit de heidenen ook broeders zijn, geeft hij zijn broederschap met Israël niet op. Hij bidt ...
-Zaterdag: Zaterdag: Een nabije, geschonken Christus
Hoe kunnen wij met God leven? Hoe heeft God ons leven bedoeld en waar loopt het op uit? Daar hebben alle wereldreligies een eigen antwoord op gegeven.
Paulus wist bij voorbeeld van de Griekse en Romeinse godsdiensten en verkondigde in zijn tijd het geloof in Jezus Christus als noodzakelijk voor alle mensen. Maar hij kijkt nu speciaal ...
-Zondag: Zondag: Wie niet beschaamd wordt
Het gaat Paulus om de juiste belijdenis en het juiste belijden. Wat moet beleden worden? Dat Jezus de Kurios is en dat God Hem uit de doden heeft opgewekt. Dat lijkt een heel korte belijdenis, maar als u bedenkt dat de Romeinen hun keizer (kurios) tot instandhouding van het immense rijk goddelijke aanbidding verschuldigd waren en dat de Grieken ...
-Maandag: Maandag: Jezus is Heere over Jood en Griek
Zondag lazen we wat Paulus over het ware geloofsbelijden schrijft. Hij wees daarbij ook op de Schrift, op Jesaja 28. Nu doet hij dat weer en komt met een citaat uit Joël 2. Hij is immers bezig Gods openbaring in Jezus Christus uit de Schrift te ‘bewijzen’, zodat de Joden zullen zien dat alles allang in de ...