Twee maanden geleden schreef ik over jou, krantenjongen van De Pers. Nu schrijf ik áán je want ik moet wat kwijt in deze tijd van goede-voornemens-die-gedoemd-zijn-te-mislukken.

Nog elke dinsdagmorgen storm ik om 06:29 uur langs en dan roep jij "Goedemorrrgen!" En ik hijg "Hoe'st?" maar dat hoor jij niet want je hebt twee doppen in je oren en een iPhone in je hand.

Jan-Dirk, jij behoort tot de onlinegeneratie. Dat betekent dat je sociaal en organisatorisch handig bent.

Het betekent ook dat je weinig belt, want dat is een inbreuk op de privacy, veel te intiem. Chatten is beter: meer mensen in minder tijd. Je schrijft aan honderden vrienden tegelijk. Waarom kleinschalig frustraties en meevallers delen?

Ook ik ben een "millennial", Jan-Dirk, net als jij. Maar ik vrees dat ik een mislukte ben. Ik beperk me tot e-mail. Dus ik ben uit, hoewel ik volgens mij nooit aan geweest ben.

Maar weet je wat zo fijn is? Mijn contacten zijn gelukkig niet zo vrijblijvend als die van jou. En gelukkig weet niet iedereen altijd waar ik uithang. Gelukkig hoef ik niet te tweeten dat ik bij de McDonald''s zit in de hoop dat er een vriend aanschuift. Gelukkig mag ik altijd aanwaaien bij mijn vrienden. En, als ik ergens mee zit mag ik altijd bellen. Want zo intiem is vriendschap.

Beste Jan-Dirk, nog even over goede voornemens: wat minder virtueel misschien? Want dan, dán zal ik je bellen, en vertellen waarom ik je krantje niet meer aanpak. En dan zal ik voortaan een minuutje eerder van huis gaan, en dan zal ik live aan je vragen: "What's up?"

Henrieke van Dam, 4 januari 2012

beeld ANP