„Voor de verkiezingen in 2010 was ik als oud-burgemeester de man met het charisma van een waar staatsman. Tijdens de verkiezingscampagne noemde men mij kunstig stuntelaar, met soms de aanmoediging ”Yes we Cohen”. Later promoveerde mijn politieke tegenstander mij tot ”schoothondje van het kabinet”. Zo interessant kan het gaan.”

Wat viel vooral zo tegen in mijn politieke loopbaan?

„Dat is toch wel de media-werkelijkheid. Als mensen zich afvragen „Hoe deed Cohen het?” zeggen zij dat Job naar een jobcoach moet. Dan zeggen zij dat Job het „nooit goed kan doen” en dat hij rozen moet gaan verkopen bij de bloemist.”

Wat schaadde mijn politieke carrière?

„Ach, ik wilde een fatsoenlijk Nederland. En ik gebruikte te veel woorden voor deze maatschappij. Kijk, als je zegt dat er een kopvoddentaks moet komen, dan weten we waar we het over hebben. Maar: „Laten we het nu eens over de inhoud hebben”, dat is natuurlijk veel te moeilijk.”

Wie had ik willen zijn, Job?

„Niet een ”bedrijfspoedel”, maar meer een bulldog. Of beter nog zo’n rasechte keeshond – en dan zonder oranje sjaal, maar met rood roosje om mijn nek.”

Ten slotte, wat is nu echt de reden van mijn falen?

„Ach, ik ben wat on-Haags; integer en rustig. Weet je, ik lijd aan een zekere vorm van beschaving en dat is heel vervelend.”

Henrieke van Dam, 1 maart 2012

beeld ANP