De parkeerplek is net een metertje langer dan de auto. De mannen zijn echte macho's. Thuis zorgen ze voor het geld. Wassen, strijken, koken en vegen doen ze niet, bij de opvoeding zijn ze slechts zijdelings betrokken. Zouden ze drie maanden vastzitten in een ondergrondse mijn, dan betekent dat voor de huishouding weinig.

Een vrouw in een auto vinden ze niet heel gebruikelijk. De toch al warme lucht begint boven hen enigszins te vibreren. Ze zijn vandaag met hun gereedschappen nog steeds niet ingehuurd, dus kunnen wel een verzetje gebruiken. Er wordt wat gebaard en gepraat. Als het haar lukt, zullen ze het waarderen. Zo niet, dan wordt menig vooroordeel bevestigd.

Als andere auto's zijn gepasseerd, laat ze de koppeling opkomen. Terwijl ze juist genoeg aan het stuur draait, zoekt ze in de achteruitkijkspiegel het punt dat ze in Nederland van haar rijinstructeur leerde. Dan gaat het stuur helemaal naar de andere kant. Precies op tijd komt de wagen tot stilstand. Vanaf de stoep klinkt spontaan gejuich.

Helaas was ik er niet bij - ze vertelde het me later. In gedachten heb ik ze alle zeven aangekeken. "Mijn", lazen ze in mijn ene oog, "vrouw" in mijn andere. Mijn vrouw.

Peter van Olst, 23 november 2010

beeld ANP