„Met een tube tandpasta in m’n binnenzak ging ik als 14-jarige jongen uit met vrienden. Roken en drinken, daarna een klodder tandpasta in de mond om ervoor te zorgen dat mijn ouders niets merkten. Nee, ze hebben me niet actief aan het drinken gezet. Wel heb ik mijn vader vaak dronken gezien.
Het begon met één biertje. Dat maakte me iets losser; ik durfde steeds meer. Een week later had ik twee biertjes nodig om weer dat losse gevoel te krijgen. Langzaam heb ik het opgebouwd. Dat is het grootste gevaar van alcohol. Dat langzame, dat sluipende. Ik was 15 toen ik voor het eerst dronken was.
Na het voortgezet speciaal onderwijs ben ik de bouw gaan werken. Elke vrijdagmiddag een paar biertjes. Niet veel hoor, want ik moest nog op de brommer naar huis. ’s Avonds ging het verder in de sporthal of in de kroeg. Ondertussen werd ik ouder en ook groter, waardoor ik steeds meer drank kon hebben. Toen ik 18 was, merkte ik dat ik niet meer zonder kon, hoewel ik nog steeds alleen in het weekeinde dronk. Maar dan gingen ook alle remmen los. Zo’n 25 biertjes op een avond was heel gewoon, zodat ik niet meer op mijn benen kon staan.
Ik had een kwaaie dronk. Als iemand die me niet aanstond me aanraakte, sloeg ik hem tegen de vlakte. Meestal waren mijn ouders weg als ik dronken thuiskwam. Ze waren taxichauffeur, dus rond die tijd op pad. Als mijn moeder er wel was, zei ze alleen: „Zo, zeker weer flink zitten kegelen?” „Ach, het is een beetje verkeerd gevallen”, reageerde ik dan.
In 2004 trouwde ik. Daarna kregen we twee kinderen. De drank bleef echter. Ik kwam gerust twee dagen niet thuis. Dan hing ik in de kroeg of lag laveloos bij vrienden op de bank. Dat ging natuurlijk niet goed. Op een dag lagen de scheidingspapieren klaar.
Toen ik drie jaar geleden weer eens flink aan de drank zat, sloeg ik iemand bijna dood. Dat kostte me drie maanden cel in de gevangenis van Almere. Ik ben daar 31 geworden. Het was een keerpunt. De scheiding was een feit toen ik vrijkwam. Rijdend op m’n scooter kwam ik mijn christelijke nicht tegen. Op een bepaald moment zei ze tegen me: „God houdt van je.”
Ik had er niks mee. Wel met de koffie die ze me aanbood. Ik ben met haar meegegaan en heb mijn verhaal verteld. Ze wilde voor me bidden. Prima natuurlijk. Toen zei ze dat er die zondag een avond van stichting De Hoop werd georganiseerd. Of ik mee wilde? Ik had geen idee wat het zou zijn, maar ben toch meegegaan.
Een man gaf die avond getuigenis van zijn leven en van wat God gedaan had. Het leek wel of hij mijn leven vertelde. Voor ik wist wat er gebeurde, huilde ik. Dat had ik in geen zeventien jaar gedaan. Wat een rust kreeg ik daar.
Ik ben gaan bidden, hoewel ik het eerst niet durfde. Uiteindelijk heeft God ingegrepen in mijn leven. Zonder Hem was ik nooit van de drank afgekomen. Nu sta ik al ruim twee jaar droog. Ik drink geen druppel meer. Natuurlijk zijn er wel eens situaties waarin de verleiding op de loer ligt. Maar toch kan ik zeggen dat ik er geen last meer van heb.
Ouders die hun kinderen alcohol geven, zijn niet goed snik. Het is puur gif. Een sluipmoordenaar is het. Mijn geheugen is zo aangetast dat ik zonder briefje geen boodschappen kan doen, hoewel de supermarkt hier 500 meter vandaan is. Als ik tien dingen moet halen, vergeet ik de helft.
Nog een tip aan jongeren: houd jezelf in de hand. Zijn drie biertjes oké? Houd het dan bij drie biertjes. Ga er niet overheen. Je verdrinkt je toekomst. Echt.”
----
De Reformatorische Omroep schenkt in samenwerking met het Reformatorisch Dagblad vanavond vanaf 19.45 uur in Nieuws/waardig aandacht aan het thema alcohol. Via refdag.nl is de uitzending te volgen.
De uitzending van vrijdagavond gemist? Kijk dan hier terug!
Lees hier wat alcohol met jongeren doet, hoe de hersenen reageren op alcohol en wat de rol van je ouders is als het om drank gaat.