Toen gingen Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet, henen, en deden, gelijk als de HEERE tot hen gesproken had; en de HEERE nam het aangezicht van Job aan.
Uitleg
Job ontmoet de Heere. Hij mag op God zien. Sterker dan ooit. En o, wat heeft hij berouw over al zijn woorden. Hij verfoeit zich en heeft berouw in stof en as. Wij zouden zeggen: hij schaamt zich weg. En wat een wonder, God neemt het op voor Job. Wanneer komt het helemaal vlak? Als Job bidt voor zijn vrienden. Godsvreze heeft ook invloed op je relaties met vrienden. Job bidt voor hen. Job is een priester voor zijn vrienden. Uit liefde tot God en zijn vrienden bidt hij. Alles komt weer goed. Daar, waar Job op God mag zien. Doordat God Job opzoekt. Heb jij God ook hartelijk lief? Bid je voor vriend en vijand?
Wat zegt onze Catechismus in antwoord 32 over een christen?
Job verliest op één dag alles wat hem lief en dierbaar is. Zijn kinderen. Zijn bedrijf. Alles wordt weggenomen wat de Heere hem gegeven heeft. Toch verliest Job niet alles. Eén ding houdt hij over. Job houdt zijn God over. Hij dient God om God Zelf. De Heere heeft gegeven. Zo goed is God voor ...
Elifaz wil Job troosten. Wat men zaait, zal men oogsten, zegt hij in vers 8. Wie God dient, wordt door God beschermt. Wie onrecht doet, zal het onrecht ondergaan. Zo is het leven, Job. Hoe zit het met je, Job? Je vertrouwde toch op God in het verleden? Wel, dan zal het in de toekomst ook in orde komen. Echter, ...
Job heeft niets aan de woorden van zijn vriend. Want het zijn de pijlen van de Almachtige die hem treffen. Juist dat is zijn pijn: God slaat me. God, mijn Schepper en Verlosser, is tegen mij. Terwijl ik Zijn woorden duidelijk voor ogen heb gehouden! Job is zo verdrietig dat hij verlangt naar het einde ...
De woorden van zijn vrienden hebben Job helemaal verbrijzeld. Volkomen aan de grond gebracht. Daar zit Job nu. Maar hoor eens! Daar klinkt te midden van zijn verdriet: ‘Mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over het stof opstaan.’ Wat zegt Job nu? Dat hij naar God verlangt. Ja, maar tegelijk ook meer. Dat God recht ...
Elifaz, de jongste van de vrienden, spreekt. Het lijden van Job ziet hij niet als straf. Maar als een beproeving, een test. En juist daarom is het zo nodig dat er een uitlegger komt. Die licht werpt op de levensweg. Eerst zal Job lijden als vergelding. Nu wordt het anders. Let op de woorden van ...
Job krijgt les van God. Vliegt de sperwer door uw verstand? Met ander woorden: wie regeert over alles? Laat u de arend vliegen? Nee toch! Mensen regeren niet over de natuur. Hoe reageert Job op deze les? Heel ontmoedig. Heere, zo belijdt hij, ik zal u nooit meer tegenspreken. Ootmoed, dat is het enige wat overblijft in de worsteling ...
Job ontmoet de Heere. Hij mag op God zien. Sterker dan ooit. En o, wat heeft hij berouw over al zijn woorden. Hij verfoeit zich en heeft berouw in stof en as. Wij zouden zeggen: hij schaamt zich weg. En wat een wonder, God neemt het op voor Job. Wanneer komt het helemaal vlak? Als Job bidt voor zijn ...
Maandag: Genade maakt mild
Job 42:9
Uitleg
Job ontmoet de Heere. Hij mag op God zien. Sterker dan ooit. En o, wat heeft hij berouw over al zijn woorden. Hij verfoeit zich en heeft berouw in stof en as. Wij zouden zeggen: hij schaamt zich weg. En wat een wonder, God neemt het op voor Job. Wanneer komt het helemaal vlak? Als Job bidt voor zijn vrienden. Godsvreze heeft ook invloed op je relaties met vrienden. Job bidt voor hen. Job is een priester voor zijn vrienden. Uit liefde tot God en zijn vrienden bidt hij. Alles komt weer goed. Daar, waar Job op God mag zien. Doordat God Job opzoekt. Heb jij God ook hartelijk lief? Bid je voor vriend en vijand?
Wat zegt onze Catechismus in antwoord 32 over een christen?
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: Dinsdag: God loven in tegenslag
Job verliest op één dag alles wat hem lief en dierbaar is. Zijn kinderen. Zijn bedrijf. Alles wordt weggenomen wat de Heere hem gegeven heeft. Toch verliest Job niet alles. Eén ding houdt hij over. Job houdt zijn God over. Hij dient God om God Zelf. De Heere heeft gegeven. Zo goed is God voor ...
-Woensdag: Woensdag: Geen goede trooster
Elifaz wil Job troosten. Wat men zaait, zal men oogsten, zegt hij in vers 8. Wie God dient, wordt door God beschermt. Wie onrecht doet, zal het onrecht ondergaan. Zo is het leven, Job. Hoe zit het met je, Job? Je vertrouwde toch op God in het verleden? Wel, dan zal het in de toekomst ook in orde komen. Echter, ...
-Donderdag: Donderdag: God missen doet pijn
Job heeft niets aan de woorden van zijn vriend. Want het zijn de pijlen van de Almachtige die hem treffen. Juist dat is zijn pijn: God slaat me. God, mijn Schepper en Verlosser, is tegen mij. Terwijl ik Zijn woorden duidelijk voor ogen heb gehouden! Job is zo verdrietig dat hij verlangt naar het einde ...
-Vrijdag: Vrijdag: De Verlosser leeft
De woorden van zijn vrienden hebben Job helemaal verbrijzeld. Volkomen aan de grond gebracht. Daar zit Job nu. Maar hoor eens! Daar klinkt te midden van zijn verdriet: ‘Mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over het stof opstaan.’ Wat zegt Job nu? Dat hij naar God verlangt. Ja, maar tegelijk ook meer. Dat God recht ...
-Zaterdag: Zaterdag: Onderwijs van de Uitlegger
Elifaz, de jongste van de vrienden, spreekt. Het lijden van Job ziet hij niet als straf. Maar als een beproeving, een test. En juist daarom is het zo nodig dat er een uitlegger komt. Die licht werpt op de levensweg. Eerst zal Job lijden als vergelding. Nu wordt het anders. Let op de woorden van ...
-Zondag: Zondag: Klein voor de Heere
Job krijgt les van God. Vliegt de sperwer door uw verstand? Met ander woorden: wie regeert over alles? Laat u de arend vliegen? Nee toch! Mensen regeren niet over de natuur. Hoe reageert Job op deze les? Heel ontmoedig. Heere, zo belijdt hij, ik zal u nooit meer tegenspreken. Ootmoed, dat is het enige wat overblijft in de worsteling ...
-Maandag: Maandag: Genade maakt mild
Job ontmoet de Heere. Hij mag op God zien. Sterker dan ooit. En o, wat heeft hij berouw over al zijn woorden. Hij verfoeit zich en heeft berouw in stof en as. Wij zouden zeggen: hij schaamt zich weg. En wat een wonder, God neemt het op voor Job. Wanneer komt het helemaal vlak? Als Job bidt voor zijn ...