Vrijdag: Blijdschap

Handelingen 3:8

En hij, opspringende, stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende en springende, en lovende God.

Uitleg

De volgende vrucht die Paulus noemt is blijdschap. Misschien dat dit je wel verbaast. Je dacht dat een gelovige altijd somber is. Het is waar dat, wanneer je beseft hoeveel zonden je elke dag doet, je alle reden hebt om verdrietig te zijn. Zeker als je weet dat Jezus Christus voor al die zonden moest lijden en sterven. Toch wordt blijdschap genoemd als een vrucht van de Geest. Wie tot geloof komt zal een grote vreugde in zijn of haar leven ervaren. Deze blijdschap is niet zomaar oppervlakkige vrolijkheid, maar het is de diepe vreugde die voortkomt uit het besef dat je zonden door Christus vergeven zijn. Wereldse lol brengt je verder bij God vandaan. De blijdschap die de vrucht is van de Geest brengt je dichterbij God. De man die door Petrus wordt genezen gaat direct naar de tempel ‘springende en lovende God.’ Hij kan niet anders dan vol vreugde, de Heere loven. Die blijdschap blijft niet onopgemerkt. Heel het volk ziet hoe deze man God looft en het brengt hen tot verwondering. De Heere vraagt ook van ons om die blijdschap uit te stralen. Anderen gaan dan zien hoe goed het is om God te dienen.

Zingen: Ps. 68:2


Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF

Alle Leesplan dagen

-Dinsdag: Woensdag: De vrucht van de Geest

Hoe weet jij of je een kind van God bent? Misschien dat jij jezelf dit wel eens hebt afgevraagd of worstel je hiermee. Er valt veel over te zeggen, maar Paulus geeft in Galaten 5 een aantal belangrijke aanwijzingen. Paulus leert dat iemand die tot geloof komt een ander leven krijgt. De Heilige Geest komt in je wonen. Dit blijft ...

-Woensdag: Donderdag: Liefde

De eerste vrucht die Paulus noemt is liefde. De Bijbel leert dat dit het belangrijkste kenmerk is van een gelovige. Jezus Zelf vatte de wet samen in het dubbele liefdesgebod: God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf. Alles wat je doet moet voortkomen uit de liefde tot God en de naaste. Dit betekent niet langer een leven ...

-Donderdag: Vrijdag: Blijdschap

De volgende vrucht die Paulus noemt is blijdschap. Misschien dat dit je wel verbaast. Je dacht dat een gelovige altijd somber is. Het is waar dat, wanneer je beseft hoeveel zonden je elke dag doet, je alle reden hebt om verdrietig te zijn. Zeker als je weet dat Jezus Christus voor al die zonden moest lijden en sterven. Toch ...

-Vrijdag: Zaterdag: Vrede en geduld

Twee andere vruchten die Paulus noemt zijn vrede en geduld (lankmoedigheid). Dit gaat over onze houding tegenover de naaste. De Heere wil niet dat we in haat en nijd met de ander leven. Binnen de vriendenkring, familie en gemeente wil God dat je er alles aan doet om de vrede te bewaren. Je kan dit doen door ...

-Zaterdag: Zondag: Goedertierenheid en goedheid

De volgende vruchten die Paulus noemt zijn goedertierenheid en goedheid. Goedertierenheid is een belangrijk woord in de Bijbel. Heel vaak lees je over Gods goedertierenheid. Het woord wijst op Gods trouw, Gods genade en Gods vriendelijkheid. Hij is Iemand op Wie je kunt rekenen, Die vol liefde naar jouw omziet en Die jouw zonden wil vergeven. Die vriendelijke, liefdevolle ...

-Zondag: Maandag: Geloof en zachtmoedigheid

Twee andere vruchten die Paulus noemt zijn geloof en zachtmoedigheid. Met geloof wordt hier bedoeld dat je trouw bent en dat je anderen vertrouwt. Zachtmoedigheid mag je ook vertalen met vriendelijkheid. De Heere vraagt dat je te vertrouwen bent. Andere mensen moeten van je op aan kunnen. Je houdt je woord en doet je wat je belooft. Het betekent ...

-Maandag: Dinsdag: Matigheid

De laatste vrucht die Paulus noemt is matigheid. Dit betekent niet dat je niet mag genieten of heel sober moet leven. Met matigheid bedoelt Paulus bedachtzaamheid of zelfbeheersing. Het betekent dat je niet zomaar toegeeft aan allerlei verlangens en begeerten. In plaats daarvan laat je het licht van Gods Woord schijnen over de dingen die je doet. Er kunnen ...