Oppositie in Joegoslavië
wil gaan samenwerken

BELGRADO – De belangrijkste Joegoslavische oppositiegroepen lijken nader tot elkaar te komen. De beweging Alliantie voor Verandering zal nog vóór de weekwisseling een 'niet-aanvalsverdrag' tekenen met de Servische Vernieuwingsbeweging van Vuk Draskovic. Dat heeft het Servische persbureau Beta gemeld, onder vermelding van bronnen binnen de Alliantie.

Een woordvoerder van de Alliantie had maandag al gezinspeeld op een mogelijke samenwerking. „We verwachten op korte termijn een 'gentleman's agreement'”, zei de coördinator van de oppositiegroep, Batic. Volgens hem is al afgesproken elkaar niet meer verbaal aan te vallen.

De beweging van Draskovic is de grootste oppositiegroep tegen het bewind van president Milosevic. Tot dusver wilde Draskovic, voormalig medestander van de Joegoslavische president, niet samenwerken met de Alliantie, een samenwerkingsverband van een groot aantal oppositiegroepen. De Alliantie wordt gedomineerd door de Democratische Partij van Zoran Djindjic.

Djindjic en Draskovic kunnen slecht met elkaar overweg. Beide oppositiebewegingen hielden tot nu toe afzonderlijke demonstraties tegen het regime in Belgrado. De opkomst bij de demonstraties van Draskovic was gemiddeld veel hoger.

Zoran Djindjic riep gisteren de Joegoslavische legerleiding op hem te helpen bij het omverwerpen van het regime van Milosevic. „Als het leger het land wil verdedigen, dan zullen ze met spoed alles moeten ondernemen om Milosevic weg te krijgen”, zei Djindjic, die Milosevic als een gevaar voor zijn land ziet.

Djindjic maakte zijn opmerkingen daags voordat hij voor de militaire rechtbank in Belgrado moet verschijnen. Hij wordt ervan verdacht bij het begin van de NAVO-aanvallen op doelen in Joegoslavië Servië te zijn ontvlucht, terwijl hij was opgeroepen om het leger te dienen.

Een groep prominente Servische intellectuelen, onafhankelijke economen en kerkleiders werkt intussen aan de vorming van een overgangsregering die de macht zou moeten overnemen zodra Milosevic vertrekt.

Vermoorde Serviërs
Autopsie op de veertien lichamen van Serviërs die de afgelopen weekwisseling in de Kosovaarse plaats Gracko werden vermoord heeft uitgewezen dat de slachtoffers voornamelijk met kogels uit geweren van het type kalasjnikov werden doorzeefd.

Op ieder lichaam werden zo'n tien schotwonden aangetroffen. De lijken werden liggend in een kring aangetroffen, wat er volgens de Italiaanse militaire patholoog Gianluca Corsini, tevens leider van de autopsie, op wijst dat de Serviërs op de vlucht sloegen toen ze werden neergemaaid.

NAVO-generaal Clark vertrekt voortijdig

Onrust onder KFOR over asbest en straling