Woensdag: Wie volg jij?

Markus 1:18

En zij, terstond hun netten verlatende, zijn Hem gevolgd.

Uitleg

Ze waren aan het vissen. Simon Petrus en Andreas, zijn broer. En dan komt er opeens een vreemdeling langs, die hen roep en zegt: Volg Mij. Ze gehoorzamen die vreemdeling ook nog. Want ze laten alles in de steek, hun schepen, hun netten, zelf hun ouderlijk huis. Ze volgen zonder tegen te spreken.

Toch wel vreemd. Veronderstel dat je met je krantenwijk bezig bent of dat je met je vriend ergens loopt en er komt iemand langs die je helemaal niet kent en die roept: ‘Volg mij! Kom met mij mee!’ Dan doe je dat natuurlijk niet. Je gaat niet zomaar met een vreemde mee.

Maar deze Vreemdeling is niet zo maar een vreemde. Het is de Heere Jezus, de Zoon van God. Als Hij roept door Zijn Woord, dan moet je wel volgen. Dan kun je wel proberen je ertegen te verzetten, maar dat zal je niet lukken. Want Hij roept zelfs doden tot het leven. Hij heeft alle macht in de hemel en op de aarde. Heb je Zijn stem al gehoord? Want ook nu roept Hij: Mijn zoon, Mijn dochter, volg Mij! Geef Mij je hart! Want je begrijpt het wel, als de Heere je roept, hoef je niet van huis weg te lopen. De Heere roept je op om je vermaak niet te zoeken in de dingen van de wereld, in al die dingen die je zo in beslag kunnen nemen. Om je niet te laten meeslepen door sporthelden of je over te geven aan allerlei soorten muziek.

Volg Mij, zegt de Heere.

 


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Een nieuwe naam

Je hebt een naam. Misschien vind je hem helemaal niet mooi. Soms denk je: hadden mijn ouders mij maar een andere naam gegeven. Simon kreeg een andere naam. De Heere Jezus gaf hem die naam: Petrus. Dat betekent: rots. De Heere Jezus noemde hem zo, omdat Petrus later zo’n schone en indrukwekkende geloofsbelijdenis tegen de Heere Jezus ...

-Woensdag: Woensdag: Wie volg jij?

Ze waren aan het vissen. Simon Petrus en Andreas, zijn broer. En dan komt er opeens een vreemdeling langs, die hen roep en zegt: Volg Mij. Ze gehoorzamen die vreemdeling ook nog. Want ze laten alles in de steek, hun schepen, hun netten, zelf hun ouderlijk huis. Ze volgen zonder tegen te spreken.

Toch wel ...

-Donderdag: Donderdag: Een zondig mens

De hele nacht waren de vissers bezig geweest. Niets hadden ze gevangen. Ze waren er moe en ook moedeloos van. Zoveel inspanningen zich getroost en geen enkel resultaat. En dan komt Jezus in het schip van Petrus en zegt: Steek af naar de diepte en werp uw netten uit om te vangen. Het is geen wonder dat ...

-Vrijdag: Vrijdag: De Christus Gods

In verkorte vorm wordt hier weergegeven wat in Johannes 6: 68-69 uitgebreider wordt verteld. Het is de belijdenis de Petrus uitsprak op de vraag van de Heere Jezus: Wie zegt gij, dat Ik ben? Petrus geeft antwoord: De Christus Gods. Je weet van de catechisatie wat Christus betekent. Dat betekent ‘Gezalfde’. Hij, de Heere ...

-Zaterdag: Zaterdag: Ga weg achter Mij

Petrus is het er helemaal niet mee eens dat zijn geliefde Meester de discipelen verkondigt wat er gaat gebeuren. De Heere Jezus heeft ervan gesproken dat Hij naar Jeruzalem moet gaan om daar te lijden en te sterven. Dat de Heere Jezus erbij zegt in vers 21 dat Hij ook op de derde dag zal worden opgewekt, heeft Petrus misschien ...

-Zondag: Zondag: Het is goed dat wij hier zijn

Nog maar zes dagen geleden heeft Petrus zich verzet tegen het lijden en sterven van de Heere Jezus. Nu spreekt hij heel anders. Als de Heere Jezus hem met Jakobus en Johannes heeft meegenomen op een hoge berg, waarschijnlijk de berg Thabor, gebeurt iets wonderlijks. De Heere Jezus wordt veranderd van gedaante. Zijn gezicht gaat blinken als de zon ...

-Maandag: Maandag: Ik ken de mens niet

Misschien durf je er voor je vrienden en vriendinnen ook niet voor uit te komen dat je zondags naar de kerk gaat. Misschien is het nog wel erger met je. Je hebt wel eens heel stoer tegen je vrienden gezegd: ‘Nou, voor mij hoeft het allemaal niet. Ik ga nog wel naar de kerk, maar ik doe dat ...