Onvergetelijk. Zó wil ik hermano (broeder) Jaime onthouden. Zo was hij tijdens heel zijn slopende ziekte. In voorspoed dankbaar, in tegenspoed geduldig, zegt de Catechismus. Maar hij kon in tegenspoed intens dankbaar zijn.

Als het even mogelijk was, kwam hij nog naar de kerk. Broodmager, steeds kaler en met aders verbrand door chemokuren nam hij zijn taken waar. Hij beschouwde dat als een groot voorrecht. Maar zijn belangrijkste werk was zijn persoonlijk gebed. Naarmate het slechter met hem ging, leek hij meer aandacht voor anderen te hebben.

Nee hoor, Jaime zelf verheerlijk ik niet. Dertig jaar lang lag hij in de goot, verslagen door de drugs, levend van de leugen. Genade, zó oneindig groot, zette hem stil en haalde hem eruit. "Als Jezus de Rotssteen niet was..." zei hij als hij daarover vertelde.

Eergisteren is hij, onverwacht snel, overleden. Tussen de twee kerkdiensten, op de dag des Heeren. 's Avonds ging de dienst over de wijze bouwer. Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, die zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft.

Het was wat de Geest tot ons achterblijvers te zeggen had.

Peter van Olst, 26 oktober 2010

beeld Fotolia