Een ingewikkelde hergroeping volgde op het plein van de Thorbeckeschool. Links Pietje, Liesje, Harmpje en Brammetje, kijkend naar wat er rechts zou gebeuren. Brammetje wilde liefst een eigen feestje beginnen, maar niemand had een plan. Bovendien was er volgens de rest geen beter vermaak dan leedvermaak.

Rechts stond Willempje nog te wennen aan het feit dat hij door een spontane groeischeut sinds kort de grootste was. In het hoekje waar hij altijd te vinden was, zat -stuurs- vervelende Gerritje, vooral zo vervelend geworden doordat de anderen hem voortdurend buitensloten. En in het midden dus Jantje, volstrekt besluiteloos.

In deze wonderlijke situatie was het Willempje die zijn nieuwe rol verrassend goed opnam. Wetend hoe Jantje grote vrees had voor Gerritje, stelde hij voor eerst met z''n tweetjes een spel te bedenken. Gerritje zou dan uit zijn hoekje mogen komen om mee te doen, precies zoals Jantje en Willempje het wilden. Willempje wist natuurlijk hoe Gerritje groeide. Straks zat je met een opgeschoten krachtpatser die alleen maar kwaad in de zin had en nooit verder gekeken had dan zijn eigen hoekje. Zou Jantje het ook doorhebben? Schoorvoetend kwam hij dichterbij. Tja... wie zegt nog dat kinderspel geen politiek is?

Peter van Olst, 31 augustus 2010

beeld RD