Terwijl ik naar het magazijn loop bedenk ik dat hij me met ”juffrouw” aansprak. Juffrouw? Dat is best ouderwets… Ik moet een beetje lachen. Wie zegt er nou vandaag de dag nog juffrouw tegen je?

Nadat meneer geholpen is, bedankt hij me vriendelijk en zegt gedag. Een klein uurtje later hoor ik mijn collega van de bakkerij tegen een klant praten. „Meneer, ik ga het nu voor u pakken. Twee halfjes zei u toch?” „Het is belachelijk! Heel het schap leeg! Jullie zijn hier toch voor de klant? Zorg dan dat alles gevuld is!” „Meneer, ik ga nu brood voor u pakken.”

Opeens zegt de man (hij is al wat ouder) tegen me: „Ik wil een leidinggevende spreken! ’t Is toch niet meer normaal!” Hij schreeuwt bijna. Klanten die in de buurt zijn kijken geërgerd onze kant op. „Meneer, u moet begrijpen dat wij het hier erg druk hebben. We kunnen niet alles tegelijk doen.” „Je moet er voor de klant zijn!” „We zijn er altijd voor de klant.” „Nou, dat blijkt!”

Meneer krijgt zijn brood en druipt af. Later praat ik er nog met mijn collega over. „Asociaal, die oude mensen van tegenwoordig!” Hij is er nog steeds beduusd van. Ik ook. De meneer van het brood had toch gelijk: we moeten er voor de klant zijn. Maar dan wel voor klanten zoals die beleefde meneer van vanochtend. Dan maar aangesproken worden met juffrouw.

Reageren op deze column of meer lezen van Neeltje? Dat kan altijd via puntuit.nl/neeltje.