Buitenland28 juli 1999

Onderzoek naar uraniumstof geweigerd

Onrust onder KFOR
over asbest en straling

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – De Tweede-Kamerleden Zijlstra (PvdA) van Van Bommel (SP) maken zich zorgen over de veiligheid en de gezondheid van de Nederlandse KFOR-militairen. In afzonderlijke series schriftelijke vragen aan de regering tonen ze hun bezorgdheid over asbest en uraniumstraling waaraan de soldaten bloot zouden staan.

Zijlstra kwam in actie nadat de vader van een militair in een aantal kranten uit de doeken had gedaan hoe zijn zoon in Kosovo blootstaat aan asbestdeeltjes. Dat gebeurt bij het opruimen van kapotgeschoten gebouwen waarin asbest is verwerkt.

De militairen zouden alleen een stofkapje krijgen en het advies hun kleding wat vaker te wassen. Overigens ontkent een woordvoerder van Defensie dat de militaire leiding niet-gespecialiseerden inzet bij het opruimen van asbest.

Het SP-kamerlid Van Bommel heeft gisteren vragen gesteld aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie over de aanwezigheid van verarmd uranium in Kosovo. Tijdens de oorlog heeft de NAVO munitie gebruikt waarin dit materiaal is verwerkt. Bij een explosie verbrandt het uranium tot een giftige stofwolk die bij aanraking of inademing gevaarlijk is.

Waarschuwing
Defensiemedewerkers hebben gewaarschuwd voor de aanwezigheid van verarmd uraniumstof in Kosovo. De Nederlandse autoriteiten willen echter geen test op uraniumbesmetting bij de militairen laten uitvoeren omdat dit onnodige onrust veroorzaakt. In België worden soldaten wel gecontroleerd. De SP'er Van Bommel vindt dat ook in Nederland een fatsoenlijk gezondheidsonderzoek wel noodzakelijk is, juist om mogelijke onrust weg te nemen. „Dat was de belangrijkste les van de Bijlmerramp. De regering dreigt nu precies dezelfde fout te maken”, aldus het kamerlid.