Klik op de bovenstaande foto voor een fotoserie van het dagje uit van Henk Post. Bestemming: Liberty Park in Overloon.

-

De cheque-actie van Puntuit leverde begin dit jaar vier winnaars op. Henk, Annet, Janine en Daniël worden in het zonnetje gezet en krijgen van Puntuit een uitje naar eigen keuze aangeboden. Dit is de eerste aflevering in de serie. Volgende week woensdag deel 2.

----

Reactie op dagje uit

Kees en Anne-Mieke van Helden gaven Henk Post op voor de cheque-actie van Puntuit. Omdat Henk voor het ongeluk geïnteresseerd was in de Tweede Wereldoorlog, was de bestemming van het uitje Liberty Park in Overloon. Kees en Anne-Mieke over het dagje. „Best spannend, hoe zou Henk het vinden. Henk vond het fantastisch, dat straalde hij uit en gaf hij ook heel duidelijk aan. Ook al was hij ’s middags moe, hij wilde niet naar huis toen wij hem ernaar vroegen. Zijn duim ging direct omlaag. Dankbaar kijken wij terug op deze mooie dag.”


-

Gewoon praten lukt niet. Voeding krijgt Henk binnen via een sonde. En bewegen? Dat kan hij alleen met zijn linkerarm en zijn hoofd. Henk zit dan ook in een rolstoel.

Hoe anders was het zes jaar geleden! De havo 3-leerling is altijd te porren voor een flinke discussie. In zijn vrije tijd speelt Henk sousafoon –een soort tuba– in een muziekkorps in Urk en leest hij veel over de Tweede Wereldoorlog. Ook is hij een fanatieke wielrenner, hij zit net een paar maanden bij een wielerclub. Henk: een sociale en enthousiaste jongen, niet anders dan de meeste van zijn leeftijdsgenoten.

Tot het ongeluk. Bijna zes jaar geleden, op maandag 10 juli 2006. Elma Post, de moeder van Henk, staat het nog in het geheugen gegrift. Het is op een heerlijke, warme zomeravond. Het gezin heeft net buiten gegeten. Rond halfacht zet Henk zijn helm op en stapt op zijn racefiets voor een rondje met de wielergroep. Een toer die zijn leven voorgoed zal veranderen.

Bij Espel –een dorpje ten noorden van Urk– gaat het mis. Een deel van de groep steekt vanaf het fietspad de weg over om daar verder te rijden. Henk fietst als derde in rij. Zijn voorgangers geven het sein veilig, maar zien een auto over het hoofd. Henk wordt geschept en klapt met zijn hoofd op de metalen raamstijl.

Niet veel later rinkelt thuis de telefoon. „”Henk belt” stond er op het schermpje”, vertelt Elma. „Maar hem kregen we niet aan de lijn. De man vertelde ons van het ongeluk en zei dat hij nog leefde. Maar we schrokken verschrikkelijk.”

Henk wordt overgebracht naar de intensive care in het Sophiaziekenhuis in Zwolle. Elma schiet vol als ze eraan terugdenkt. „Je ziet er je jongen liggen aan allemaal slangetjes. In coma. Uiterlijk gaaf; hij had geen verwondingen. Maar inwendig bleek uit de hersenscans dat er door heel de hersenen kleine bloedingen waren. Er werd ons gezegd: „Het is afwachten met een hoofdletter A.””

Na een aantal dagen bouwen de dokters de medicijnen waarmee Henk in slaap wordt gehouden af. Maar... Henk wordt niet wakker. Elma: „We kregen te horen dat we er rekening mee moesten houden dat hij nooit meer wakker zou worden.”

Na anderhalve week blijkt Henk wel zelfstandig te kunnen ademen. Het coma gaat over in een vegetatieve status. Een toestand waarin de patiënt wakker lijkt te zijn, maar totaal niet reageert op prikkels.

In de weken die volgen krijgt Henk longontsteking op longontsteking. Hij gaat verschillende keren langs het randje van de dood. Een dokter meldt: „Als deze jongen ooit wakker wordt, hang ik mijn witte jas aan de kapstok.”

Zogenaamde vegetatieve stormen teisteren Henks lichaam. Elma: „Op een keer was zijn vriend Jelle erbij toen hij zo’n aanval kreeg. Heel heftig voor Jelle. Bij een vegetatieve storm verkrampen alle spieren en zweet je over je hele lijf.”

De uitzichtloze situatie brengt moeilijke momenten met zich mee. „Ik zou Henk echt nooit willen missen. Maar ons kind heeft zo veel geleden. Je staat naast zijn bed en kunt niets doen. Toch zijn we altijd blijven bidden om en hopen op een wonder. Daarnaast bid je om rust en kracht om verder te gaan als Gods weg anders is.”

Maar het wonder komt. Na anderhalf jaar in vegetatieve toestand –zonder enige verandering– lacht Henk voor het eerst. Elma: „We konden het niet geloven. We zien het echt als gebedsverhoring.”

In de jaren erna gaat Henk stapje voor stapje vooruit. Hij kijkt mensen weer bewust aan. Hij begrijpt dingen en reageert als iemand tegen hem praat. Langzamerhand kan hij zijn linkerhand ook weer gebruiken. Wanneer er gesloten vragen gesteld worden, antwoordt Henk met zijn hand: omhoog is ja; omlaag is nee.

Inmiddels proberen zijn ouders Henk met een spraakcomputer antwoord te laten geven op open vragen of zelf vragen te laten stellen. Met behulp van een touchscreen met plaatjes kan hij aangeven of hij ergens heen wil. Elma: „Sinds een paar maanden heeft hij een nieuwe computer waarop hij heel veel kan. We hopen dat hij er nog meer mee kan leren.”

Sinds de zomer van 2011 woont Henk op een woonlocatie voor jonge gehandicapten in Hattem. Daar doen ze allerlei activiteiten met spelletjes of muziek. „Ook krijgt hij logopedie en fysiotherapie.”„Elke avond komen we langs. Dat deden we overigens al die jaren dat hij in ziekenhuizen of klinieken lag. Eens in de twee weken is hij een heel weekend thuis. Hij krijgt ook regelmatig bezoek van anderen. Zoals zijn trouwe vrienden Jelle, Jan en Gerrit.”

Spelletjes doet Henk graag. Uno of Rummikub. „Hij vindt dat fantastisch. Enne... vals spelen kan-ie overigens ook al”, lacht Elma.

Op zijn eigen karakteristieke manier geeft Henk aan als hij ergens enthousiast over is. Hij roffelt dan met zijn elleboog op zijn rolstoeltafel. Of hij slaakt een kreet. „Aha... Aha...”

Henk gaat zondags ook weer naar de kerk. Elma merkt dat geloofszaken veel voor hem betekenen. „Via zijn spraakcomputer tikt Henk vaak het plaatje over de doop aan. Bijbellezen en bidden vindt hij ook belangrijk. In alle eenvoud laat hij er soms wat van merken. Zo reageerde hij pas heel verontwaardigd toen iemand een grof woord gebruikte. Aan zijn gezicht is veel te zien van wat er in hem omgaat.”

Klinkt er een belofte uit de Bijbel van de kansel? Dan gaat Henks linkerhand omhoog en wijst hij naar de hemel. Elma: „We zijn christelijk gereformeerd, maar Henk noemen we wel eens evangelisch.”