Dinsdag: Wegen tot God

Johannes 14:5-14:6

Thomas zeide tot Hem: Heere, wij weten niet, waar Gij heengaat; en hoe kunnen wij den weg weten? Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij. Indien gijlieden Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem, en hebt Hem gezien. Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg. Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo langen tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den Vader? Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken. Gelooft Mij, dat Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is; en indien niet, zo gelooft Mij om de werken zelve. Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en zal meerder doen, dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader. En zo wat gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen; opdat de Vader in den Zoon verheerlijkt worde. Zo gij iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen.

Uitleg

Hoeveel wegen ken jij om tot God te komen? We stippelen vaak allerlei wegen uit, eigen wegen. Nog een beetje meer vroomheid, nog een keer kritisch naar de tien geboden kijken, allerlei goede werken.

En als we dan onszelf maar een beetje onder het juk van die geboden hebben gesteld, menen we daarmee tot God te kunnen naderen. Maar weet je, al heb je je hele leven zo ingericht dat er geen vuiltje meer aan lijkt, dat anderen er van onder de indruk zijn, dan is dat nog niet de weg tot God. Dan zou de Heere Jezus een leugenaar zijn als Hij zegt: Ik ben de Weg. Ga je eigen leven eens na: hoeveel wegen heb ik al tot God geprobeerd te nemen?


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Dinsdag: Wegen tot God

Hoeveel wegen ken jij om tot God te komen? We stippelen vaak allerlei wegen uit, eigen wegen. Nog een beetje meer vroomheid, nog een keer kritisch naar de tien geboden kijken, allerlei goede werken.

En als we dan onszelf maar een beetje onder het juk van die geboden hebben gesteld, menen we daarmee tot God te kunnen ...

-Woensdag: Woensdag: De enige Weg

Hoe blijkt nu, dat de Heere Jezus de enige weg tot God is? Wel, dan blijkt eerst dat er bij ons geen enkele weg is tot God. Het volk stond aan de Rode zee, achter zich zagen ze de Egyptenaars komen.

Er was geen weg meer om te ontkomen, ze konden alleen maar aan alle zijden omkomen. ...

-Donderdag: Donderdag: Hij is ook de Waarheid

Maar hoe vinden we nu die Weg? De Heere Jezus zegt dat Hij ook alleen de Waarheid is. Hij is de vervulling van de gehele wet. Wij kunnen ons best doen om de hele wet te houden, en dat is prima. Maar dat is geen weg tot God. Christus is de vervulling van de Wet, dat wil zeggen: we ...

-Vrijdag: Vrijdag: En het Leven

Hoe leren we de Heere Jezus kennen als het Leven? We moeten eerst inzien dat in ons de dood huist, we liggen er zelfs middenin. Wij kunnen onszelf slechts naar de dood toe helpen. Als het van het volk Israël had afgehangen waren ze of verslagen door de Egyptenaars, of ze waren in zee gestort. Maar ze ...

-Zaterdag: Zaterdag: Eerst zien, dan geloven?

Hoe krijgen we nu dit geloof? Eerst zien, dan geloven! Die Israëlieten aan de Rode zee konden toch niet anders meer dan dit geloven? Ze hebben met eigen ogen gezien dat God een pad in de zee maakte! Filippus, een discipel die al zo veel wonderen gezien had wilde nog meer zien. Hij wilde de Vader zien. ...

-Zondag: Zondag: Tot de Vader

Nadat de Heere Jezus heeft gezegd dat Hij de Weg, de Waarheid en het Leven is, zegt Hij er nog iets belangrijks achteraan. Niemand komt tot den Vader dan door Mij. Dat ‘door Mij’ sluit nog een keer alle andere wegen van onze kant uit.

Alleen in Christus is de weg naar de Vader open, ...

-Maandag: Maandag: Christus is Alles

Pierre Huet, die leefde in de negentiende eeuw, dichtte eens:

Eens waart Gij niets, ik was toen al.
Toen werd Gij iets, doch ik bleef veel.
Gij werd toen veel, maar ik bleef iets.
Toen werd ik niets, en Gij werd ’t al.

...