We hebben geen auto om onze vergeten knakworsten op te halen, en als we er eindelijk een hebben, krijgen we de handrem er niet af. Ik dwing mezelf tot kalmte. Even later sta ik in de kantine uit te hijgen. „Rustig Neel, je moet nog de hele dag. Doe het voor de kindertjes in Burundi.”

Maar dan begint een circus dat ik nog nooit heb meegemaakt. Nu ben ik de rust helemaal kwijt en presteer het om vier dingen tegelijk te doen: geld aannemen (en teruggeven), een servetje (of drie) pakken, een broodje knakworst van de schaal grissen en me dan met de lege schaal tussen de mensenmassa door worstelen en vanuit de kantine een nieuwe schaal mee terugnemen. En dat ruim twintig minuten lang in een enorme herrie.

Als we daarna, als de spanning eindelijk loskomt en we om ons gestress moeten lachen, het resultaat (in euro’s) bekijken, moet ik toch grinniken. Die 500 euro voor de kinderen in Burundi is binnen! En die stress, ach, die zal me worst wezen.

Neeltje Vogel, 15 februari 2013

beeld Fotolia