Vrijdag: De rede van St�fanus (2)

Handelingen 7:51

Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij.

Uitleg

In het laatste stuk van zijn rede spreekt Stéfanus over de tabernakel en de tempel. De tempel was voor de Joden en het Sanhedrin een heilige plaats, want daar woonde toch de Heere. God gaf aan het volk Israël een tabernakel en later mocht Salomo een tempel bouwen. Het was de plaats waar de Heere liet zien dat Hij, de hoge God, wilde wonen onder Zijn volk. Maar niet de tent als tent, of het mooie tempelgebouw als gebouw was heilig. Het was heilig omdat God erin wilde wonen. Het Sanhedrin dacht: wij hebben de tempel en daarom hebben wij God onder ons. “Nee,” zegt Stéfanus, “dat is mis. God is veel te groot dan dat Hij opgesloten kan worden in een gebouw. Dus jullie hebben geen grote, maar juist veel te kleine gedachten van God.” Het tempelgebouw vereren de Joden, maar de Heere verachten ze. Het erge is, dat ze het zelf helemaal niet beseffen dat ze dat doen! Omdat het tempelgebouw in Jeruzalem staat, denken ze dat ze God in hun midden hebben en dat ze te allen tijde over God kunnen beschikken. Daarom zegt Stéfanus tegen die deftige mannen van het Sanhedrin: Gij hardnekkigen van hart. Hardnekkig betekent stijfkoppig, hoogmoedig. En dat waren ze! Omdat ze niet wilden buigen voor God, en zo weerstonden ze de Heilige Geest. Heb jij al leren buigen voor God? Niet God moet voor ons buigen, maar omgekeerd: wij moeten buigen voor Gods grootheid en majesteit. En dat doen we niet, omdat we zo hoogmoedig zijn.

 

 


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Een nieuwe diaken

De eerste christengemeente in Jeruzalem groeit erg snel. Velen komen tot bekering. Wat zien we hier duidelijk dat als de Heilige Geest werkt, er dan wonderen gebeuren. Dan komen er zondaren tot bekering. Wil je bekeerd worden? Dan moet je vragen of de Heilige Geest in je hart wil komen. Dan gebeuren er ook in jouw leven wonderlijke dingen. ...

-Woensdag: Woensdag: Beschuldigd van laster

Stéfanus was niet alleen een diaken, maar ook een evangelist. Niet alleen in zijn daden, het verzorgen van de armen, maar ook in zijn woorden gaat er veel van hem uit. Hij verkondigt onder de Joden de Heere Jezus. Zij, de Joden, hebben Hem wel gekruisigd, maar die door hen verworpen Jezus is de van God beloofde ...

-Donderdag: Donderdag: De rede van St�fanus (1)

Voor het Sanhedrin met de machtige hogepriester als voorzitter houdt Stéfanus een rede die we lezen in Handelingen 7:2-53. Wat een geloofsmoed om zo te getuigen! Stéfanus gaat het Sanhedrin een geschiedenisles geven! Niet zomaar een les. Nee, hij begint bij Abraham, daarna noemt hij Jozef. Steeds wijst hij erop dat God doet wat Hij ...

-Vrijdag: Vrijdag: De rede van St�fanus (2)

In het laatste stuk van zijn rede spreekt Stéfanus over de tabernakel en de tempel. De tempel was voor de Joden en het Sanhedrin een heilige plaats, want daar woonde toch de Heere. God gaf aan het volk Israël een tabernakel en later mocht Salomo een tempel bouwen. Het was de plaats waar de Heere ...

-Zaterdag: Zaterdag: Stervend bidden

Stéfanus wijst de Joden op hun hardnekkigheid van hart. Dat verdragen ze niet. Ze worden ontzettend boos. Lees maar wat er staat in vers 54. Stéfanus zegt dat ze helemaal geen kinderen van God zijn! Want hun hart is niet vernieuwd. Dit heeft nog nooit iemand tegen hen durven zeggen. Ze willen het ook niet horen. ...

-Zondag: Zondag: Grote gevolgen

De steniging van Stéfanus had grote gevolgen. De Joden waren niet alleen woedend op Stéfanus, maar werden het ook op alle volgelingen van Jezus van Nazareth. Hoe durfden die volgelingen te zeggen dat zij, Gods volk, Mozes en de wet niet eerden. En bovendien beweerden die volgelingen dat Jezus was opgestaan uit de dood! Dat ...

-Maandag: Maandag: Paulus stond er bij

Bij de steniging van Stéfanus paste Saulus op de kleren van allen die stenen gooiden. Hij was blij dat die Stéfanus uit de weg werd geruimd. Zijn welverdiende loon! Saulus was toen nog onbekeerd, al dacht hij dat hij God diende, omdat hij zo'n trouwe volgeling was van de Farizeeën. Hij meende ook ...