Wetenschap 4 april 2000

De meest energiezuinige

Door W. G. Hulsman
”Groen” bouwen is in. Niet alleen in de woningbouw. Ook bedrijven willen steeds vaker kunnen zeggen dat ze in een milieuvriendelijk (gebouwd) kantoor huizen. Dat is goed voor het imago. Soms hebben de gebruikers een diepere drijfveer om duurzaam te bouwen: oprechte zorg om de klimaatveranderingen. Anderen willen een visitekaartje voor hun kunnen en kennen afgeven. Drie projecten die de toon zetten voor de komende jaren: De Thermo-Staete in Bodegraven, het onderkomen van XX Architecten in Delft en het kantoor van het Hoogheemraadschap van Rijnland in Leiden.

Het meest energiezuinige kantoor van Nederland is ”zelfdenkend”: een ingenieus systeem houdt het binnenklimaat onder controle. Het energieverbruik is daardoor tot een minimum beperkt. „Wij verbruiken voor de verwarming niet meer energie dan twee vrijstaande woningen”, vertelt eigenaar-ontwerper K. de Wit over De Thermo-Staete in Bodegraven. In het pand huizen zijn adviesbureaus DWA en Edifico.

Een gasaansluiting heeft het kantoor, dat eind februari officieel geopend werd, niet. „Het pand wordt op temperatuur gehouden door drie elektrisch aangedreven warmtepompen. 's Zomers slaan die warmte op in de bodem voor de winterperiode en 's winters koude voor koeling van het pand in de zomer. 's Zomers proberen we daarnaast zo veel mogelijk met natuurlijke koeling te doen. Wij zetten 's nachts ramen open. Overdag kan dat niet. De snelweg A12 zorgt voor te veel lawaai en autodampen.”

Veel energie bespaart De Wit door de optimale benutting van het zonlicht. Een grote glaswand aan de zuidkant van De Thermo-Staete laat het licht ver in het kantoorpand doordringen. „In het grote atrium hebben wij daardoor overdag bijna geen kunstlicht nodig.”

„In de ruimten waar wel kunstlicht nodig is, regelt dat zichzelf. Het licht gaat bovendien pas aan als iemand een werkruimte binnenkomt.”

Eenvoudig
In De Thermo-Staete –waar dit jaar ook panelen met zonnecellen op het dak komen te liggen– is niet alles ingenieus. Het gebouw laat zien dat ook met heel eenvoudige maar doordachte middelen veel is te bereiken. Zo worden de toiletten met regenwater doorgespoeld en kan een deel van de werknemers bij mooi weer het daglicht optimaal benutten doordat voor de ramen horizontale lamellen hangen die aan de bovenzijde hol en spiegelend zijn. Het zonlicht wordt daarmee tegen het plafond weerkaatst.

De grootste energie- en bouwmaterialenbezuiniging wist het ontwerpteam te realiseren door een zeer compact kantoor neer te zetten. „De Thermo-Staete heeft een relatief klein geveloppervlak ten opzichte van het volume. Daar zijn we in geslaagd door een nieuw kantoorconcept te ontwikkelen: de traditionele indeling van hal, trappenhuis, gang, kamer is losgelaten. Wij hebben de trappen in het grote multifunctionele atrium geïntegreerd, de gangen grenzen als galerijen aan het atrium en dienen tevens als werkruimte.”

Alle maatregelen bij elkaar zorgen ervoor dat het kantoor de laagste energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van Nederland heeft. De EPC drukt uit hoe zuinig een gebouw is. „De Thermo-Staete heeft een coëfficiënt van 0,6. De wettelijke eis voor kantoren ligt nu op 1,6. Wij laten zien dat de overheid de EPC-eis nog een stuk kan aanscherpen. Daar zijn wij ook voor, want het is hard nodig dat er energiezuiniger wordt gebouwd. Ik maak me namelijk zorgen over de snelheid waarmee we in het Westen de energievoorraden erdoor jagen”, zegt De Wit.

Andere doelstellingen van duurzaam bouwen zijn: zuinig omgaan met bouwmaterialen en milieuvriendelijke producten gebruiken. In De Thermo-Staete heeft dat geresulteerd in het gebruik van minder beton en meer kalkzandsteen. De Wit wist ook veel beton te besparen door een nieuw type betonvloer te gebruiken. Het pakket van de onderkant van het plafond tot de bovenkant van de vloer van de verdieping erboven is veel dunner: 31 cm in plaats van circa 70 cm die tot nog toe nodig was. Bovendien zijn alle slangen en kabels in de holle vloer verwerkt.

Guariuba
In De Thermo-Staete experimenteert De Wit ook met onbekende soorten hardhout uit duurzaam beheerde tropische bossen. Zo zijn alle trappen en het hekwerk van guariuba gemaakt. Een houtsoort die de houthandelaren twintig jaar geleden voor geen goud op hun terrein wilden hebben, omdat ze onbruikbaar was: de ene boom is zacht, de andere zo hard dat de beitels er bot op slaan. „Dat probleem is er nog steeds, maar wij laten zien dat met deze houtsoort wel degelijk valt te werken.” Het Wereld Natuur Fonds is positief over de proef. DWA en Edifico willen met dit soort experimenten laten zien dat het goed mogelijk is nieuwe bouwtechnieken met duurzaamheid te combineren. „Hopelijk trekt ons kantoor mensen over de streep.”

De Wit zou niemand aanraden om een even vooruitstrevend plan te ontwikkelen. „Wij hebben hier alle nieuwste technieken geprobeerd te combineren. We hebben veel hobbels moeten nemen. We hebben soms veel overtuigingskracht nodig gehad en zonder hulp van overheid en collega-bedrijven hadden we dit pand nooit op deze manier kunnen realiseren.”

Zie ook:
Gebouwd voor de afbraak

Aan het water verplicht

Levensduur moet ontwerp bepalen