De sneeuwval haalt nieuwe records binnen. De 794 kilometer aan stilstaand snelwegverkeer verovert de vijfde plaats in de file top 10. Slechts zes keer eerder zijn er lagere temperaturen gemeten dan de 22,9 graden onder nul die Lelystad vorige week noteerde. Da’s nog eens wat anders dan tien jaar geleden, toen onze toekomstige vorst trouwde. De voorjaarszon verwarmde Amsterdam toentertijd tot 15 graden.

Het leed van NS-klanten overtreft alle verwachtingen. De geloofwaardigheid van toegezegde beloften daalt tot het nulpunt. In het Journaal probeert de NS-directeur nog een sneeuwwit voetje te halen. Maar helaas. In de stationshals wachten duizenden reizigers. Bellend, boos, bibberend. Zelfs het gratis kopje koffie uit de kiosk kan het oponthoud niet goed maken.

Buiten verlichten sneeuwwitte ijskristallen de wereld, glanzen ijskoude vlokjes op de boomtakken, hangen ijspegels aan de dakgoot. Voetstappen verraden zich in de sneeuwlaag, een waterig zonnetje straalt de natuur in. De waterspiegel ligt vastgevroren; de sloten zijn klaar voor een schaatspartij.

„Dames en heren. Wij adviseren u uw zonnebril af te zetten. Dan zult u de sneeuwval van de zonnige kant bekijken. Alvast bedankt voor de medewerking.”