Zaterdag: Nood leert bidden

2 Kronieken 20:11-20:13

Zie dan, zij vergelden het ons, komende om ons uit Uw erve, die Gij ons te erven gegeven hebt, te verdrijven. O, onze God, zult Gij geen recht tegen hen oefenen? want in ons is geen kracht tegen deze grote menigte, die tegen ons komt, en wij weten niet, wat wij doen zullen; maar onze ogen zijn op U. En gans Juda stond voor het aangezicht des HEEREN, ook hun kinderkens, hun vrouwen en hun zonen. Toen kwam de Geest des HEEREN in het midden der gemeente, op Jahaziel, den zoon van Zecharja, den zoon van Benaja, den zoon van Jehiel, den zoon van Matthanja, den Leviet, uit de zonen van Asaf; En hij zeide: Merkt op, geheel Juda, en gij, inwoners van Jeruzalem, en gij, koning Josafat! Alzo zegt de HEERE tot ulieden: Vreest gijlieden niet, en wordt niet ontzet vanwege deze grote menigte; want de strijd is niet uwe, maar Gods. Trekt morgen tot hen af; ziet, zij komen op bij den opgang van Ziz; en gij zult hen vinden in het einde des dals, voor aan de woestijn van Jeruel. Gij zult in dezen strijd niet te strijden hebben; stelt uzelven, staat en ziet het heil des HEEREN met u, o Juda en Jeruzalem! Vreest niet, en ontzet u niet, gaat morgen uit, hun tegen, want de HEERE zal met u wezen. Toen neigde zich Josafat met het aangezicht ter aarde; en gans Juda en de inwoners van Jeruzalem vielen neder voor het aangezicht des HEEREN, aanbiddende den HEERE. En de Levieten uit de kinderen der Kahathieten, en uit de kinderen der Korahieten, stonden op, om den HEERE, den God Israels, met luider stem ten hoogste te prijzen. En zij maakten zich des morgens vroeg op, en togen uit naar de woestijn van Thekoa; en als zij uittogen, stond Josafat en zeide: Hoort mij, o Juda, en gij, inwoners van Jeruzalem! Gelooft in den HEERE, uw God, zo zult gij bevestigd worden; gelooft aan Zijn profeten, en gij zult voorspoedig zijn.

Uitleg

Want in ons is geen kracht tegen deze grote menigte, die tegen ons komt, en wij weten niet, wat wij doen zullen; maar onze ogen zijn op U. - 2 Kronieken 20: 12b

“Jaco, je bent ernstig ziek. De dokter heeft het vastgesteld”. “Nou, zal wel meevallen. Ik voel niks hoor”. “Dat zal best, jongen, maar lees eens wat ik hier vind op internet. Dat is precies wat de dokter zegt: het is écht levensbedreigend”.

Zou Jaco het lezen? Zou hij dan wél ongerust worden? Zou hij in plaats van z'n schouders op te halen zijn medicijnen gebruiken? Zou hij bidden of het gevaar mag worden afgewend?

Nood leert bidden. In het Juda van koning Jósafat was het nood. Een tot de tanden bewapende moordmachine kwam eraan. Een “grote menigte” van Moabieten, Ammonieten en nog andere volken. “Jósafat nu vreesde”, zegt de Bijbel. En hij bad.

Ook in jouw leven dreigt het gevaar. Misschien voel je het niet, zoals Jaco. Maar kijk dan eens goed! Zie je het zwaard van Satan niet druipen van bloed? Voel je de ketens van de zonde niet rammelen aan je armen? Zie je niet hoe diep de afgrond is waarnaar je op weg bent? Het mocht eens nood voor je worden!

Zolang we op eigen krachten vertrouwen, is er voor werkelijk gebed geen plaats. Overtuiging is nodig. “Heere, leer mij mijn zwakheid en ellende recht en ook steeds grondiger kennen”.


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Waarom is het gebed nodig?

Gij dan, bidt aldus… - Mattheüs 6: 9

De Catechismus stelt het gebed aan de orde. Net als de Wet hoort dit tot het hoofdstuk over de dankbaarheid. Antwoord 116 noemt het gebed zelfs het belangrijkste onderdeel van de dankbaarheid. Want: wie dankbaar is, die bidt.

Misschien vind je dat vreemd. Dankbaarheid is ...

-Woensdag: Woensdag: Dank zeggen

Offert Gode dank, en betaalt den Allerhoogste uw geloften. – Psalm 50:14

Royaal biedt de kapper het pasgeknipte ventje een snoepje aan. Natuurlijk steekt die het direct in z'n mond. Maar dan tikt zijn moeder hem op de schouder. “Wat zeg je dan?” “Dankjewel”, reageert de volle mond. Nauwelijks te horen. Toch ...

-Donderdag: Donderdag: Lokstem

Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. - Mattheüs 7: 7

Wat was er eerder: de kip of het ei? Dat zijn van die vragen waar je het hoofd over kunt breken. In geestelijk opzicht zijn ze er ook. Moet je éérst de ...

-Vrijdag: Vrijdag: Van harte

God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en in waarheid. - Johannes 4: 24

Gisteren hoorde je de lokstem van het Evangelie. Misschien heb je er nog een tijdje over zitten dubben. Rijke beloften, geen voorwaarden... “Maar”, zeg je, “als je bidt, moet het toch écht zijn? ...

-Zaterdag: Zaterdag: Nood leert bidden

Want in ons is geen kracht tegen deze grote menigte, die tegen ons komt, en wij weten niet, wat wij doen zullen; maar onze ogen zijn op U. - 2 Kronieken 20: 12b

“Jaco, je bent ernstig ziek. De dokter heeft het vastgesteld”. “Nou, zal wel meevallen. Ik voel niks hoor”. “Dat ...

-Zondag: Zondag: Bidden - geloven - horen

Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt?

Romeinen 10: 14

In de drukke groep stelt je vriend een vraag. Terwijl je hem serieus antwoord probeert te geven, is ...

-Maandag: Maandag: Leren bidden

Heere, leer ons bidden, gelijk ook Johannes zijn discipelen geleerd heeft. - Lukas 11: 1b

Hoe kun je weten dat een mens van nature onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad? Kijk maar naar kleine kinderen. Hoe je een koekje uit de koektrommel steelt, hoeft niemand ze uit te leggen. Hoe je moet ...