Je noemt jezelf orthodox. Waarom?
„Onze familie is weliswaar moderner dan gemiddeld. Toch vind ik mezelf orthodox, omdat ik veel waarde hecht aan de joodse traditie. Die moet bewaard blijven. Veel mensen denken dat het er niet toe doet hoe het er aan de buitenkant uitziet. Wij leren echter dat het uiterlijk in directe verbinding staat met het innerlijk. Als ik een broek zou aantrekken, verandert er vanbinnen ook iets. Het is een illusie om te denken dat dit niet zo is.”
Hebben jullie als joodse meiden een eigen mode?
„Zeker! Als ik een iets korter rokje wil, doe ik er een onderrok onder. Die heb je in allerlei soorten. Dat geldt ook voor shirts onder kleding die niet helemaal sluit van boven. Zo’n T-shirt verhelpt dat en het staat nog leuker ook. En wat dacht je van de doeken of pruiken die getrouwde vrouwen moeten dragen om hun haar te bedekken? Het zal je verbazen hoeveel varianten er zijn.”
Je bent daar dus redelijk vrij in?
„De invulling van een bepaalde regel binnen de joodse traditie is niet voor iedereen gelijk. De ene familie doet het anders dan de andere. Joden leggen veel nadruk op de eigen verantwoordelijkheid, als er maar geen vervlakking of vermenging met niet-joden ontstaat.”
Dat betekent dat je ook je eigen vriendje niet kunt uitzoeken?
Batsheva glimlacht. „Mijn ouders zoeken inderdaad een partner voor me als ik daaraan toe ben. Maar ik mag hem vooraf sowieso ontmoeten en altijd nee zeggen als ik hem niet geschikt vind. Of ik kritisch ben? Haha, natuurlijk! Dat is elk meisje.”
Maar je wordt toch wel eens verliefd?
Een beetje ontwijkend: „Ik zie gelukkig weinig jongens, omdat we gescheiden les krijgen. En het grootste deel van de dag ben ik hier op school. Met 51 lesuren per week heb je niet zo veel vrije tijd. Gewone lessen worden afgewisseld met joodse lessen over filosofie, gebedsverklaring of praktische gebruiken.”
Zo leer je alle 613 regels?
„Het is niet zo dat elke jood al die 613 regels kan houden. Het gaat om de traditie, dat die bewaard blijft. Alles van mijn leven is daarvan doortrokken. Van het moment dat ik op sta tot het moment dat ik ga slapen; het staat allemaal in het teken van de godsdienst. Ik ben ermee opgevoed.”
Hoe is je relatie tot God?
„Ik probeer in alles een beter mens te worden. Er zit kwaad in mij. Dat probeer ik niet weg te duwen, maar om te vormen tot iets goeds. Als ik God laat zien dat het me menens is om een kwaad te overwinnen, helpt Hij mij. Hij is de Almachtige. Om een voorbeeld te geven; een paar jaar geleden had ik veel last van boosheid en ergerde ik me vaak aan anderen. Toen ik me echt voornam om het te bestrijden, heeft God me daarbij geholpen. Dat was heel bijzonder.”
Wat is voor jou de belangrijkste traditie?
„De sabbat, met alle rituelen en regels die erbij horen. Dat is het meest onderscheidende element tussen een jood en een niet-jood. Wij zien de sabbat als een koningin die bij ons op bezoek komt op vrijdagavond, bij zonsondergang. Daarom dekken we de tafel heel mooi, is het hele huis schoon en eten we uitgebreid. Heerlijk om één dag in de week niets te hoeven doen. Geen mobiele telefoon, geen internet, even niets.”
Wist je dat veel christenen bidden of de joden Jezus mogen leren kennen?
„Wat? Bidden jullie dat echt? Dat vind ik eng. Er wordt blijkbaar iets van mij verlangd wat ik helemaal niet wil.”
Jezus vervulde de wet, zeggen christenen. Wat zeg jij dan?
„Ik geloof wat ik geloof. Daarin ben ik koppig. En wat de Messias betreft: Die verwacht ik elke dag. Als Hij nú komt, moet ik alles achter willen laten. Tot die tijd probeer ik het kwade dat in mij is om te zetten in het goede. Om een beter mens te worden. Wachtend op de uiteindelijke verlossing.”
Even terug naar jou persoonlijk. Uit wat voor gezin kom je?
„We zijn thuis met z’n zevenen. Mijn beide ouders zijn Nederlands. Dat komt niet zo veel voor. Meestal is of de vader of de moeder van buitenlandse komaf. Ik heb nog drie zussen en één broer. Twee zussen zijn ondertussen getrouwd.”
Voel je je verbonden aan Nederland?
„Jazeker, al worden joden wel heel internationaal opgevoed. Dat komt goed uit, want de kans dat ik met een Nederlandse jood kan trouwen is klein. Er zijn nu eenmaal niet zo veel Nederlandse joden. Toch voel ik me wel een echte Nederlandse. We praten veel over de politiek en ik merk dat ik op een westerse manier denk. Maar verschillen zijn er wel met andere meisjes.”
Hoe merk je dat?
„Ik heb een bijbaantje bij een supermarkt. Daar spreek ik leeftijdsgenoten die niet joods zijn. In heel veel dingen begrijpen ze me niet. Dat vind ik trouwens helemaal niet erg, want ik moet ervoor waken dat ik me niet te veel vermeng met niet-joden. Het risico bestaat dat ik dan mijn identiteit verlies.”
Kun je een regel noemen die niet-joden niet begrijpen?
„Onze spijswetten zijn heel gedetailleerd. Zo heeft elk joods gezin thuis twee aanrechten. Eén voor de vleesproducten, één voor de melkproducten. Die twee moeten strikt gescheiden zijn. Daarnaast zijn er tal van andere regels waar ik me aan houd. Zo trek ik bijvoorbeeld altijd eerst mijn rechter- en daarna mijn linkerschoen aan en knip ik mijn nagels op een bepaalde manier.”
Hoe ziet de sabbat eruit?
„Op vrijdagavond, als de zon ondergaat, begint de sabbat. Mijn vader gaat dan naar de synagoge. Voor die tijd, op donderdag en vrijdag, zorgen wij ervoor dat het hele huis schoon is. Zelf moet ik mijn kamer opruimen. Als mijn vader thuiskomt, gaan we eten aan een prachtig gedekte tafel. Meestal iets van gevulde vis en altijd kippensoep. We zingen sabbatsliederen, leren en discussiëren met elkaar en zijn gezellig samen. Dat geldt ook voor de sabbat zelf, waarop we allemaal naar de synagoge gaan. Mannen en vrouwen zitten daar gescheiden.
Op de sabbat bedienen we geen elektrische apparaten, rijden we niet in de auto en werken we uiteraard niet. Sinds kort ben ik leidster van onze jeugdvereniging voor meisjes van 6 tot 16 jaar. We denken na over een gedeelte uit de Thora en ik probeer daar iets extra’s van te maken door op te zoeken wat onze geleerden hiervan gezegd hebben. Ook zeggen we allemaal om de beurt een paar psalmen op in het Hebreeuws. Niet allemaal uit het hoofd hoor... Ook doen we spelletjes met elkaar.
Op de avond na de sabbat ben ik altijd samen met mijn vriendinnen. We eten dan om beurten bij elkaar, maken een maaltijd en kletsen wat af. Het zijn dezelfde vriendinnen die ook bij me in de klas zitten. Ja, we zien elkaar echt altijd.”
Ben je minder traditioneel dan bijvoorbeeld je moeder?
„Op sommige punten zeker. Soms heb ik nagellak op. Dan vraagt mijn moeder: „Moet dat nou?” Maar ze hoeven zich echt geen zorgen te maken. De joodse traditie is me te dierbaar om die zomaar opzij te schuiven.”
De laatste tijd is er veel te doen geweest over de veiligheid van joden. Voel jij je veilig?
„Ha, wat een standaardvraag! Maar wel een terechte hoor. Ja, ik voel me prima hier. Alles is hier in de buurt. Moet je nagaan: ik ben degene die het verst van school af woont en dat is amper vijf minuten fietsen. Alles hier in Buitenveldert is joods. Toch zal ik nooit alleen de stad in gaan. Dat is vragen om problemen. En als mijn broer de stad in moet, doet hij een gewoon petje op over zijn keppeltje. Je in elkaar laten slaan heeft weinig zin. Je moet toch ook goed zijn voor jezelf?”
Tot slot: hoe ziet jouw toekomst eruit?
„Na het vwo ga ik naar een ”seminary” in Engeland of Israël. Waarschijnlijk wordt het Engeland. Daar studeer ik drie jaar en woon ik op een campus. Na die tijd heb ik de leeftijd om te gaan trouwen en zal ik waarschijnlijk ergens ter wereld gaan wonen. Misschien wel in Israël, het beloofde land. Ik ben er een paar maanden geweest. Het is er prachtig. Ja, daar zou ik graag willen wonen.”
Verschillen
De komst van de Messias is hét grote verschil tussen joden en christenen. Waar de meeste joden de Messias nog steeds verwachten, geloven christenen in de Heere Jezus als de Zoon van God Die de zonde van de wereld heeft weggenomen door aan de gerechtigheid van God te voldoen. Daar komt een tweede grote verschil uit voort: het omgaan met regels en wetten. Een christen mag door het geloof rusten op het volbrachte werk van Christus; de jood verwacht de komst van de Messias, leeft naar de wet om de joodse traditie te bewaren en om een beter mens te worden.