Onderzoek wijst uit dat in het tweede kwartaal van dit jaar 95 procent van de 98,8 procent daadwerkelijk rijdende treinen op tijd vertrok. Het is eigenlijk niet te geloven, maar in het onderzoek betekent "op tijd" een vertraging van vijf minuten of minder. Dus als ik in het weekend vanaf mijn kamer naar huis ga en ik mis twee aansluitingen omdat de eerste trein vijf minuten vertraging heeft, ben ik wel op tijd thuis. De logica daarvan ontgaat mij volkomen.
's Winters zijn de onverwarmde wissels te koud en ligt er sneeuw op de rails (hoe doen ze dat toch met die trans-Siberiëlijn?), ''s zomers is er geen airco in de oudere treinstellen en denkt het onervaren treinvolk dat het openzetten van een raam helpt. In de spits komt er nooit een conducteur langs. Zit je echter tegen middernacht met drie mensen in een coupé rustig te studeren, dan hoor je achter je: "Uw vervoersbewijs, alstublieft." Uit protest check ik nooit in of uit met mijn studenten-OV-chipkaart, maar ik weet wel dat de paaltjes voor de kaart op de meeste grote stations vrijwel onvindbaar zijn en klein in afmeting en getal. Daarentegen bepalen grote, geel-blauwe kaartautomaten nog steeds het stationsbeeld. Als iemand de bedrijfsstructuur van de NS wel snapt, laat het me dan weten. Op tijd, graag.
Clemens van den Berg, 16 september 2010
beeld ANP