Ze verontschuldigt zich. „Ik zie er niet florissant uit.” Een understatement. Annet oogt bleek. Vermoeid. En uiterst fragiel. Het zijn zichtbare tekenen van haar ziekte. De Zeeuwse kan er niet omheen. Al poogt ze –herhaaldelijk– de waarheid geweld aan te doen. Op de vraag hoe het met haar gaat, volgt steevast hetzelfde antwoord: „Goed, hoor.” Annet glimlacht. Een tikje onzeker. „Het is niet fijn om uit te leggen dat het niet goed gaat.”

Het typeert Annet. Doorgaan. Niet opgeven. Haar ontwapenende lach verhult veel. Enerzijds karakter, anderzijds een houding om met haar „ingewikkelde verhaal” te dealen. „Ik was zes en had enorme buikpijn. Volgens de huisarts was een darmverstopping de oorzaak. Het moest vanzelf overgaan.”

De pijn breidt zich echter uit, naar haar armen, benen en hoofd. Annet tobt met oorontsteking en kortademigheid. Ze probeert de klachten te negereren. „Ik hield me voor dat het normaal was. Terwijl ik huilde, gilde en over de bank rolde van de pijn.” De uitslag van een long- en bloedonderzoek in het ziekenhuis in Bergen op Zoom is verontrustend. „Ik had maar 48 procent longcapaciteit, de streptokokkenbacterie, astma en allerlei allergieën. „Wat ziet dat meisje er slecht uit”, zei de kinderarts tegen mijn moeder. Ik was spierwit, had donkere wallen.”

Annet tobt door. In de tweede klas van het Calvijn College in Tholen slaat de pijn ook toe in haar gewrichten. „Ik beet keihard op m’n tong; dat was beter te verdragen.” Annet is extreem moe, maar weigert verstek te laten gaan op school. „Eigenwijs als ik ben. Mijn klasgenoten wisten niet dat ik zo veel pijn had. Ik hield door mijn houding iedereen op afstand. Bewust. Stel dat ik voor zeurpiet en zielenpiet zou doorgaan.”

Intussen blijft de medische molen draaien. Bij de neuroloog valt voor het eerst de term ”chronische vermoeidheid”. Annet zou lijden aan het chronischevermoeidheidssyndroom ME/CVS. „Een orthopedagoog zei dat het tussen mijn oren zat, dat ik klachten verzon en me aanstelde.” Annets ogen worden donker. Een gekwetste blik. Fel: „Hoe kón ze dat zeggen. Ik vond het zo gemeen. Als een zombie zat ik daar.”

Annet is ten einde raad. Haar ouders nemen het heft in handen. In december 2010 gaan ze met hun dochter naar de Belgische prof. dr. De Meirleir, een arts die gespecialiseerd is in ME. Hij constateert het lekkendedarmsyndroom. Via een maagbiopsie komt de oorzaak aan het licht. In oktober 2011 volgt de diagnose: Annet heeft het ME XMRV-virus.

De uitslag valt aan het begin van haar eerste toetsweek in vwo 5. „Mijn lichaam was totaal op. Ik kon me niet eens meer bewegen. Ik zei: „Mama, meld me maar af, ik kán niet meer.” Annet volgt nu alleen op woensdag twee uur les. Daarna voelt ze zich tot zondag ziek. „Alsof je een driedubbele griep krijgt. Ik heb veel moeite met licht, geluid en geuren. En heb last van geheugenverlies.” Annet lacht. Ietwat ironisch. „Heb je zes uur lang woordjes zitten stampen en dan weet je niets meer. Lekker geloofwaardig is dat.”

De Zeeuwse weert zich kranig. Ook tegen onbegrip en vooroordelen. „Ik ben invalide, terwijl je in principe niets aan me ziet. Dat is het ongrijpbare van deze ziekte.” Soms doen reacties pijn. „Als mensen zeggen dat je gewoon wat meer moet slapen. Nou, ik heb het getest. Twee weken lang lag ik 21 uur per dag op bed en sliep veel. En ik was net zo moe als daarvoor.”

Of ze haar ziekte kan accepteren? Annet glimlacht aarzelend. „Het zei zo”, ontwijkt ze de vraag. „Een meisje uit mijn klas heeft kanker. Dan mag ik nog blij zijn.” Peinzend: „Waarom dit in mijn leven gebeurt, wat Gods bedoeling hiermee is, weet ik niet. Dat is ook niet de vraag die me bezighoudt. Ik merk dat het me verandert. Dat ik beter kan meeleven met anderen. En dat ik meer stilsta bij wezenlijke dingen.”

Ze worstelt daarentegen met de onzekerheid waarmee de ziekte gepaard gaat. „Ik weet niet of ik kan genezen. Omdat het een jong virus is, is daar veel onduidelijkheid over.” De ziekte trok een definitieve streep door Annets toekomstplannen. Ze zou dolgraag tropische landbouw gaan studeren. „Het is geen optie. Zelfs meehelpen in het bedrijf van mijn vader kan ik niet meer. En ik zou zo graag mijn trekkerrijbewijs halen.”

Even stokt haar stem. Haar ogen dwalen naar buiten. Krijgen ineens glans. „Kijk, daar.” Boven de omgeploegde akker zweeft een torenvalk. Roerloos. „Hij bidt, mooi hè.” Annet zucht. „Weet je, ik wil niet dieper de put in. Dat helpt me niet. Ik heb veel pijn, maar in mijn hoofd voel ik mij gezond.” Ze grinnikt. „Heel zot, maar als ik me ontzettend moe voel, ga ik in gedachten een eind fietsen. Heel hard.”

Vanuit haar kerk, de gereformeerde gemeente in Poortvliet, krijgt Annet veel steun. „Ik kan hooguit één keer in de drie weken naar een dienst. Maar God weet overal van af. Ik geloof dat Hij niet meer te dragen geeft dan ik aankan. Daar houd ik me aan vast.”

-

Video op Puntuit.nl

„Ontzettend lief”, vindt Annet het dat vriendinnen Hanneke en Debora haar hebben opgegeven voor de cheque-actie van Puntuit. Hun reden? „Omdat Annet heel veel niet kan en mag, maar toch positief in het leven staat.” Inderdaad, veel opties vielen af voor het uitje. Te inspannend, of eenvoudigweg niet geschikt vanwege haar allergieën. Een workshop sieraden maken bij 2 Be Creative 2 in Sommelsdijk bleek een succes. Annet: „Het was leuk! Heel inspirerend en toch ook rustgevend. Iedereen die heeft meegeleefd: bedankt!”


-

De cheque-actie van Puntuit leverde begin dit jaar vier winnaars op. Henk, Annet, Janine en Daniël worden in het zonnetje gezet en krijgen van Puntuit een uitje naar eigen keuze aangeboden. Lees hier de eerste aflevering in de serie. Volgende week woensdag deel 3.