Kleine potjes hebben grote oren, en achter die oren is het nog niet droog. Wij hebben vreemde zegswijzen als het over kinderen gaat. Die grote oren wijzen op het feit dat kleine kinderen al veel kunnen begrijpen van wat volwassenen zeggen. Maar wat hebben natte oren met kinderen te maken?
De uitdrukking ”Nog niet droog achter je oren” wijst op het jong of onervaren zijn. Vaak wordt de uitdrukking spottend of neerbuigend gebruikt, om aan te geven dat iemand nog niet mee kan praten over een bepaald onderwerp. Onvolwassen en onnozel is zo’n persoon. Oudere mensen poneren het gezegde ook vaak als zij over een jong bruidspaar praten.
De uitdrukking werd al in de 17e eeuw gebruikt door schrijvers als Bredero, zo stelt Stoett, schrijver van ”Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden” (1923). Het gezegde is dan ook ontleend aan een tijdloos verschijnsel: het indrogen van huidsmeer in de babyhuid, direct na de geboorte.
Dit indrogingproces begint doordat het babylijfje niet meer in het vruchtwater, maar in de directe buitenlucht beweegt. De lucht reageert met het huidsmeer en het smeer droogt in. Op sommige plaatsen kan de lucht echter niet goed werken, omdat huidplooien dat tegenhouden. Oksels en liezen zijn zulke plekjes, en nog zichtbaarder is dit op de huid achter je oren. Bij pasgeboren baby’s is het daar dus nog ‘nat’.
Toen de uitdrukking nog maar net gebruikt werd, schreef men achter het gezegde vaak een zin als „de handen kleven hem nog aan.” Met deze link naar het opvangen van de baby bij de bevalling, werd wel heel duidelijk hoe men de persoon zag.
Letterkundige Stoett noemt echter nog een tweede, minder bekende verklaring voor het gezegde. Die berust niet op keiharde koeienwaarheid. Ze schrijft de oorsprong van het gezegde toe aan dieren zoals de koe, die hun kalfje direct na de geboorte schoonlikken. Maar het stukje achter de oren, dat vergeten ze.
Op het gezegde zijn in het verleden talrijke variaties verzonnen. ”Hij draagt de zwachtel nog om zijn buik”, of ”Hij ziet nog geel onder zijn armen”. En wat te denken van ”Het wiegenstro is nog niet van zijn gat”? Allemaal om aan te geven hoe „jong en dom” iemand is, schrijft Stoett.
In de Van Dale (2005) worden ”Nog nat achter de oren” en ”Nog groen achter de oren” tegelijk genoemd. En dat „groen achter de oren” lijkt weer op de uitdrukking ”Een groentje zijn”. Dit laatste gezegde wordt vandaag de dag nog vaak gehoord. Waar dat vandaan komt? Van de lyrische vergelijking van een jong persoon met „frisch en levendig gewas”, zegt het Woordenboek der Nederlandse Taal (1998). Dat kun je niet met droge oren lezen. Pardon, niet met droge ogen.