Vrijdag: De God van mijn vader

Genesis 31:42

Ten ware de God van mijn vader, de God van Abraham, en de Vreze van Izak, bij mij geweest was, zekerlijk, gij zoudt mij nu ledig weggezonden hebben! God heeft mijn ellende, en den arbeid mijner handen aangezien, en heeft u gisteren nacht bestraft.

Uitleg

Jakob heeft bij Laban gewoond en gewerkt. Hij is er getrouwd, heeft er kinderen gekregen. De Heere heeft hem daar rijk gezegend. Laban was niet zo’n makkelijke baas voor Jakob geweest. Wel tien keer had hij zijn loon veranderd. Laban zag wel, dat de Heere met Jakob was en hem zegende. En daar was hij waarschijnlijk jaloers op.

Eigenlijk is Jakob bang voor Laban. Als hij dan ook naar Kanaän wil teruggaan, vertrekt hij terwijl Laban weggegaan is om zijn schapen te scheren. Als Laban hoort dat Jakob met zijn gezin is weggetrokken, wordt hij boos en achterhaalt hij hem. Er ontstaat eerst een twistgesprek. En als ze daarna echt afscheid nemen, belijdt Jakob dat de Heere steeds voor hem gezorgd heeft. De God van zijn vader is steeds bij hem geweest en daarom heeft hij nu een groot gezin en een goed bedrijf. Daarom ook kan Laban hem geen kwaad doen.

Weet je wie echt gelukkig zijn? Niet de mensen die veel geld hebben, of door alle mensen geëerd worden. Voetbalsterren en popzangers zijn in hun privé-leven vaak heel eenzaam en ongelukkig. Echt gelukkig zijn mensen die de Heere vrezen. Zij mogen met hun noden bij Hem schuilen. Zij mogen weten dat Hij voor hen zorgt in hun gezin en in hun werk. De vreze des Heeren, die maakt rijk.

 

 

 


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Niet zo belangrijk?

Ezau komt terug van zijn werk. Hij is moe. Ezau ruikt dat Jakob een heerlijke maaltijd klaar heeft. Hij zegt op een ruwe manier dat hij dat eten hebben wil. Dan misbruikt Jakob de situatie en zegt: ‘Verkoop mij op deze dag de eerstgeboorte.’ Wat hield de eerstgeboortezegen in? Dan kreeg je een dubbel deel ...

-Woensdag: Woensdag: Een benauwde dag

Jakob is thuis weggevlucht. Hij heeft zijn vader en zijn broer bedrogen. En nu haat Ezau hem. Hij heeft zelfs gezegd dat hij Jakob eens zal doden. Met zijn vader is het gelukkig weer goed gekomen. Die heeft hem zelfs de aartsvaderlijke zegen gegeven. Nu is Jakob op weg naar zijn familie om daar een goede vrouw te mogen ...

-Donderdag: Donderdag: Grote dingen

Als Jakob de volgende ochtend wakker wordt, is hij diep onder de indruk. De Heere heeft een groot wonder gedaan in zijn leven. Dat de Heere tegen hem gesproken heeft, dat maakt het wonder juist zo groot.

De Heere, tegen Wie hij zo gezondigd heeft. De Heere, Die hij niet missen kan met Wie hij in vrede ...

-Vrijdag: Vrijdag: De God van mijn vader

Jakob heeft bij Laban gewoond en gewerkt. Hij is er getrouwd, heeft er kinderen gekregen. De Heere heeft hem daar rijk gezegend. Laban was niet zo’n makkelijke baas voor Jakob geweest. Wel tien keer had hij zijn loon veranderd. Laban zag wel, dat de Heere met Jakob was en hem zegende. En daar was hij waarschijnlijk jaloers ...

-Zaterdag: Zaterdag: Gering in eigen oog

Jakob is op terugreis naar Kanaän. Als hij dicht bij het land van zijn vader komt, wordt hij bang. Nog altijd herinnert hij zich dat hij zijn broer Ezau bedrogen heeft. Heel boos is Ezau toen geworden. Hoe zal het aflopen als hij hem weer onder ogen komt? Allerlei maatregelen neemt Jakob. Hij stuurt boden naar Ezau. ...

-Zondag: Zondag: Alle dingen tegen?

Jakob had niet alleen voorspoed. Het lijkt wel of zijn hele leven van tegenslagen en verdriet is doortrokken. Misschien is dat in jouw leven ook wel zo. Ziekte, rouw misschien en teleurstellingen. Waarom is er toch zoveel moeite en verdriet in het leven? Bij Jakob zou je kunnen zeggen, dat hij toch ook wel bijzondere zonden gedaan heeft. Hij ...

-Maandag: Maandag: Een belijdenis

Jakob is aan het einde van zijn leven gekomen. Voor hij gaat sterven, zegent hij zijn zonen. Voor allemaal heeft hij een persoonlijk woord. Indrukwekkend moet dat geweest zijn. Ineens onderbreekt Jakob zijn spreken en doet hij een schone geloofsbelijdenis: ‘Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE!’ De dood heeft hier niet het laatste woord. De ...